‘Ik hou niet van het woord tolerantie’

SAM TOUZANI: 'Bij moslims is de verdraagzaam-heid afgenomen. Het is vandaag nog veel lastiger dan tien jaar geleden om kritiek te hebben op de islam.' © foto's DIETER TELEMAN

‘Ex-burgemeester Philippe Moureaux heeft mij tien jaar een speelverbod op-gelegd’, zegt theatermaker Sam Touzani. Zijn voorstelling Les Enfants de Dom Juan, waarin hij de moslimgemeenschap een spiegel voorhoudt, werd in Molenbeek geboycot. Maar zijn monoloog kunt u nog bekijken tot begin februari.

Les enfants de Dom Juan was mijn antwoord op de aanslagen in Brussel’, vertelt Sam Touzani in zijn loge in het Théâtre Le Public in Sint-Joost-ten-Node. Touzani, spraakwaterval, hartelijk, en recht door zee, schreef mee de tekst en speelt de voorstelling samen met de bevriende acteur Ben Hamidou. ‘Ik laat Ben dingen zeggen die moslimmannen met een Arabische culturele achtergrond normaal gesproken nooit zeggen. Over falend vaderlijk gezag, bijvoorbeeld, en over de verantwoordelijkheid van die mislukte vaders voor het ontsporen van hun zonen. Het is een prachtige voorstelling.’

Dat zagen ze in Molenbeek toch anders. De affiches van de voorstelling werden afgerukt. Van de tien geplande speeldata moesten er twee worden afgelast wegens geen belangstelling, twee andere avonden was de zaal van het Huis voor Culturen maar voor een derde gevuld. Ongezien. Zeker omdat de voorstelling in Molenbeek was gemaakt, met een glansrol voor de lokale artistieke held Ben Hamidou.

Waarom roept Sam Touzani, een zoon van ongeletterde Berbers uit het Rifgebergte die al meer dan twintig jaar op de planken staat en die voor zijn monoloog Liberté-Egalité-Identité zopas de Sabam Award voor de beste Franstalige voorstelling van 2016 kreeg, zo veel weerstand op? Op de website van TeleBruxelles noemde een boze kijker hem ‘de meest gehate persoonlijkheid van de Marokkaanse gemeenschap in Brussel, en terecht’. Touzani’s kritiek op de islam, zijn kritiek ook op de Marokkaanse koning Mohammed VI (die volgens de overlevering een directe nakomeling is van de profeet Mohammed, waardoor kritiek gelijkstaat aan godslastering), zijn openlijke atheïsme en zijn feminisme worden hem in de eigen gemeenschap niet in dank afgenomen. Touzani was ook bevriend met de vermoorde cartoonisten van het Franse satirische blad Charlie Hebdo. ‘Charlie Hebdo vertegenwoordigt voor mij de vrijheid van meningsuiting in haar meest oneerbiedige vorm. Als we die niet koesteren, gaan we er op termijn allemaal aan’, zegt hij.

Wanneer en waar Les Enfants de Dom Juan opnieuw te zien zal zijn, is nog niet duidelijk, maar tot begin februari speelt Touzani elke avond in Sint-Joost-ten-Node Liberté-Egalité-Identité, in zijn eigen woorden de monoloog van een man qui préfère rire que repentir, le cul à la culpabilité et le monokini au monothéisme. Boven alles is de voorstelling een ode aan de vrijheid.

Bent u op uw manier ook geradicaliseerd met de jaren?

SAM TOUZANI:(lacht) Ik ben dezelfde gebleven, maar bij moslims is de verdraagzaamheid afgenomen. Het is vandaag nog veel lastiger dan tien jaar geleden om kritiek te hebben op de islam en de identitaire eisen van de moslimgemeenschap. Maar ik ben de afkeuring intussen gewoon. Mijn voorstellingen worden al jaren geboycot. Tussen 2009 en 2013 heb ik een heel zware periode beleefd. Na een voorstelling stonden boze migrantenjongeren mij geregeld op te wachten, mijn autobanden werden lek gestoken, ik vond uitwerpselen in mijn brievenbus en ik kreeg doodsbedreigingen. Ik was in 2009 namelijk weggelopen uit een pro-Palestijnse manifestatie. Ik strijd al mijn hele leven voor een onafhankelijke Palestijnse staat, maar bij die manifestatie waren ook sympathisanten van Hezbollah en Hamas aanwezig en er werden slogans geroepen zoals ‘alle Joden in zee’. Als reactie daarop heb ik samen met anderen een opiniestuk geschreven in Le Soir met als titel ‘Les barbus non merci’ (‘Baardmannen, nee bedankt’, nvdr.). Toen ben ik door weldenkend links en de moslimgemeenschap in de ban gedaan. Als ik vandaag volle zalen trek, is dat dankzij een nieuw en overwegend blank publiek. Daar ben ik best blij om, maar tegelijk vind ik het ook wat jammer: vroeger was mijn publiek een afspiegeling van de Brusselse bevolking.

