Véronique Goossens

Justitie informatiseren is kinderspel

Véronique Goossens Anker Kanaal Z

Als u bij e-government onwillekeurig een associatie met Vincent Van Quickenborne krijgt, dan moet u die dringend bijstellen.

De Federaal minister van Pensioenen heeft inderdaad twee legislaturen lang administratieve vereenvoudiging op zijn bord gekregen, maar de impact daarvan mag niet overschat worden. Dat is althans wat je tussen de lijnen kan lezen bij de uitspraak van Frank Robben, die zegt dat er aan de complexiteit van onze regelgeving nog geen haar is veranderd.

We mogen dankbaar zijn dat de overheid al meer dan 20 jaar Frank Robben in huis heeft. Frank Robben mag u gerust de vader van e-government in België noemen. Hij studeerde af met een eindverhandeling over de informatisering van de Sociale Zekerheid en Jean-Luc Dehaene vond dat zo geniaal dat hij aan Robben vroeg om dat uit te werken. Intussen vermijdt de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid dat er jaarlijks 700 miljoen papiertjes worden rondgestuurd. 3.000 instellingen zijn aangesloten op de gegevensbank en alles loopt gesmeerd en veilig. Dat ontging zelfs de Verenigde Naties niet, die Robben internationale erkenning gaf.

Ondertussen is Robben al jarenlang bezig met een minstens even grote uitdaging, zo niet een veel grotere, namelijk het elektronische patiëntendossier van elke Belg op het eHealth-platform krijgen. Dat vergt overleg tussen dokters, ziekenhuizen, ziekenfondsen, patiëntenorganisaties, de privacy commissie, de gemeenschappen en gewesten… Enfin, een titanenwerk.

“Het slechtste wat je kunt doen in grote veranderingsprocessen is iedereen schrik aanjagen,” weet Frank Robben intussen maar al te goed. En dus worden de artsen gerustgesteld dat er niet geraakt zal worden aan hun therapeutische vrijheid. En dus wordt aan de patiëntenorganisaties maximale privacy verzekerd.

Robben’s uitspraak doet me denken aan Justitie. Ook daar staat men voor een groot veranderingsproces, waarvoor vele magistraten huiveren.

Ik heb altijd de passage onthouden uit het boek van strafpleiter Walter Van Steenbrugge “De Affaire Justitie”, waarin hij de middeleeuwse treiterijen omschrijft die vandaag nog altijd brandend actueel zijn.

“Als wij advocaten in de fase van een onderzoek het strafdossier willen inkijken, dan staan wij in de griffie als een stelletje onnozelaars alles in een dictafoon in te lezen, om dat nadien op kantoor uit te schrijven. In België mogen er geen kopieën genomen worden uit het strafonderzoek omdat dit het onderzoek kan schaden. Terwijl zoiets in Frankrijk sinds 1797 wél mogelijk is,” hekelt meester Van Steenbrugge.

Over deze toestand is enkele weken geleden een parlementaire vraag gesteld. Veel advocaten gebruiken namelijk een portable scan-pen om op de rechtbank een strafdossier te kopiëren. Lekker handig en een pak goedkoper. Maar onlangs werd op de griffie van Antwerpen een richtlijn uitgevaardigd die dit verbood. “Ontduiking van griffierechten,” zo luidde de officiële reden. Alsof het Vlinderpaleis door die opdrogende griffierechten wat minder gaat schitteren in de winterzon.

Om een lang verhaal kort te maken: er ontstond onduidelijkheid. Mocht het nu of mocht het niet? Minister van Justitie Annemie Turtelboom antwoordde dat de informatisering van het gerecht soelaas moet bieden.

Misschien doet minister Turtelboom er goed aan om Frank Robben eens op de koffie te vragen.

Want in onze schminkkamer legt Robben mij haarfijn uit hoe hij dat varkentje zou wassen.

“Om te beginnen moet je als uitvoerende macht niet gaan dicteren hoe het moet gebeuren. Daar kunnen rechters niet mee om,” zo weet Robben, die zelf Rechten studeerde.

“Ten tweede staat Justitie bol van de procedures. Hoeveel rechtszaken gaan nog over inhoud? Procedurekwesties zijn schering en inslag. En dus hebben rechters niet graag dat documenten elektronisch circuleren, want dat kan het aantal procedureslagen vergroten.”

“En ten derde zit je in het gerecht met beschuldigden die zaken proberen te rekken tot ze verjaren,” besluit Robben. En het perkamenten-tijdperk is daarbij een formidabele hulp.

Robben vervolgt: “Als je die drie zaken wil tackelen, dan moet je in de eerste plaats luisteren naar de magistraten en vooral te weten komen wat hen ervan verhinderd om met informatica aan de slag te gaan. ” Het zal dan snel duidelijk worden dat je bijvoorbeeld het strafrecht, maar ook het procedurerecht moet herschrijven.

Nadien moet je aan de mensen uit Justitie vragen wat zij nodig hebben aan garanties om vertrouwen te hebben in het informaticasysteem. Bewijskracht regelen van elektronische documenten is perfect mogelijk, zo vervolgt Robben. “In de gezondheidszorg hebben we al zo’n wet.”

Mocht hij bij minister Turtelboom koffie drinken zou Robben ook zeggen je eenvoudig moet beginnen. “Begin met die dingen waar de betrokkenen het nut van inzien. En zo raak je zachtjes door de weerstand.”

Waarom het Feniks-project mislukte? Dat lag toch al bij voorbaat vast, meent Robben. Tientallen bladzijden wet met gedetailleerde beschrijvingen, terwijl je het juist heel eenvoudig moet houden. “Zodat de magistratuur het zelf kan invullen.”

Het is net die weg die Robben met eHealth heeft bewandeld. Het zijn de spelers in de gezondheidszorg zélf die bepalen hoe zo’n elektronisch patiëntendossier er moet uitzien, wie wat mag inkijken en hoe het beveiligd wordt.

Minister Turtelboom zal dus geduld moeten oefenen. Dit zal haar legislatuur alleszins overstijgen. En wellicht de volgende en die van daarna ook. Maar intussen zijn er ambtenaren zoals Robben, die al meer dan twintig jaar aan de weg timmeren en zorgen voor continuïteit.

Mevrouw Turtelboom, ik hoop dat u lekkere koffie schenkt.

Véronique Goossens

Frank Robben is te gast bij Z-Talk Goossens. Het interview is het hele weekend lang te zien op Kanaal Z.

Volg Véronique Goossens op Twitter

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content