‘Seksueel geweld draag je je leven lang mee’

PASCALE PLATEL EN WIDED BOUCHRIKA 'Ik heb de feiten lang weggeduwd, maar uiteindelijk móét je terug naar het moment dat je probeert te verdringen.' © JONAS LAMPENS

Minstens 1 op de 5 Belgische vrouwen viel ooit ten prooi aan seksueel geweld. Vaak verdwijnt dat geweld achter een muur van schaamte, soms dienen slachtoffers het van repliek. Pascale Platel doet dat in een nieuwe theatervoorstelling, Wided Bouchrika deed het in een veelbesproken column voor Knack Weekend. Een dubbelgesprek over banalisering, bitches en Beyoncé, en niet te vergeten: het lied van de Spaanse zangeres.

Drie maanden is het al geleden, maar Wided Bouchrika kan er met haar verstand nog niet bij. Eind augustus zat ze samen met een vriendin in het Baudelopark in Gent te genieten van een late zomermiddag. Wat toen gebeurde, zou ze beschrijven in een spraakmakende column voor Knack Weekend. Daarin vertelt ze hoe ‘hij’ uit het niets kwam opgedoken om bij klaarlichte dag en in een drukbevolkt park ‘zijn lippen tegen mijn huid aan te drukken’. Het verhaal eindigt met een vuistslag van de aanrander in het gezicht van haar vriendin, die Bouchrika probeerde te bevrijden. Al is ‘eindigen’ hier misschien niet het juiste woord.

‘Ik heb die column geschreven omdat ik plots besefte hoe snel je zulke feiten gaat minimaliseren’, vertelt Bouchrika. ‘Maar ik wou ook, om al die zwijgende lotgenotes te steunen, vertellen hoe hoog de drempel wel is om daadwerkelijk aangifte te doen. Mijn vriendin en ik hebben onmiddellijk na de feiten de politie gebeld. Onze oproep werd niet als een noodgeval beoordeeld, we werden op de wachtlijst gezet. Toen de politie arriveerde, ruim te laat, kregen we een uitbrander, omdat we het park hadden verlaten en in een café, honderd meter verderop, ijs waren gaan halen. Een dag later zijn we samen aangifte gaan doen, aan een loket naast de wachtruimte. In ons geval lukte dat nog – het was tenslotte ‘maar’ een aanranding – maar wat als je echt verkracht bent? Zou jij je verhaal daar vertellen?

PASCALE PLATEL: Natuurlijk niet. Mijn verkrachting dateert van meer dan dertig jaar geleden, tijdens een vakantie in Spanje. Ik voelde me erna vooral verschrikkelijk beschaamd. Om er niet mee geconfronteerd te worden, heb ik twee dagen aan een stuk geslapen. Daarna heb ik die feiten zo ver mogelijk weggeduwd, naar het diepste van mijn onderbewustzijn. Daarmee waren ze natuurlijk nog niet verdwenen. Ze kwamen terug in andere gedaantes, zoals boulimie. Dan pak je die aandoening aan, maar dat is symptoombestrijding. Uiteindelijk móét je terug naar het moment dat je probeert te verdringen.

WIDED BOUCHRIKA: Misschien was mijn column ook wel een poging om de feiten weg te duwen. Door er een maatschappelijk probleem van te maken, was het niet langer mijn probleem. Ik weet niet of me dat gelukt is. Ik kan niet zeggen dat ik me vandaag happy voel (flauw lachje). Voor een deel zal dat wel aan mij liggen. Ik ben nogal een piekeraar. Het wereldleed komt bij mij makkelijk binnen. Die gewelddaad was er te veel aan, vrees ik.

U hebt uw verhaal ook allebei verteld in Van Gils en gasten op Eén. U deed dat op een opvallend luchthartige manier, mevrouw Platel, haast alsof u een grap vertelde.