De boycot van uw laatste voorstelling in Molenbeek verbaasde u dus niet?

TOUZANI: Helemaal niet. Toenmalig burgemeester Philippe Moureaux (PS) heeft mij tien jaar lang een speelverbod opgelegd in de culturele centra van Molenbeek. In 2005 belde Dirk Deblieck, de coördinator van het Huis voor Culturen, me met de vraag om een voorstelling te maken. Moureaux heeft zich daar toen tegen verzet, tenzij hij mijn tekst vooraf mocht lezen. ‘Het politbureau? Nee, bedankt’, zei ik. Van dan af was ik in Molenbeek niet meer welkom. De problemen zijn begonnen nadat ik Allah Superstar op de planken had gebracht. Tot dan was ik in de ogen van linkse politici de perfecte knuffelallochtoon. Een artistiek product van de migratie, open en progressief maar ongevaarlijk. Op een zeker moment is mijn kritiek té bijtend geworden.

Is Molenbeek vijandig terrein geworden?

TOUZANI: Totaal. Ik ben er persona non grata.

En toch wilde u er weer spelen?

TOUZANI: Uiteraard. Ik ben opgegroeid in Molenbeek, net zoals mijn goede vriend Ben Hamidou. Bovendien is Les Enfants de Dom Juan tot stand gekomen in samenwerking met het Broccoli Théâtre, dat al veertig jaar fantastisch werk doet in Molenbeek rond gedeeld burgerschap, het afbreken van vastgeroeste ideeën en het bevorderen van wederzijds begrip tussen de bevolkingsgroepen. En uitgerekend zij worden geboycot! Net zoals het Huis voor Culturen en Ben Hamidou, die in Molenbeek al jaren met alle verenigingen samenwerkt. De situatie gaat van kwaad naar erger. Molenbeek is een benepen cultureel getto geworden.

Wat bezielde Philippe Moureaux precies om u destijds in de ban te doen?

TOUZANI: Mijn kritiek op de islam is islamo-gauchisten zoals Moureaux een doorn in het oog. Ik ben een man van de linkerzijde, maar ik ben niet blind voor de fouten die links heeft gemaakt door de radicale islam en het communautarisme van de migrantengemeenschap welwillend te bejegenen. Die misplaatste terughoudendheid heeft te maken met de angst voor extreemrechts en met een koloniaal schuldgevoel dat maar niet overgaat. Links ziet de islam als de godsdienst van de verworpenen der aarde. Moslims zijn arm en onderdrukt, dus mag je ze niet bekritiseren, heet het. Werkelijk? Dat is een grove misvatting. We moeten elkaar als mens respecteren, maar niet elkaars ideeën of godsdiensten. Ik hou niet van het woord ’tolerantie’. Van te veel tolerantie komen alleen maar problemen. Uiteindelijk ga je tolereren wat niet te tolereren valt. Voeg daarbij dat Moureaux naar de pijpen danst van het Marokkaanse koningshuis. Als burgemeester organiseerde hij in het kasteel van Karreveld in Molenbeek feesten ten voordele van de zogenaamde ‘Marokkaanse Sahara’ (de Westelijke Sahara, een historisch omstreden gebied waarop Marokko aanspraak maakt, nvdr.). Met ons belastinggeld! Waarom heeft niemand daar ooit schande van gesproken? Zolang we in België de banden met die dictaturen van oorsprong niet doorknippen, zal het samenleven hier nooit lukken. De greep van het islamitische Marokkaanse koningshuis op de Marokkaanse gemeenschap in België is bijzonder groot. Via de Marokkaanse verenigingen in Molenbeek heeft Marokko ook mee opgeroepen om mijn voorstelling te boycotten.

U vindt dat België een veel kritischer houding moet aannemen tegenover Marokko?

