Stiptheid treinen blijft stabiel op 89,4 procent

(Belga) De stiptheid van de treinen op de Belgische spoorwegen is tijdens het derde kwartaal van 2011 zo goed als stabiel gebleven in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar. Tussen juli en september werd een algemeen stiptheidscijfer van 89,4 procent vastgesteld, zo blijkt uit de cijfers van spoorinfrastructuurbeheerder Infrabel.

Dat cijfer is vergelijkbaar met het derde kwartaal van 2010, toen de stiptheid op 89,5 procent lag. Wanneer de 5.048 afgeschafte treinen worden meegerekend, daalt het stiptheidscijfer wel naar 88,1 procent (tegenover 88,4 procent in 2010). Daarmee lag de stiptheid de afgelopen drie maanden wel hoger dan tijdens de vorige kwartalen. In het eerste kwartaal van 2011 reed immers slechts 87,1 procent van de treinen met een vertraging van minder dan zes minuten, in het tweede kwartaal was dat 86,9 procent. Volgens de cijfers van Infrabel lopen de treinen vooral vertraging op tijdens de avondspits, wanneer de stiptheid naar 85,7 procent daalt. Tijdens de ochtendspits rijdt dan weer 90 procent van de treinen op tijd. En ook tijdens de weekends (90 procent) en de daluren (90,8 procent) ligt het stiptheidscijfer hoger. De belangrijkste oorzaak van de vertragingen is averij aan het rollend materieel (23,5 procent), een verantwoordelijkheid van de NMBS, verduidelijkt Infrabel. Storingen van de seininrichting (13,3 procent) en incidenten op buitenlandse netten (11 procent) zijn de andere grote boosdoeners. (KAV)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content