PLATEL: Kwam dat zo over? Het voelde anders heel emotioneel… Misschien heeft het te maken met wie ik ben, en de familie waarvan ik kom. Het verschil tussen lachen en huilen is bij ons vaak niet zo duidelijk. Op een bepaalde manier ís het ook een grap. Ik heb aan Lieven Van Gils verteld over mijn roze sjaaltje. Hoe ik dat tijdens de verkrachting verloren ben, en hoe ik dat toen veel erger vond dan wat me overkomen was. Pas veel later ben ik gaan begrijpen dat dat sjaaltje mijn onschuld belichaamde. Als ik er vandaag op terugkijk, lijkt het iets tussen een poëtisch sprookje en een wrede grap. Maar is dat niet wat het leven is? Een grap, vol wreedheid en poëzie?

BOUCHRIKA: Ik begrijp wat je wilt zeggen, maar zit daar ook niet iets fatalistisch in? Je doet het haast klinken alsof verkrachtingen nu eenmaal bij het leven van vrouwen horen, en alsof ze in die wreedheid maar poëzie moeten leren zien.

PLATEL: (fel) Natuurlijk mogen vrouwen geweld niet aanvaarden. Het is fout. Punt. Maar voor veel vrouwen is het wel een deel van hun leven. En ik mag nu wel honderd of duizend keer zeggen dat het niet mag: het is wel gebeurd. Het verschil tussen jou en mij is, denk ik, de manier waarop we de feiten proberen te verwerken. Het als een maatschappelijk probleem aankaarten, zoals jij hebt gedaan, is nooit in mij opgekomen. Ik ben bij het persoonlijke gebleven en heb er dertig jaar later theater van gemaakt. In de herkenning of troost die mijn nieuwe voorstelling TET Talk kan bieden, zit mijn engagement tegenover onze lotgenotes. Ik hoop dat het ontroert, en misschien is het zelfs grappig. De waarheid van een theatervoorstelling is nooit zwart-wit, maar misschien is ze daarom wel zo interessant. Als ik jouw verhaal hoor, Wided, gaat mijn theaterhart meteen sneller kloppen. Ik zie een beest dat je bespringt, een leeuw.

BOUCHRIKA:(lacht) Daar leek het wel een beetje op. Als ik er vandaag over nadenk, was het – daarin heb je wel gelijk – vooral absurd. Als je als jonge vrouw op café gaat, ga je er al bijna van uit dat je lastig zult worden gevallen. Maar dat je overdag, in een drukbezocht park, plots besprongen kunt worden… Dat vind ik nog altijd bizar. Ik moet ook toegeven dat mijn vriendin en ik er onmiddellijk na de feiten al grapjes over zijn beginnen te maken. Maar dat is ongetwijfeld nog een manier om de angst weg te duwen.

Is het moeilijk om na zo’n voorval niet meteen alle mannen als een bedreiging te zien?

BOUCHRIKA: Ja en nee. Ik heb het geluk dat ik vier broers heb, perfect normale gasten die ik nog altijd niet tot zoiets in staat acht. Aan de andere kant: mijn eerste intieme lichamelijke contacten na die middag waren moeilijk. Ik kon alleen maar aan het voorval denken. De vanzelfsprekendheid was weg.

PLATEL: Ik draag die verkrachting nog altijd met me mee. Raar genoeg werd ik er in het begin misschien zelfs ‘seksueler’ van. Dat mechanisme wordt naar verluidt ook door pooiers misbruikt. Die werven prostituees door ze te verkrachten, waardoor die meisjes zich objecten gaan voelen en niet meer om hun lichamelijke integriteit geven. Dat ik een slachtoffer was – een meisje dat beroofd was van haar eigen seksleven – is nooit in me opgekomen. Ik was een prooi, iemand die zich moest onderwerpen om graag gezien te worden. Dat was toen nog niet zo’n rare gedachte.

Is de mentaliteit echt veranderd? Om één voorbeeld te noemen: in een commentaar op de affaire-Dominique Strauss-Kahn schreef professor Willem Elias, nota bene een moraalfilosoof, in 2011 nog: ‘Waar gaan we naartoe als een mens al het kamermeisje niet meer mag neuken?’