TOUZANI:(zucht) Ik heb zo’n hekel aan de selectieve verontwaardiging van al die Belgische politici en intellectuelen die koketteren met Marokko. Niet zelden bezitten ze ook een villa in Essaouira of in Marrakech waar ze door huispersoneel voor een appel en een ei in de watten worden gelegd. Van de voormalige president van Tunesië, Zine El Abidine Ben Ali, zei iedereen dat hij een dictator was. Maar koning Mohammed VI, ho maar! Terwijl Marokko een wrede dictatuur is. Geen enkele Belgische politicus stelt dat aan de kaak, omdat je daarmee de Marokkaanse gemeenschap electoraal tegen de haren instrijkt.

En daar bezondigt niet alleen de PS zich aan?

TOUZANI: Nee, alle Belgische politieke partijen hebben boter op het hoofd. In Marokko is de toestand zogezegd minder erg dan in andere landen in de regio. ‘De koning heeft de boerka toch verboden?’ zeggen zijn verdedigers in Europa. Nou, wat een overwinning. Voor mij is het verschil tussen Mohammed VI en een geschifte wahabiet uit Saudi-Arabië maar een kwestie van gradaties. Door de wijdverbreide armoede en misère produceert Marokko bovendien jihadi’s en radicale islamisten bij de vleet. De koning van Marokko heeft zijn land leeggeplunderd en een gigantisch persoonlijk fortuin vergaard. De koninklijke familie is het zevende rijkste koningshuis ter wereld. Intussen investeert Mohammed VI niets in onderwijs, maar wel bakken geld in zijn communicatie in Europa, om het postkaart-Marokko waar Europeanen zo dol op zijn aan de man te brengen.

Mohammed VI heeft zijn land toch gemoderniseerd, de eigen macht ingeperkt en de rechten van vrouwen versterkt?

TOUZANI: Oh ja? Vraag dat eens aan Marokkaanse feministen. Polygamie is in Marokko nog altijd niet verboden, een vrouw mag een echtscheiding aanvragen maar de man moet wel instemmen, een vrouw erft nog altijd maar de helft van de man en blijft in de praktijk altijd aan haar man onderworpen. Blijft een vrouw alleen achter met een kind, dan is ze veroordeeld tot prostitutie want niemand wil haar nog. Als het gaat over de gelijke behandeling van mannen en vrouwen staat Marokko op de wereldwijde landenindex lager dan Sudan. Lees ook de rapporten van Amnesty International en Human Rights Watch over de mensenrechten in Marokko. De toestand is er vandaag erger dan onder Hassan II. Waarom lezen westerse intellectuelen niet eens vaker het werk van Marokkaanse journalisten en schrijvers die in hun eigen land een beroepsverbod hebben gekregen of op de vlucht moesten slaan? Waarom krijgt de Marokkaanse journaliste Zineb Em Rhazoui, die de aanslag op Charlie Hebdo overleefde omdat ze op dat moment met vakantie was, niet de aandacht die ze verdient? Ze schreef een boek over islamistisch fascisme, ijvert voor vrouwen- en lgtb-rechten en heeft als overtuigde atheïste picknicks georganiseerd tijdens de ramadan. Dát is pas een vrouw met moed. In België zijn we bang om de dingen te benoemen. Terwijl je de islamisten met dezelfde democratische verbetenheid moet bestrijden als de populisten en de fascisten.

Hoe ziet u het samenleven in België evolueren?

TOUZANI: Op de lange termijn ben ik optimistisch, omdat dat nu eenmaal in mijn aard ligt, maar op de korte termijn zie ik de haat tussen moslims en niet-moslims alleen maar toenemen. We moeten ophouden met door een etnisch-religieuze bril naar de samenleving te kijken. Gedeeld burgerschap moet vooropstaan, dat is het niveau waarop we als gelijken met elkaar kunnen omgaan. Ik heb absoluut geen probleem met diversiteit, maar het cultiveren van het verschil en het ongebreideld opeisen van particuliere voorrechten zoals halalvoeding op school en het dragen van een hoofddoek waar je maar wilt, stellen dat gelijkheidsprincipe op de helling.

Wat zegt u tegen moslimjongeren die hier opgroeiden, maar het Westen haten?

TOUZANI: Ik ga frontaal tegen hen in. Aan gasten die roepen: ‘Het is allemaal de schuld van de maatschappij’ en die zich gemakzuchtig wentelen in een slachtofferrol, heb ik geen boodschap. Daarom hou ik ook niet van mensen zoals Ismaël Saidi, de auteur van het toneelstuk Djihad, die sterk de nadruk legt op sociaaleconomische achterstelling en racisme. Voor mij is dat hooguit een van de vele verklaringen voor de radicalisering van moslimjongeren.

