Roald Dahls Sjakie, Willy Wonka en de chocoladefabriek zijn 50

Roald Dahl (1916-1990). © Stichting Lezen

Het halve eeuwfeest van Roald Dahls eigenzinnige kinderboek ‘Charlie and the Chocolate Factory’ gaat gepaard met de publicatie van een eerder onuitgegeven hoofdstuk en het boek ‘Inside Charlie’s Chocolate Factory’ van Lucy Mangan, over Dahls moeizame schrijfproces.

‘Charlie and the Chocolate Factory’, of ‘Sjakie en de chocoladefabriek’ zoals de meeste Nederlanders en Vlamingen het kennen, werd voor het eerst uitgegeven in september 1964. Het boek was meteen een hit, maar daardoor wordt vergeten dat Dahl er naar zijn doen heel lang over heeft gedaan om het te schrijven en hij verschillende versies op papier moest zetten voor een uitgever met hem in zee wou gaan.

Geteisterd gezin

Nochtans had Dahl als schrijver al een redelijke reputatie. Hij was in de VS een gevestigd schrijver van verrassende, donkere kortverhalen voor volwassenen en hij had ook al twee kinderboeken op zijn naam staan. Bovendien moest hij op het ogenblik dat hij aan ‘Charlie’ aan het schrijven was een paar gezinstragedies trotseren.

In 1960 werd de kinderwagen van zijn vier maanden oude zoontje Theo door een New Yorkse taxi aangereden, waarna het kind hydrocefalie (een waterhoofd) ontwikkelde. Dahl schorste zijn schrijfactiviteiten om samen met neurochirurg Kenneth Till en ingenieur Stanley Wade een middel te ontwikkelen om het vocht snel te draineren, de zogenaamde Wade-Dahl-Till-klep. De kleine Theo herstelde voor de klep af was, maar het ding werd wel een standaardinstrument om hydrocefalie te behandelen.

Toen Dahl twee jaar na het ongeluk weer aan schrijven toekwam, sloeg het noodlot opnieuw toe en deze keer zonder goede afloop. Dochter Olivia overleed aan de gevolgen van een mazeleninfectie. Dahls vrouw Patricia Neal beschreef in haar autobiografie ‘As I Am’ hoe Dahl bijna ten onder ging aan de dood van zijn dochter. Dahl hield uiteindelijk het hoofd boven water en slaagde erin om na nog eens verschillende versies ‘Sjakie en de chocoladefabriek’ uiteindelijk af te krijgen.

Gesmaakt non-conformisme

Het boek was in de eerste week meteen goed voor zo’n 10.000 verkochte exemplaren. De lezertjes waren dolenthousiast, maar in de pers viel een meer diffuus geluid te horen en veel ouders voelden zich bedreigd door de ietwat anarchistische en non-conformistische ideeën die Dahl vooral bij monde van Willy Wonka in zijn verhaal verwerkte.

“De geldende visie onder pedagogen toen was dat kinderen aan niets moeten blootgesteld worden dat in hun leefwereld niet meteen voorkomt of wat hen zou kunnen choqueren – ze zouden er wel eens door kunnen stoppen met lezen,” vertelt Lucy Mangan in ‘Inside Charlie’s Chocolate Factory’. “Daarom bestonden er van die officiële woordenlijsten per leeftijdsgroep waar een jeugdauteur zich best aan hield.”

Grenzeloze fantasie en rijke taal

Niet bepaald Roald Dahls cup of tea. Maar het resultaat van zijn non-conformisme was wel dat er voor de publicatie in 1964 wel wat verhaalstof en hier en daar ook een hoofdstuk sneuvelde. In 2005 werd al eens een hoofdstuk opnieuw toegevoegd aan het verhaal. En deze maand wordt er 50 jaar na datum met ‘Fudge Mountain’ nog eentje alsnog uitgegeven.

Zonder dat het veel stof zal doen opwaaien. Ondertussen is de opvatting van wat kinder- en jeugdliteratuur moet en mag zijn immers grondig veranderd. Er mag al eens een taboeonderwerp worden aangekaart of heerlijk absurd uit de bol gegaan worden. ‘Sjakie en de chocoladefabriek’ zal jonge geesten dus niet meer corrumperen. Maar ze vermaken met grenzeloze fantasie en rijke taal kan het boek nog steeds als het beste.

Jeroen Bert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content