BOUCHRIKA: Ik veronderstel dat Elias dat als grap bedoelde. In eerste instantie zou ik er misschien zelf ook om lachen – geen enkele vrouw wil de zure feministische zaag zijn, en op alle slakken zout leggen. Maar als je er dieper over nadenkt: is dat lachen ook geen manier om geweld op vrouwen te banaliseren? En hou je dat geweld zo niet mee in stand? Ik denk het wel.

PLATEL: Als iemand als Donald Trump zegt dat hij vrouwen straffeloos bij de poes mag grijpen, vergaat mij elke zin om te lachen. Ik voel daar plaatsvervangende schaamte bij, en ik vind het onrustwekkend dat zijn kiezers die niet voelen.

Een meerderheid van de blanke vrouwen heeft voor Trump gestemd.

BOUCHRIKA: Mij heeft dat niet verrast. De Amerikanen hebben in de eerste plaats voor verandering gestemd. De afkeer voor het status-quo waar Hillary Clinton voor stond, was groter dan die voor de uitspraak van Trump. In de ogen van zijn kiezers was dat hoogstens een bijzaak.

PLATEL: Ik ben wel geschrokken. Al een tijdje volg ik Amy Schumer en Lena Dunham op Instagram. Sterke, slimme en geestige vrouwen, die duidelijk in het pro-Hillary-kamp zaten. Hoe zij werden afgemaakt, ook en vooral door andere vrouwen, dat hou je niet voor mogelijk.

BOUCHRIKA: Ik ben een grote fan van Lena Dunham, en volg haar ook op Instagram. Miljoenen mensen doen dat, maar het zorgt voor een vertekend beeld. Omdat die ‘andere’ wereld nog veel groter is. Uiteindelijk heet het probleem waar wij nu over spreken niet ‘Donald Trump’. Hij is ook maar een weerspiegeling van een samenleving die je zelden te zien krijgt als je in je eigen kringetje blijft. Hoe vaak heb ik niet gehoord dat wij in ‘een nieuwe wereld’ leven sinds hij verkozen is. ‘Nee’, denk ik dan. ‘Onze wereld is niet nieuw. Pas nu zien we hem écht.’

PLATEL: En toch doet het pijn. Misschien is dat omdat ik dertig jaar ouder ben. Mijn generatie is opgegroeid met de gedachte dat Amerika de grote broer was die ons zou beschermen als het donker werd. Ik moet nog wennen aan de gedachte dat die broer plots een akelige oude man blijkt te zijn.

Amerika is ook de bakermat van de razend populaire rap- en hiphopcultuur. De grote sterren zijn ook hier 50 Cent en Kanye West, macho’s die vrouwen consequent als ‘bitches’ afschilderen.

PLATEL: Ik zat vorige week in het Canvas-programma Winteruur, bij Wim Helsen. Ik vertelde hem dat ik de mensen die mij het dierbaarst zijn graag ‘viezerik’ noem. Mijn moeder stoort zich aan dat woord, en begrijpt al helemaal niet dat het een uiting van liefde is. Misschien begrijpt mijn generatie op dezelfde manier de taal van die rappers niet?

BOUCHRIKA: Ik luister graag naar rap en hiphop, en ik gebruik het woord ‘bitch’ meer dan geregeld, maar eigenlijk is het niet te rijmen met waar ik als vrouw voor sta. Kanye West, die man is zó fout. Onlangs las ik dat hij kwaad is op Google, omdat dat bedrijf geld geeft aan scholen in Afrika. Dat geld konden ze beter in zijn creativiteit investeren, vond hij.

West heeft zich onlangs ook tot het Trump-kamp bekend.

BOUCHRIKA: (rolt met haar ogen) Het verbaast me zelfs niet meer. De vraag is natuurlijk altijd weer: speelt hij dit, of is het ernst? Ik ben er nog altijd niet uit.

Kanye West is getrouwd met Kim Kardashian, de vrouw die van haar kont een businessmodel heeft gemaakt: ook een mooi rolmodel.

