Vrije Tribune

Betonneer de Vlaamse aanwezigheid in de Brusselse scholen (Julien Borremans)

Vrije Tribune Hier geven we een forum aan organisaties, columnisten en gastbloggers

Het Brussels onderwijs vraagt al jaren naar een forse capaciteitsuitbreiding.

Meer en meer allochtonen vinden de weg naar het Nederlandstalig onderwijs, waardoor er geen plaats meer is voor Vlaamse ouders. Integratiebevorderend is dit niet. Allochtone jongeren hebben doorgaans een grote taalachterstand en bijgevolg een grote leerachterstand. Daar de Nederlandstalige kinderen steeds minder terecht kunnen in het Brussels onderwijs valt dan ook de sociologische druk weg om zich aan te passen aan de dominante taal, nl. het Nederlands.

Tijdens de les is het al een hele opgave om de leerlingen te motiveren om Nederlands te praten. Tussen de lessen schakelen allochtone leerlingen over naar alle mogelijk talen, waaronder vooral het Frans en het Arabisch. Deze generatie lijkt dus verloren? Als we niet opletten en dringend investeren in de huidige generatie, zal de volgende lichting ook voor de bijl gaan.

De aanwas van nieuwe leerlingen in Brussel is vooral te danken aan de allochtone demografische druk en de recente regularisatiegolf. Bij heel wat anderstaligen groeit het besef dat het Vlaams onderwijs kwalitatief beter is en dat de kennis van het Nederlands voor een flinke verhoging van de kans op tewerkstelling zorgt. Terecht. Maar de grote instroom van anderstalige leerlingen kampt uiteraard met een grote achterstand.

In de school waar ik les geef, zijn er 95% allochtonen. Tien jaar geleden was dat amper 10%. De schoolse achterstand van deze jongeren is enorm. Ik geef les in de tweede en derde graad ASO. De gemiddelde schoolse achterstand bedraagt 2 jaar. Ook op het vlak van de talenkennis is de achterstand eveneens enorm. Deze jongeren spreken geen enkele taal naar behoren. Thuis spreken ze een andere taal dan op straat – meestal Frans – en op school – Nederlands. Het taalverwervingniveau van een achttienjarige allochtoon in het BSO – 80% van de allochtonen zit in het BSO – staat ongeveer gelijk met die van een twaalfjarige in Vlaanderen.

We spreken dan nog enkel over het spreken van het Nederlands en niet over het schrijven ervan. Tel daarbij de achtergrondcriteria – zwakke sociaaleconomische situatie, anderstalige ouders… – en het plaatje is compleet.

Maar er is niet alleen een ernstige taalbarrière. Doorgaans begrijpen de ouders niet ten volle hoe een school in elkaar zit en zien door het bos de bomen niet. De schoolcultuur staat haaks op de meestal ongeletterde thuiscultuur. Ze weten amper hoe een schoolagenda in elkaar zit, laat staan dat ze te volle begrijpen wat erin staat. Essentiële informatie gaat aan hen voorbij. Dat maakt het bijzonder moeilijk om snel en vlot te functioneren in de prestatieomgeving van het onderwijs.

Door de felle instroom van anderstaligen wordt het draagvlak van heel wat scholen overschreden. Om kwaliteitsvol onderwijs te kunnen bieden, moet er – volgens Pascal Smet – een minimum aantal Nederlandstalige leerlingen aanwezig zijn, minstens 1/3. Een gedeelte van de scholen haalt die norm absoluut niet, waardoor een groot deel van de leerlingen met een ernstige taalachterstand en educatieve kansarmoede worstelt. De gevolgen zijn voorspelbaar: het niveau van de school daalt en leerlingen raken sterk achterop. Door de ongebreidelde instroom van allochtonen en door zwakke aanwezigheid van Nederlandstalige jongeren, wordt deze tendens nog versterkt.

Ik ben zowel in het Vlaams als het Waals onderwijs actief geweest. Momenteel werk in een Brusselse school. Het valt met op dat een goede, doordachte visie op (taal)onderwijs ontbreekt. Dit heeft vooral te maken dat de complexe maatschappelijke context waarin scholen actief zijn. De aanpak van deze problemen overstijgt hun mogelijkheden. Scholen worstelen met grote maatschappelijke problemen waar onze politici geen antwoord op hebben. Gezien de groeiende internationalisering is taalverwerving en scholing belangrijk. Jongeren worden steeds minder goed voorbereid om in deze internationale context van Brussel vlot mee te draaien. Het Brussels onderwijs ondergaat de evoluties en is niet bij machte om een goed doordachte beleidsmatige aanpak naar voor te schuiven. Een betonnering van de Vlaamse aanwezigheid in het Brussels Nederlandstalig onderwijs zou daar een hoeksteen van kunnen zijn.

Julien Borremans Is actief in het Brussels onderwijs

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content