Louis Ide (N-VA)

‘Willen moslims in dialoog gaan, dan moeten ze loskomen van de letterlijke woorden van de Koran’

Louis Ide (N-VA) Algemeen Secretaris van N-VA en arts.

Louis Ide (N-VA) staat vandaag stil bij de Avicenna. Deze filosoof en arts leefde tijdens de islamitische middeleeuwen, een periode van bloei met veel ruimte voor wetenschap, cultuur en de geneugten des levens.

Komt u soms in Kortrijk? Bij gelegenheid moet u eens het standbeeld van Avicenna gaan bekijken, een gift van Tasjkent aan de stad Kortrijk. Avicenna was een moslim, een filosoof maar vooral -wat mij betreft- een arts. Hij wordt beschouwd als de vader van de klinische proef en wellicht bij uitbreiding de evidence-based medicine. Hij leefde tijdens islamitische middeleeuwen, een periode van bloei met veel ruimte voor wetenschap, cultuur en de geneugtes des leven.

In mijn vorige column voor knack.be schreef ik: “De ummah (ummat al-Islamiyah) of de moslimgemeenschap moest de Arabische stammengemeenschappen vervangen door een universele orde, zo universeel dat ze geen enkele macht naast zich duldt. De ummah staat boven alles. De ummah is moreel, cultureel en historisch superieur. De ummah is strikt en scheidt gelovigen van ongelovigen. De ummah is een gegeven dat m.i. te weinig gekend is maar bijzonder veel uitlegt voor wie begrijpen wat er gaande is.”

‘Willen moslims in dialoog gaan, dan moeten ze loskomen van de letterlijke woorden van de Koran’

Een lezer van slechte wil zou kunnen veronderstellen dat ik alle moslims op een hoop gooi. Quod non. Er is een onderscheid tussen de islam en de moslims. Ze kunnen niet één geheel zijn want anders zou de islam -vanuit het standpunt van de islam- niet meer goddelijk perfect zijn, aangezien moslims ook maar mensen zijn. Toch is er een dogma binnen de islam dat het de moslims bijzonder lastig maakt een kritisch, wetenschappelijk denken te ontwikkelen. Niet zo voor Aviccenna indertijd.

De meeste moslims geloven dat de Koran het letterlijke woord van God is, door de engel Gabriël -ja die van de Bijbel- rechtstreeks aan Mohammed geopenbaard. De tekst van de Koran is de exacte neerslag van die openbaring. De Koran is het letterlijke woord van Allah. De vraag is dan niet allereerst: ‘hoe interpreteer je die?’ maar ‘accepteer je die?,’Koran’ betekent niet toevallig ‘herhaling’.

Willen moslims in dialoog gaan, dan zullen ze toch moeten loskomen van de letterlijke woorden van de Koran, want anders leidt dit onherroepelijk tot conflict. Bij uitbreiding zullen ze moeten loskomen van de ummah, in de mate dat die geen ruimte voor interpretatie laat. Tegelijkertijd, wie joods, christelijk of vrijzinnig is, geworteld in de Grieks-Romeinse cultuur en de verlichting heeft ondergaan, zal ook zijn identiteit moeten definiëren, wil hij in dialoog kunnen gaan. Dat de professoren Pollefeyt en Boeve inzien (Tertio 7/9/2016) dat eerst de identiteit van de katholieke scholen bepaald moet worden alvorens men in dialoog kan gaan is alvast een goed teken. De tijden veranderen. We zullen moeten strijden voor onze normen en waarden, maar dan moeten we allereerst zélf weten waar die voor staan.

Rationaliteit

Moslims beschikken vandaag in Europa over een vrijheid die Descartes en Spinoza in de 17e eeuw hadden: de vrijheid om hun heilige boeken te interpreteren zonder vervolgd te worden. Het maakte de modernisering van het christendom en het jodendom mogelijk, wat uitmondde in de verlichting, die de religie onderhevig maakte aan de rationaliteit. Die rationaliteit is niet nieuw, Avicenna gebruikte ze en ze was deel van zijn succes. Vandaag drijft die rationaliteit de moderne wetenschap aan, die het westen een ongekende welvaart gegeven heeft.

Met de Ummah is het echter anders gesteld. Eén op twee Arabische vrouwen kan vandaag niet lezen of schrijven. Miljoenen kinderen in islamitische landen krijgen niet eens basisonderwijs. Rankings van topuniversiteiten bevatten quasi nooit een Arabisch instituut. Er worden elk jaar meer boeken alleen al in het Spaans vertaald dan dat er in de voorbije duizend jaar in het Arabisch werden vertaald…

Gouden eeuw

Het is echter niet altijd zo geweest. De Umayyaden uit de 7e en 8e eeuw hielden erg van de culturen die ze hadden overwonnen, en namen veel van de christelijke figuurlijke kunst op in hun paleizen. Ze omringden zich ook met christelijke en joodse artsen, schrijvers en geleerden. De medische wetenschap stond hoog aangeschreven en artsen mochten er niet zonder toelating werken. In de zogenaamde gouden eeuw van de islam – waar soms wel eens met de romantiek en de melancholie van duizend-en-één nacht naar teruggekeken wordt – bloeide de medische wetenschap nog meer.

‘Slagen moslims er in zich te onttrekken aan de verstikkende situatie van het fundamentalisme of blijft de islam steken in de eeuwige herhaling?’

In deze context leefde Avicenna en kwam zijn canon van de geneeskunde -wat een absoluut meesterwerk was- tot stand. Het beïnvloedde de geneeskunde in Europa gedurende eeuwen. In die echte gouden eeuw was vrouwelijk schoon niet iets wat bedekt moest worden en vloeide de wijn rijkelijk. De Shiraz-druif werd overigens meegebracht door de kruisvaarders uit Shiraz (Perzië). Deze periode kwam definitief tot een einde toen de Mongoolse bekeerlingen kwamen en – met de ijver van de bekeerling – een terugkeer naar de oorsprong bepleitten. Het vervolg is bekend.

De islam was ooit het centrum van de beschaafde wereld, toen Europa dreigde weg te zakken in barbarij. Vandaag is het net omgekeerd. De vraag is dan ook hoe de ummah zich zal bewegen. Slagen moslims er in zich te onttrekken aan de verstikkende situatie van het fundamentalisme of blijft de islam steken in de eeuwige herhaling? Waar blijven de hedendaagse Avicenna’s?

Partner Content