Aïcha Cissé

‘Ik ben klaar voor mijn jihad’

Aïcha Cissé Aïcha Cissé is actrice bij ‘t Arsenaal. Ze schreef en bracht met Aminata Demba het theaterstuk ‘Dis moi wie ik ben’ uit, over gemengde gevoelens rond Belg zijn en buitenlandse roots hebben.

Actrice Aïcha Cissé is klaar voor haar jihad, meer zelfs: ze is fier jihadiste te zijn. Een kritische noot bij onzorgvuldig taalgebruik en een oproep om te strijden tegen ‘dé ziekte van de eeuw: egoïsme’.

Vanaf morgen begin ik aan een jihad. Al weken lang spookt deze gedachte door mijn hoofd. Het thuisfront steunt mij door dik en dun, waardoor ik strijdlustiger word met de dag. De politie hoeven mijn ouders alvast niet te vrezen, ik heb ze goed voorbereid op een kruisverhoor.

Door mijn sterke mentale ingesteldheid en nauwkeurig uitgewerkte strategie is de kans dat ik het onderspit zal delven zeer klein. Ik ben ook goed geïntegreerd, heb een goede scholing achter de rug en zit van thuis uit behoorlijk in de warme was. De kans dat ik zal slagen als jihadist is dus groot, blijkt nu ook uit onderzoek. Mocht het toch niet lukken, kan ik mezelf alvast niet verwijten dat ik niet mijn uiterste best zou hebben gedaan om te slagen in mijn missie, om tot de overwinnaars te behoren. Het is nu zeker: vanaf morgen heb ik mijn identiteit gevonden en ga ik de strijd aan.

Maak ik u bang? Dan is dat misschien omdat u het woord jihad enkel kent als de ‘gewapende strijd tegen degenen die de islam of de eenheid van de islamitische heerschappij bedreigen’. De betekenis die gewone burgers, maar ook journalisten en politici er eenzijdig aan geven. Bij de ene uit onwetendheid, bij de ander doelbewust, om zijn politieke belangen door te drukken. Het woord ‘jihad’ kijkt dan machteloos toe hoe het door terreur- en sensatiegeile individuen volledig abusief wordt ingevuld en toegepast. Simplistisch woordgebruik is handiger om een groot publiek te overtuigen, nuance maakt de boodschap alleen maar ingewikkeld.

Wel, dat simplisme maakt mij dan weer bang. Zo komen alleen duistere interpretaties van de islam naar boven en worden mensen in hoeken gedreven. De jihad die ik morgen inzet, is ‘de strijd tegen verleidingen en de strijd tegen het ego’ die de islam van elke moslim vraagt.

Meer bepaald wil ik de strijd aangaan met het egoïsme. Deze onzichtbare vijand, volgens mij dé ziekte van de eeuw, wordt enorm onderschat en soms zelfs gezien als iets deugdelijks. Dit virus plakt als fijn stof onder stoelen en banken. De farmaceutische industrie heeft voorlopig geen vaccin gevonden en als ze dat wel vindt, zo heeft ze al verklaard, zullen alleen rijke egoïsten zich een pilletje kunnen veroorloven. En zitten we dus nog steeds met de egoïstische arme zielen opgescheept.

Ik doe van mijn kant alvast een jihadistenpoging om mij van het egoïsme los te wrikken. Ik zet mij vanaf morgen in voor oorlogsslachtoffers. Ik ga theater maken over onderdrukte vrouwen in oorlogsgebieden. Vrouwen die op die manier, hoe beperkt ook, een mogelijkheid krijgen om hun stem te laten horen. Vrouwen die op hun beurt, ondanks alle angst verdriet en onrust waarmee zij dagelijks geconfronteerd worden, er toch in slagen om telkens weer een glimlach tevoorschijn te toveren. Vrouwen die hun jihad tegen de wanhoop aangaan.

Op ‘het opzij plaatsen van egoïsme en zich inzetten voor minderbedeelden en oorlogsslachtoffers’ ben ik trots. Ik ben fier een jihadist te zijn. Als het echt moet, zal ik mijn pas afgeven.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content