Ook Saidi krijgt felle kritiek uit de moslimgemeenschap, precies omdat hij durft te zeggen dat racisme soms ook als excuus wordt gebruikt.

TOUZANI:(lacht) Maar wat mij betreft is Saidi veel te inschikkelijk en praat hij die slachtoffercultus goed. Dat gezegd, in vergelijking met sommige anderen is Saidi de kwaadste nog niet. Ik vind hem artistiek niet zo interessant en intellectueel oneerlijk, maar sinds hij opduikt in het publieke debat deelt hij ook in de klappen, en kan ik af en toe ademhalen. (lacht)

Johan Leman, voorzitter van het Integratiecentrum Foyer, berichtte op Facebook over de boycot van uw voorstelling in Molenbeek en uitte zijn bezorgdheid over de ‘haramcultuur’ die bij jongeren opgang maakt.

TOUZANI: Dat klopt. Die moslimjongeren kennen de Koran helemaal niet, maar ze zijn in de ban van een uit Saudi-Arabië afkomstige, maniakale bezetenheid met wat volgens de islam wel en niet is toegestaan. In Liberté-Egalité-Identité zit een haute-couturedefilé met boerka’s waarin ik de draak steek met die monstrueuze hypocrisie. De islam heeft het lichaam van de vrouw weggeveegd. In de radicale islam zijn ze zo dol op vrouwen dat ze hen van kop tot teen willen bedekken. Vrouwen hebben niet dezelfde rechten als mannen en zijn geen baas over hun eigen lichaam. Maar tegelijk is de islam de meest pornografische van alle godsdiensten. Het wegcijferen van de vrouw produceert ontelbaar veel perverten en compleet ontregelde mannen. In het christendom en het jodendom komt de vrouw er ook bekaaid af, maar de islam spant op dat vlak toch de kroon.

Hebt u ooit problemen gehad met uw familie omdat u een relatie had met een vrouw die niet moslim is?

TOUZANI: Om te beginnen: gemengde relaties komen in de Marokkaanse gemeenschap nauwelijks voor. En zelfs als iemand van Marokkaanse afkomst met een Belg trouwt, wil men die toch het liefst vooraf tot de islam bekeren. Maar als man was het voor mij sowieso makkelijker dan voor een vrouw. Van de jongens wordt in Marokkaanse gezinnen bijna alles geaccepteerd. Ouders gaan er ook van uit dat het westerse meisje iets tijdelijks is, en dat hun zoon nadien met een keurige moslima zal trouwen. Ik heb altijd relaties gehad met vrouwen die mijn waarden delen en ongelovig waren. Ik zou het niet erg vinden als mijn geliefde gelovig was, hoor, maar ik weet dat het ingewikkeld zou worden als er kinderen komen. Of met de schoonfamilie. Ik heb met mijn eigen familie een zwaar gevecht moeten voeren over mijn geloofsafval. Dan ga ik niet om de lieve vrede ergens anders de hypocriet uithangen. (zacht) Critici verwijten mij dat vaak. Ze vinden dat ik te drammerig ben en overdrijf als het over mijn atheïsme of over Marokko gaat. Terwijl ik gewoon mezelf ben. Het zou veel beter zijn voor mijn carrière als ik me wat inhield. Voor een gematigd progressieve moslim gaan vandaag alle deuren open, ook op het gebied van subsidies.

Het goede nieuws is misschien dat u van niemand afhankelijk bent?

TOUZANI: Ik betaal er wel een prijs voor. Ik heb gebroken met iedereen: met de politiek, met mijn gemeenschap, met mijn oude linkse kameraden. Maar inderdaad, ik sta bij niemand in het krijt.

Bent u weleens bang?

TOUZANI: Dat weiger ik. Ik wil het woord bang zelfs niet hardop uitspreken. Ik wil het leven vieren en vrijuit blijven praten, de liefde bedrijven en een fles Saint-Emilion kraken.

Door HAN RENARD, foto’s DIETER TELEMAN

‘Ik laat mijn hoofdrolspeler dingen zeggen die moslimmannen nooit zeggen. Over falend vaderlijk gezag, en ontsporende zonen.’

‘Lange tijd was ik in de ogen van links de perfecte knuffelallochtoon. Progressief maar ongevaarlijk. Tot mijn kritiek té bijtend werd.’

‘In België zijn we bang om de dingen te benoemen. Je moet de islamisten met dezelfde verbetenheid bestrijden als de populisten en de fascisten.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content