Véronique Goossens

‘Deze rechters zijn incompetent en onwaardig hun ambt nog uit te voeren’

Véronique Goossens Anker Kanaal Z

Er is nog hoop voor Justitie. Als slachtoffer is het namelijk mogelijk om persoonlijk ontvangen te worden in de privé-woning van de topcontroleur van de Belgische politie. Dat is wat Filip Meert te beurt viel.

U weet wel, Filip Meert, de man die tot vijf jaar effectief werd veroordeeld in het hof van beroep in Antwerpen omdat hij de organisator was van grootschalige BTW-fraude. Volslagen verbijstering bij Meert, want hij had er geen flauw idee van dat hij in een BTW-carrousel had meegedraaid, zo zegt hij intussen al meer dan tien jaar. Vier lange jaren zat hij in de gevangenis. Tussen de ergste criminelen à la Freddy Horion en in een afdeling vol met pedofielen, die likkebaardend naar kinderprogramma’s kijken.

Maar we wijken af.

Filip Meert heeft Stefaan De Clerck ervan kunnen overtuigen dat er in zijn rechtzaak een aantal merkwaardige zaken zijn gebeurd, waardoor de voormalige minister een herziening van zijn rechtszaak heeft mogelijk gemaakt. Een hoogst uitzonderlijke procedure.

Filip Meert is dus samen met zijn vader ontvangen in de privé-woning van André Vandoren, de voormalige grote baas van het Comité P, dat de politiediensten controleert.
“Het was maar één keer”, benadrukt Vandoren met klem als ik hem daarmee confronteer. Volgens Meert en zijn vader waren het een paar keer, maar goed, één keer is al genoeg om de wenkbrauwen te doen fronsen. Zou een politiespeurder hetzelfde doen kreeg hij van Vandorens voormalige dienst gegarandeerd een tuchtsanctie voorgesteld.

“Deze zaak is zo ernstig”, zegt Vandoren tegen Filip Meert en zijn vader, dat hij volgens de twee klagers persoonlijk op de hoogte wil gehouden worden van de zaak. Maar later zal blijken dat zijn Comité niets heeft gevonden.

Ik heb het dossier van het Comité P gelezen. Ik heb er een voorname zaak uit geleerd. Maak dat je nooit in aanraking komt met het gerecht.

Filip Meert zou in wezen veroordeeld zijn op basis van één verklaring van een “bedenkelijke” getuige. De politie-inspecteur Werner Smets heeft die verklaring onvoldoende gecheckt. “Omdat de onderzoeksrechter ons geen verdere opdrachten hieromtrent gegeven heeft,” verklaart Smets aan het Comité P. Ik viel van mijn stoel toen ik dat las (ik kan u verzekeren, ik ben er meerdere keren afgevallen, maar ik heb niet de tijd in deze blog om u volledige kennis van zake te verschaffen). Een speurder met beroepseer checkt zoiets, en het is ook niet ongebruikelijk dat een politieman aan zijn onderzoeksrechter vraagt om hem daar een opdracht toe te geven.

Ik contacteer André Vandoren, nu de grote baas van de dienst die terroristische aanslagen in ons land moet verijdelen. “U confronteert mij nu met die zaak, maar dat is allemaal zo lang geleden. Wij hebben toen het maximum gedaan. Het was een zeer moeilijk dossier,” zegt Vandoren aan de andere kant van de lijn. “Waarom was het zo’n moeilijk dossier,” vraag ik hem. “Het was gewoon een heel moeilijk dossier,” snauwt hij, “maar we hebben echt alles nagekeken, oké? ”

Ik confronteer hem ook met een pijnlijke vaststelling. In een brief van hem aan de advocaat-generaal van het hof van beroep in Antwerpen, Flor De Mond, meldt Vandoren dat het dossier omtrent de klacht van Filip Meert wordt afgesloten. Er zijn uit het onderzoek van het Comité P namelijk geen concrete elementen naar voor gekomen waaruit blijkt dat de politie-ambtenaren fouten hebben gemaakt.
En verder: “Er kon ook niet worden aangetoond dat er informanten actief zijn geweest in het dossier van de BTW-carrousel lastens de gebroeders Driessens (de medebeklaagden in het proces van Filip Meert).

Dat laatste, dat was een exacte copy-paste uit de verklaring van diezelfde Flor De Mond, die enkele dagen eerder aan het Comité P sugereert hoe ze hun conclusies moeten opmaken in dit dossier.
Als ik André Vandoren vraag of dit een normale gang van zaken is, voert hij aan dat hij zich niet kan verdedigen op een moment dat hij door mij koud gepakt wordt.
“Bent u zeker dat mijn handtekening onder die brief staat? ”
“Uw naam staat er alleszins onder,” voer ik aan, ” en de handtekening lijkt wel die van u te zijn.”
Ons gesprek is ten einde.

