Verhuis M HKA: betekent een nieuw museum ook een nieuw beleid?

Het gebouw van het Hof van Beroep wordt het nieuwe onderkomen van het M HKA © Belga
Ludo Bekkers
Ludo Bekkers Kunst- en fotografierecensent

Het Museum voor Hedendaagse Kunst Antwerpen M HKA zal over enkele jaren een nieuw onderkomen vinden. Een nieuw museum zou ook tot een selectiever aankoopbeleid moeten leiden en een tentoonstellingsprogramma dat niet inspeelt op het allernieuwste maar op het meest betekenisvolle, schrijft Ludo Bekkers.

Het is dan eindelijk zo ver, het Museum voor Hedendaagse Kunst Antwerpen M HKA zal over enkele jaren een nieuw onderkomen vinden. Al in de jaren vijftig legde de toenmalige burgemeester Lode Craeybeckx de eerste steen voor een soortgelijk museum in de buurt van het Middelheim openluchtmuseum. Het was een slapend project van Le Corbusier (le musée sans fin) dat het stadsbestuur voor ogen stond. Het is bij die eerste steen gebleven. Maar de opeenvolgende ministers voor Cultuur bleven met het idee spelen want een Museum voor Hedendaagse Kunst ontbrak in het museumpanorama. Onder het beleid van ministers Karel Poma en Patrick De Waele kwam er schot in de zaak. Hun medewerkers hadden een afgedankt graanpakhuis aan de Vlaamse Kaai in Antwerpen ontdekt en, nadat het gebouw aangekocht was in 1987, werd er snel een architect (Michel Grandsard) gevonden om het pand om te vormen tot een bruikbaar museum dat in 1997 werd uitgebreid met nog eens 4.000 vierkante meter. Zo ziet het museum er vandaag uit met een inwendige restyling door de ontwerper Axel Vervoordt.

De M HKA-collectie is ontstaan uit kunstwerken die de tweede directeur van het Internationaal Cultureel Centrum (ICC) in Antwerpen, Flor Bex, vergaard had bij internationale kunstenaars om een Gordon Matta-Clark stichting op te richten.

Matta Clark was een Amerikaans kunstenaar die in een later stadium van zijn oeuvre gebouwen deconstrueerde. Bex haalde hem naar Antwerpen waar hij een tot afbraak gedoemd gebouw aan de Scheldekaaien systematisch van buiten naar binnen openwerkte. Het is een haast iconisch op foto en film vastgelegd moment uit Clarks’ artistieke carrière. Zowat honderd kunstenaars gingen in op Bexs’ voorstel die ondertussen de werken thuis stockeerde.

De deal die toenmalig minister voor Cultuur, Rika De Backer, met Bex sloot was dat hij ditrecteur van het M HKA kon worden wanneer hij de verzamelde kunstwerken zou schenken aan het museum. Zo geschiedde en Bex werd de eerste M HKA-directeur. Door zijn vele connecties wist hij de aanvankelijk kleine collectie substantieel te doen groeien vooral met werken van Belgische kunstenaars. In 2002 werd hij opgevolgd door Bart De Baere, een erudiet en ondernemend kunsthistoricus. Die breidde de verzameling uit met vele werken van actuele binnen- en buitenlandse kunstenaars. In zoverre dat het museum te klein werd om alle verwervingen te kunnen tonen.

Natte droom

Het is de natte droom van ieder museumconservator, en zeker die van actuele kunst, om een gepast gebouw te realiseren om alle artefacten die hij en zijn voorgangers verworven hebben optimaal te kunnen tonen. Velen kijken zich blind op zogenaamde modellen als in Bilbao, diverse plaatsen in Frankrijk, Duitsland, de Verenigde Staten of recent in Dubai en enkele andere Arabische Staten. Maar het blijkt nu dat deze musea met een exhibitionistische architectuur het meer van de gebouwen dan van de verzamelingen moeten hebben. Toeristen fotograferen zich gek op de architecturale hoogstandjes maar vraag hen niet wat zij in het museum zelf gezien hebben.

Toeristen fotograferen zich gek op de architecturale hoogstandjes maar vraag hen niet wat zij in het museum zelf gezien hebben.

In Antwerpen heeft men dus gekozen voor een locatie, op een steenworp van het huidige museum. Er waren nog drie andere opties maar het was logisch om te kiezen voor een plaats die in de onmiddellijke buurt lag van het KMSKA en het Fotomuseum. Het uitgeleefde en architecturaal nietszeggende Hof van Beroep dat nu verkozen werd grenst enerzijds aan het nieuw aan te leggen gebied van de Zuiderdokken en anderzijds aan de herdachte kaaien die een recreatief profiel zullen krijgen. Het nieuwe M HKA zal dus een brug vormen tussen de stroom en het artistieke hinterland. Het vrijgekomen terrein biedt de mogelijkheid om een vloerruimte te realiseren van 20.000 m2 en een inhoud van niet minder dan 142.000 m3. Hoe dat zal uitgewerkt worden is de opgave voor een nog aan te stellen prijswinnaar van een achitectuurwedstrijd.

Bart De Baere is zijn Gentse confrater Philippe Van Cauteren (SMAK) dus een stap voor want beiden pleitten al langer voor een nieuw museum dat hun collecties zou opwaarderen. En daar schuilt een probleem. Verzamelen is een van de essentiële functies van ieder museum. Het stelt zich minder scherp voor oude dan voor actuele kunst omdat in dat laatste geval het werk van nog actieve kunstenaars (die in aantal toenemen) niet slechts evolueert maar ook vaak groter wordt en de derde dimensie gebruikt, wat meer ruimte impliceert.

Soms gaat de evolutie van jonge kunstenaars zo snel dat enkele jaren volstaan om een ander perspectief, werkmethode en betekenis te zien ontstaan. Het valt dan moeilijk om een keuze te maken die diverse periodes omspant. En zo ontstaat er een groeiend aantal werken die in depot gaan rusten om later de geschiedenis van een kunstenaarsleven publiek te maken in een contextueel kader. Met andere woorden, een museum voor actuele kunst zal het creatief tempo van kunstenaars in the end nooit kunnen volgen. Het depot zal altijd te klein zijn, de tentoonstellingszalen te vol. Een nieuw museum zou dus ook tot een selectiever aankoopbeleid moeten leiden en een tentoonstellingsprogramma dat niet inspeelt op het allernieuwste maar op het meest betekenisvolle. Dat zijn de consequenties van een nieuwbouw. En daar kan de volgende jaren over nagedacht worden. Benieuwd hoe het nieuwe M HKA daar zal mee omgaan.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content