PLATEL: Misschien maken wij nu dezelfde fout als mijn ouders vijftig jaar geleden. Zij vonden het waarschijnlijk ook verwerpelijk dat iedereen plots ‘in zijnen blote’ begon rond te lopen en de vrije liefde propageerde. Is het verslechterd? Ik word in elk geval blij als ik mijn negentienjarige zoon over vrouwen hoor spreken. Feminisme is voor hem een ver-van-mijn-bedshow, om de eenvoudige reden dat hij het de normaalste zaak van de wereld vindt om vrouwen te respecteren. Voor een deel zal dat wel met zijn opvoeding te maken hebben. Maar ook de samenleving is in positieve zin veranderd. Het gemengde onderwijs was een grote stap vooruit.

In zijn veelbesproken boek Waar is mijn speer beschrijft de Britse journalist Tom Samuels wel een soort opstand van de hedendaagse man: omdat zijn status als enige kostwinner en patriarch verdwijnt, gaat hij op zoek naar manieren om dat statusverlies te compenseren. Dat kan uitmonden in een stem voor Trump, een reis naar Syrië, maar ook in partnergeweld of zelfmoord.

BOUCHRIKA: Onlangs heb ik een column over depressie geschreven, en het feit dat de cijfers bij vrouwen veel hoger liggen. Daartegenover staat dat bij mannen de zelfmoordcijfers hoger liggen. In de commentaren op die column las ik de verklaring dat het vaak ligt aan hun onvermogen om over gevoelens te praten. Dat is ongetwijfeld juist, maar de vraag is: hoe komt dat? Ik ben ervan overtuigd dat het probleem niet alleen bij mannen ligt. Je ziet vandaag veel vrouwen breken omdat ze er naast het huishouden ook nog een topcarrière bij moeten nemen. Dezelfde vrouwen vergeten weleens dat die maatschappelijke verandering ook voor mannen problematisch kan zijn. Van mannen wordt verwacht dat ze, behalve goede huismannen, toch nog altijd die sterke, assertieve wezens zijn. Even onkwetsbaar als een rots.

PLATEL: Denk je dat? Ik heb graag een mannelijke man die zijn vrouwelijkheid ‘valideert’, zoals ik dat noem. Een man die zijn kwetsbaarheid toont, vind ik wreed aantrekkelijk.

BOUCHRIKA: Ik ook. Weet je wat mijn vriendinnen tegen mij zeggen? ‘Jij valt altijd op homo’s.’ Best grappig, maar eigenlijk zeggen ze zo dat mannen die hun vrouwelijkheid tonen zichzelf uit de heteroseksuele markt prijzen. Zo bekeken kan ik wel begrijpen waarom een heteroman zijn vrouwelijkheid niet ten volle valideert – om jouw woord te gebruiken.

Zou het kunnen dat onze samenleving nog niet klaar is voor de vervaging van al die grenzen? De kiezers van Trump, de Amerikaanse rappers en de moslimfundamentalisten hebben één ding met elkaar gemeen: ze verlangen naar de oude patriarchale wereldorde. Die heeft het voordeel van de duidelijkheid.

BOUCHRIKA: Ik denk dat wij in de overgangsfase zitten. Op een dag zal vermenging van gender en etnische afkomst de norm zijn. Dat zal vanzelf gaan. Maar het heeft duidelijk tijd nodig.

PLATEL: Ik vind die vermenging prachtig. Aan de andere kant begrijp ik dat de overgang soms schuurt. Gisteren sprak ik met een vriendin die de moraal van de islam vergeleek met onze moraal van de jaren vijftig en zestig. Die vergelijking klopt, denk ik. Sommige mensen houden liever aan die moraal vast. Ik had een ongelooflijk beminnelijke vader die zijn vrouw doodgraag zag. Maar hij was er wel van overtuigd dat ze thuis moest blijven om te zorgen voor de kinderen. Mijn moeder vond dat geen probleem. Ze voelde zich zelfs goed in die rol, volgens mij. Mijn ouders waren ook goede katholieken. Bijna al hun kinderen hebben met dat geloof gebroken, maar ik vond dat toch niet zo simpel. Ik wou die lieve ouders van mij geen pijn doen.