Een kwartier later belt hij mij terug. “Ik herinner mij die zaak toch wel. Wij hebben in dit onderzoek het onderste uit de kan gehaald, de controle is zo diepgaand mogelijk geweest,” zo probeert hij mij te overtuigen. “U ontkent dat hier een doofpotaffaire aan de gang was?” vraag ik hem. “Als er één plaats was waar er géén doofpotaffaire is geweest, dan was dat wel bij het Comité P,” benadrukt hij. “Waarmee ik niet wil zeggen dat er elders wél van een doofpot sprake is,” voegt hij er snel aan toe.

Ik weet het zo nog niet…

Laat mij citeren uit het boek “De Bloedkamer” van onderzoeksjournalist Wim Van Den Eynde. Hij tekende een jaar geleden het verhaal van Filip Meert op. Ik kreeg er persoonlijk het koude zweet van als journalist. Het boek begint zo:

“IK BESCHULDIG DE EDELACHTBARE MAGISTRATEN?MARLEEN VYNCKE, EVA LELIARD EN VEERLE LENDERS?VAN GROVE NALATIGHEDEN, MANIPULATIE EN BEROEPSFOUTEN, IK BEN VAN MENING DAT ZE INCOMPETENT ZIJN,?EN ONWAARDIG HUN AMBT NOG VERDER UIT TE OEFENEN. Wim Van den Eynde”

Drie vrouwen die in het leven van Filip Meert een cruciale rol hebben gespeeld. De onderzoeksrechter, die Filip nooit gezien heeft, de rechter in eerste aanleg die Filip schuldig verklaart op basis van één “bedenkelijke” getuigenis. En de beroepsrechter, waarvan we ons kunnen afvragen of zij haar hoofd wel bij de zaak hield.

Een bekend strafpleiter zei na het lezen van het boek, net voor het zou verschijnen, het gaat straks klachten voor laster en eerroof REGENEN.

Welnu… Geen enkele van de politiespeurders of rechters heeft zijn/haar mond opengedaan. Kop in kas zullen ze daar in Antwerpen gedacht hebben. Liever 2.000 mensen die dit boek lezen, dan honderdduizenden die over de klacht vernemen via de krant. Wim Van den Eynde vertelde me dat het onwaarschijnlijk eenvoudig was om de fouten in het gerechtelijk dossier te vinden. Het was gewoon een kwestie van alle PV’s en gerechtelijke verslagen te lezen.

Mijn dochter van zes mag morgen beginnen aan een tweede lezing…

De persoon die volgens Van den Eynde het meest uitblonk in incompetentie is Veerle Lenders, destijds voorzitter van de tiende kamer van het Hof van Beroep in Antwerpen. De bloedkamer, de kamer waar je bevend binnenkwam omdat je bijna zeker was dat je in de doos werd gedraaid. In een hof van beroep zetelen toch nog twee andere rechters, zult u als lezer opwerpen. Inderdaad, maar in het wereldje worden deze bijzitters meer dan eens de ‘bloempotten’ genoemd.

Lenders is erin geslaagd om haar arrest te baseren op pure verzinsels, stelt Van den Eynde. Zo haalt ze verklaringen van getuigen aan, die nooit of te nimmer hebben plaatsgevonden.

Geen wonder dat voormalig minister De Clerck de mogelijkheid tot herziening van het proces heeft geopend.
Maar of dat de zaak voor Filip Meert oplost is lang niet zeker.
Een volgende anecdote kan dat verduidelijken: Filip Meert vertelde me in de schminkkamer dat hij Fred Erdman gecontacteerd heeft. Met de vraag hem eventueel als advocaat te verdedigen in de herzieningszaak. Erdman, de voormale voorman van de socialisten, stelde dat hij op het hof van beroep in Antwerpen “even de temperatuur ging opmeten”. Vrij vertaald: hij ging na “of de wind gunstig stond voor Meert.”
Dat zijn zo van die dingen die mijn rechtvaardigheidsgevoel aantasten.

Erdman meent ook te weten dat de herziening van Meerts’ proces voorkomt op 2 maart. Gisteren, vrijdag, checkt Filip Meert dat bij de griffie in Antwerpen. Daar weten ze van toeten noch blazen.
“Mijnheer Erdman, goede avond, mag ik vragen hoe u weet dat het herzieningsproces van Filip Meert zal plaatsvinden op 2 maart?”
“Dat is iets wat de ronde doet, ja…”
“Die datum is verspreid door Filip Meert, omdat hij die van u heeft”, zeg ik. “Is het inderdaad mogelijk dat u die datum kent, zonder dat dit geweten is op de griffie? ”
“Dat is inderdaad mogelijk,” antwoordt Erdman.
“Hoe weet u dat dan?” vraag ik hem?
“Daar kan ik niets over zeggen,” zo besluit hij.

Ik vraag mij af of minister van justitie Turtelboom in haar slaapkamer niet af en toe nachtmerries krijgt van dat vermolmde krot van haar voorgangers, dat ze nu moet ombouwen.

Filip Meert is te gast bij Z-Talk Goossens, dit weekend op Kanaal Z. ‘De bloedkamer’ van Wim Van den Eynde is uitgegeven bij Van Halewyck.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content