Vrije Tribune

Chronische pijn na CO-vergiftiging: ‘Dagelijks zijn er zoveel hindernissen’

Vrije Tribune Hier geven we een forum aan organisaties, columnisten en gastbloggers

Het leven van Tracy Van Elverdinghe veranderde compleet toen ze vorig jaar een zware CO-vergiftiging opliep en moest leren omgaan met de chronische pijn die haar vandaag dagdagelijks teistert. ‘Ik moet de teleurstelling op het gezicht van mijn kinderen zien wanneer ik uitleg dat mama niet mee kan gaan wandelen of spelen.’

Mijn naam is Tracy Van Elverdinghe. Ik ben drieëndertig jaar oud, de mama van twee schatten van kinderen, en de vrouw van een zeer lieve man.

Ik groeide op aan het zeetje, De Panne. Een zorgeloze jeugd, ouders uit de duizend en een hechte familie, ik was steeds erg gelukkig. Mijn vader heeft heel zijn leven als visser gewerkt en vist ook nu tijdens zijn pensioen nog steeds. Mijn moeder is steeds thuis gebleven om ons alle nodige liefde en zorg te kunnen geven wanneer vaderlief soms wekenlang weg was op zee. Ik heb nooit anders gekend dan de nestwarmte waar ieder naar verlangt en kreeg thuis alle kansen. We waren een voorbeeldfamilie, mensen benijdden ons.

Chronische pijn na CO-vergiftiging: ‘Dagelijks zijn er zoveel hindernissen’

Net als mijn oudere zus studeerde ik op school kantoor-verkoop. We waren normale tieners, maakten soms ruzie, maar legden het steeds snel bij. We gingen uit met vrienden en leerden het leven kennen – de mooie en minder mooie kanten.

Mijn gezondheid heeft me nooit echt gespaard, ik was het ‘probleemkindje’ en bleef dat op een bepaalde manier ook toen ik ouder werd.

Soms had ik niet meer dan brute pech, zoals vorig jaar, de dag die mijn leven heeft veranderd.

1 juni 2016 was een gure en koude dag. Ik was alleen thuis met de kinderen en me van geen kwaad bewust toen we samen genoten van het avondeten.

Niet lang na het maal werd mijn jongste zoontje – toen drie jaar oud – plots heel chagrijnig en moe. Na een flinke huilbui van een kwartier viel hij in slaap op het tapijt. Dat dacht ik toch.

Enkele ogenblikken later voelde mijn oudste zoon – acht jaar oud – zich ook bijzonder slecht. Hij keek me verdwaasd aan. ‘Mama, wat is er mis met mij? Ik voel me zo raar, en ik kan niet goed meer stappen…’

Ook toen ik rechtstond, voelde ik mijn hoofd tollen en mijn oren fluiten. Het leek wel alsof ik elk moment het bewustzijn zou verliezen. Ik besefte dat er iets grondig mis was.

Ik was alert, greep m’n kinderen beet en ben al strompelend tot bij de bovenbuur geraakt. Later vernam ik dat mijn gezicht wijnrood was en ik enkel wartaal uitsloeg, alsof ik erg dronken was.

Onmiddellijk kwamen een ambulance, de brandweer en het MUG-team ter plaatse. Het bleek te gaan om een zware CO-vergiftiging, vernam ik later. Ook mijn jongste zoontje moet een kwartier bewusteloos geweest zijn, terwijl ik dacht dat hij gewoon sliep. Als ‘mama’ is dit slikken.

We werden met spoed naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis overgebracht. Ik ben zo dankbaar dat mijn twee zoontjes gezond zijn en aan die avond niks hebben overgehouden. Zelf had ik minder geluk.

De volgende dag werd ik wakker met hevige spierpijn in mijn hele rechterbeen. Na een lange en zware nacht in het ziekenhuis dacht ik dat het slechts om vermoeidheid ging. Het zou wel verdwijnen. Maar dat deed het niet, en nog geen week later deed ook mijn rechterarm pijn.

De eeg (een methode om elektrische potentiaalverschillen die in de hersenen zijn ontstaan, via de hoofdhuid te registreren, nvdr.) leverde niks op, maar een latere hersenscan toonde een afwijking ter hoogte van de frontaalkwab, het deel van de hersenen, dat onder andere verantwoordelijk is voor cognitieve en emotionele processen.

De afwijking kon dan wel het gevolg zijn van het zuurstoftekort dat ik de avond van de CO-vergiftiging had opgelopen, het verklaarde mijn klachten niet.

De dagen en weken gingen voorbij, en ik had ervoer nog steeds erg veel last. Sommige dagen voelde ik me zo moe en uitgeput. Ook de klachten namen toe, ondertussen deden ook mijn heup, lies en bovenbil enorm veel pijn.

Ik begon me af te vragen wat er aan de hand was. De CO-vergiftiging was zes maanden geleden en nog steeds leek beterschap voor mij niet in zicht. De dagdagelijkse dingen – koken, stofzuigen, wandelen met de kinderen – waren een heuse opgave geworden, net als trappen doen of bergop wandelen. Langer dan tien minuten rechtstaan was quasi onmogelijk geworden voor me.

Mijn job – ik was niet enkel moeder – kon ik niet langer uitoefenen. Mijn toestand bleef verergeren en ondertussen was ik al acht maanden arbeidsongeschikt. Noodgedwongen en na lang piekeren heb ik mijn werk moeten opzeggen. Mijn lichaam liet het niet langer toe. Ik besloot ander werk te zoeken. Ik zocht me suf naar deeltijdse betrekkingen en fysiek lichter werk. Ik heb geen indrukwekkend diploma dus de zoektocht liep niet van een leien dakje. Daar kwam nog eens bovenop dat werkgevers me vaak aankeken als was ik een misdadiger wanneer ik hen vertelde over mijn situatie.

Pijnmedicatie en begeleiding van een ervaren psychotherapeut moesten soelaas bieden. Maar meer dan een jaar later is mijn toestand nog steeds niet verbeterd.

Opnieuw doken er nieuwe klachten op, ik kreeg pijn in mijn linkerbeen, rechterschouder en nek. Ik was het zat. Na meer dan een jaar vol onbegrip, woede, en verdriet, wou ik weten wat er met mij aan de hand was. Dokters zouden me niet langer van het kastje naar de muur sturen.

Ik besloot om nog een allerlaatste keer bij een specialist te rade te gaan en eindelijk volgde er een doorbraak. De dokter vertelde me dat ik leed aan een chronische pijnstoornis, het gevolg van een traumatische ervaring.

Pijnmedicatie en begeleiding van een ervaren psychotherapeut moesten soelaas bieden. Maar meer dan een jaar later is mijn toestand nog steeds niet verbeterd. Integendeel, de hele rechterkant van mijn lichaam doet pijn, inclusief mijn gezicht. Ook heb ik intussen krampen in beide handen en voeten.

Dagelijks kom ik zoveel hindernissen tegen. Soms moet ik het eten al zittend klaarmaken. Ik moet de teleurstelling op het gezicht van mijn kinderen zien wanneer ik uitleg dat mama niet mee kan gaan wandelen of spelen.

Gelukkig krijg ik enorm veel steun van mijn man, ouders, familieleden en vrienden. Ik sta positief in het leven en probeer zoveel mogelijk te schrijven, het geeft me rust. Je kunt het noodlot niet omzeilen, maar wel anders naar je leven kijken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content