BOUCHRIKA: Ik ben al lang atheïst, maar het stoort me weleens dat geloof in het Westen iets vies is geworden, in heel korte tijd. Terwijl het voor de meerderheid van de wereldbevolking nog altijd iets vanzelfsprekends is, een behoefte in plaats van een verplichting. Waarom moet dat zo’n probleem zijn?

Omdat het katholicisme en de islam ook onderdrukkend kunnen zijn, niet het minst voor vrouwen?

BOUCHRIKA: Daar kan ik wel iets over zeggen. Mijn moeder was katholiek en mijn vader moslim. Achteraf bekeken was dat best vreemd. Van mijn vader mocht ik niet naar de mis, maar met mijn moeder ging ik wel elk weekend kaarsjes branden in de kerk. Ik was tien toen ik, aan een jongen van hier, mijn eerste liefdesbrief schreef. Mijn moeder heeft die brief ontdekt. Ik zal nooit vergeten wat ze toen zei: ‘Je vader zal je nooit met een jongen van hier laten trouwen. Het zal een moslim moeten zijn.’ ‘Oké,’ dacht ik toen, ‘dan trouw ik maar niet.’ (lacht) Van die strenge moraal is uiteindelijk niet veel overgebleven. Jaren later, toen mijn vader erachter kwam dat ik een westers lief had, heeft hij daar geen enkel probleem van gemaakt. (plechtig) Zolang ik maar niks deed vóór het huwelijk.

PLATEL: Ik word gelukkig van zulke kleine verhalen. Bijna geruisloos zorgen ze voor een samenleving waarin alles zich met alles vermengt. In zo’n samenleving voel ik me op mijn gemak.

Zijn de stemmen die die samenleving tegenhouden vandaag niet aan de winnende hand?

PLATEL: Blijkbaar. En voor een deel zal het ook wel de schuld van mijn generatie zijn. Zou het niet kunnen dat die te veel geprutst heeft met de veroverde vrijheid?

BOUCHRIKA: Ik geloof niet dat je de jongeren van vandaag kunt begrijpen via de mislukkingen van vorige generaties. Maar het klopt wel dat mijn leeftijdsgenoten over het algemeen vrij conservatief zijn. Hun idee van een geslaagd leven is bijna altijd: studeren, een huis kopen, trouwen en kinderen maken. Van zo’n veilig, uitgestippeld leven word ik net heel bang.

Mag ik u feministes van de eenentwintigste eeuw noemen?

BOUCHRIKA: Ik ben voor gelijke rechten voor vrouwen en ik wil daar, op mijn manier, voor strijden. Dus ja, noem mij maar een feministe. Die term heeft een negatieve bijklank, maar ook dat is aan het veranderen. We hebben het al gehad over Lena Dunham, maar je hebt ook vrouwen als Beyoncé of Taylor Swift. Dat zijn twee supersterren die zich feministes noemen en dat weer cool maken. Voor een deel is dat marketing, een lege huls. Maar het zorgt er wel voor dat ‘feminist’ geen vies woord meer is. Dat is een goeie zaak, alleen al als tegenwicht voor die machistische rapcultuur.

PLATEL: Ik kan met veel bewondering naar iemand als Beyoncé kijken. Als ik die bezig zie, denk ik: wij vrouwen hebben toch wel een weg afgelegd. In mijn jeugd stonden achter die grote vrouwelijke popiconen meestal mannelijke managers. Zet daar Beyoncé eens naast. Een brok vrouwelijkheid die haar zaak zelf in handen neemt en iedereen wegblaast. Of neem Amy Schumer, een comédienne die ook nog eens scenario’s schrijft, acteert en producet. Dat vind ik inspirerend. Het is ook echt bevrijdend om er als vrouw naar te kijken en te luisteren. Trouwens: volgens mij zijn het de vrouwen van mijn generatie, zoals Madonna, die het pad hebben geëffend. Merci, Madonna!

Maar u zou zichzelf geen feministe noemen?

