Verplichte eindtoets basisonderwijs en elke leerling pakket basiskennis in secundair onderwijs

Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) © BELGA

Alle scholen zullen in de toekomst een toets moeten afnemen van hun leerlingen in het zesde leerjaar. Daarnaast zal elke leerling in de eerste graad van het secundair onderwijs een basiskennis moeten hebben van wiskunde, Nederlands en digitale en financiële geletterdheid.

De grote lijnen van onderwijshervorming zijn al bekend, met gerichte ingrepen gaande van de kleuterklas tot de veelbesproken matrix met studierichtingen in de tweede en derde graad van het secundair onderwijs. Een van de nieuwigheden in het lager onderwijs is dat elke leerling getoetst zal worden op het einde van dat basisonderwijs. Dat stond al wel ingeschreven in het masterplan, maar wordt nu concreter.

Verplichte eindtoets

Nu al organiseren veel scholen netgebonden toetsen (bv. interdiocesane proeven of OVSG-toetsten), maar bedoeling is dat in de toekomst elke school zo’n toets zal afnemen. Een uniforme toets voor alle scholen is niet het plan. De scholen mogen zelf kiezen, maar worden wel verplicht de toets te organiseren. De toets zelf moet helpen om te zien of leerlingen de verwachte eindtermen halen.

Het mag echter niet enkel van de toets alleen afhangen of een leerlingen slaagt of niet, al zal het wel meespelen in de beoordeling van de klassenraad. Onderliggende bedoeling van de verplichte toets is om het uitreiken van getuigschriften basisonderwijs meer gelijk te maken over scholen heen. Over de eerste graad van het secundair onderwijs is ook al veel gezegd en geschreven.

Een nieuwigheid daar is dat er naast de eindtermen – die gehaald moeten worden door het grootste deel van de leerlingen – wel een pakket basiskennis van elke leerling afzonderlijk zal gevraagd worden. Zo zal elke leerling een ‘basisgeletterdheid’ moeten hebben op het vlak van Nederlands, wiskunde en digitale en financiële kennis

‘Het moet echt basic zijn’

Minister van Onderwijs Hilde Crevits benadrukt dat het gaat om een “basisniveau”. “Het moet echt basic zijn, maar het is wel de bedoeling dat iedereen over die lat komt.” Waar die lat precies zal liggen en wat er precies van elke leerling zal verwacht worden op die domeinen, wordt nog verder besproken met de onderwijsverstrekkers.

Het is niet de bedoeling dat scholen hun aanpak en onderwijsmethode fors bijsturen, specifiek om hun leerlingen die basisgeletterdheid bij te brengen. Dat soort ’teaching to the test’ wil minister Crevits absoluut vermijden. “Het wordt ook geen centraal basisgeletterdheidsexamen”, benadrukt ze.

In de zoektocht naar een akkoord over de onderwijshervorming ging de meeste tijd de afgelopen maanden naar het vastleggen van de veelbesproken matrix, zeg maar de nieuwe organisatie van de studierichtingen in de tweede en derde graad van het secundair onderwijs. Het resultaat moet een transparanter en rationeler aanbod geven, met studierichtingen die leerlingen ofwel duidelijk voorbereiden op het hoger onderwijs of op de arbeidsmarkt (respectievelijk doorstroom- en arbeidsmarktgerichte richtingen) of richtingen die de deur voor beide opties open laten (richtingen met dubbele finaliteit).

Beperking van het aantal studiegebieden

Er is ook gesnoeid in het aantal studiegebieden. Van 30 gaat het naar 8 studiegebieden. Concreet gaat het om ‘STEM’ (Science, Technology, Engineering, Mathematics), ‘Economie en organisatie’, ‘Kunst en creatie’, ‘Bouwen en wonen’, ‘Zorg en welzijn’, ‘Land en tuinbouw’, ‘Voeding en horeca’ en ‘Sport’.

Voor elk domein zijn er eerder abstracte richtingen die mikken op doorstuderen in het hoger onderwijs tot puur praktische richtingen die mikken op de arbeidsmarkt. Sommige richtingen zijn geschrapt omdat ze niet meer relevant zijn (bv. boekbinderij) of omdat ze niet doen wat ze zouden moeten doen (bv. handel). Over andere richtingen is er discussie of ze wel op hun plaats staan. Zo is het bijvoorbeeld de vraag of de richting bakkerij en slagerij ook voldoende aansluiting kan bieden voor het hoger onderwijs (en dus thuishoort in de richtingen met dubbele finaliteit).

‘Snoeien we genoeg of snoeien we te veel?’

Minister van Onderwijs Hilde Crevits benadrukt dat het gaat om “een eerste worp”. “Het is de basis voor verdere discussie met het hele onderwijsveld”, legt de CD&V-politica uit. Nog deze maand komen er bijvoorbeeld rondetafels over de matrix met alle ‘stakeholders’, zoals dat met een lelijk woord heet, en het plan is om in september alle reacties te verzamelen en dan de matrix af te werken. Ook het parlement krijgt nog zijn zeg, klinkt het.

Crevits erkent dat de matrix nog niet perfect is. “We vragen onszelf bijvoorbeeld nog af: ‘snoeien we wel genoeg of snoeien we te veel?'” Ander mogelijk discussiepunt: waarom geen apart domein talen? “Wij zijn ervan overtuigd dat dat niet zinvol is. Talen zitten overal. Maar als uit de discussie blijkt dat er een brede vraag is om dat bij te sturen, zullen we dat bekijken”, aldus Crevits. De concrete start van het nieuwe studieaanbod is voorzien voor september 2018.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content