PLATEL: Jij mag me zo noemen, maar zelf zal ik het niet doen. Omdat het botst met mijn individualisme. Ik heb een heel persoonlijke manier om met mijn seksualiteit en vrouwelijkheid om te gaan. Mij inspireert iemand als Louise Bourgeois, een kunstenares die haar leven lang met die thema’s heeft zitten ploeteren – zonder er ooit uit te raken. Als dat geploeter feminisme gaat heten en een soort school wordt, deins ik terug. Een beetje zoals ik er vroeger voor terugdeinsde om naar de Chiro te gaan. Het feminisme als beweging schrikt me af. ‘Moet ik daarvoor een uniform dragen?’ vraag ik me dan af. ‘En moet ik me dan altijd kwaad maken?’ Daar heb ik geen zin in. Soms wil ik wild zijn, maar even vaak wil ik die ‘w’ omdraaien, en mild zijn.

BOUCHRIKA: Dat snap ik wel. Soms is het feminisme te veel iets van ‘moeten’. Vrouwen moeten sterk zijn, assertief zijn, een straffe carrière uitbouwen. Terwijl de bevrijding ligt in het ‘mogen’, niet in het ‘moeten’.

Kunt u me uitleggen waarom de op papier bevrijde jonge generatie vrouwen er vandaag behagen in schept om uitdagende selfies te verspreiden via de sociale media?

BOUCHRIKA: Ik denk niet dat ze dat doen om mannen uit te dagen. Ze willen lijken op de perfecte vrouwen die ze zien op Instagram. En het is zeker ook een manier om aandacht – en dus eigenlijk liefde – te vragen.

PLATEL: Toen ik vroeger uitging, kleedde ik me soms net zo als die meisjes op die selfies. Het klinkt misschien raar, maar ik zag mijn kledij als een soort harnas, om mannen af te schrikken. En was misschien ook een manier om aandacht en dus liefde te krijgen. Vrouwen willen liefde, mannen willen poepen(lacht). Dat misverstand is blijkbaar moeilijk uit te roeien.

Wat ons weer bij de aanleiding van dit gesprek brengt: hoe valt seksueel geweld te bestrijden? Met nog maar eens een overheidscampagne?

BOUCHRIKA: De overheid kan de wetten strenger proberen te maken. In Tunesië komt er een wet die cat calling strafbaar maakt – dat mannen vrouwen nafluiten en daarbij van alles roepen.

PLATEL:(gespeeld verontwaardigd) Dat is wel spijtig.

BOUCHRIKA: Het is nogal extreem, maar als het kan helpen om mensen te doen nadenken over de impact van hun woorden en daden, waarom niet? Dat is ook wat ik, op een bescheiden manier, met mijn columns wil doen. En jij wellicht toch ook met je stuk?

PLATEL: Ja. Het beste antwoord dat ik voor mezelf heb gevonden, kun je horen in TET Talk, en in de speech die ik onlangs gegeven heb voor TEDxwomenflanders in Antwerpen (en die te bekijken is op YouTube, nvrd.). Ik spreek me hier niet uit over goed en kwaad, en ik weiger zomaar oplossingen te bieden. Ik vertel het verhaal over de Spaanse zangeres tussen mijn benen, die na een vreselijk avontuur in Spanje jarenlang niet meer heeft gezongen. Tot ze de liefde vond, en opnieuw begon te neuriën. Nu volgt ze zangles, wellicht voor de rest van haar leven.

Misschien moeten we wel allemaal op zangles?

PLATEL: Iedereen doet wat hij wil. Maar ik kan het je warm aanbevelen (lacht).

In het voorjaar van 2017 gaat Pascale Platel op tournee met TET Talk. Meer informatie: www.koortzz.be

DOOR JEROEN DE PRETER, FOTO’S JONAS LAMPENS

‘Dat ik een slachtoffer was, is nooit in me opgekomen. Ik was een prooi, iemand die zich moest onderwerpen om graag gezien te worden.’ Pascale Platel

‘Mannen die hun vrouwelijkheid tonen, prijzen zichzelf nog altijd uit de heteroseksuele markt.’ Wided Bouchrika

‘Soms is het feminisme te veel iets van “moeten”, terwijl de bevrijding ligt in het “mogen”.’ Wided Bouchrika

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content