Hoe CD&V, Open VLD en MR netjes de N-VA-strategie volgen (met hulp van de PS)

Een intern document leert dat N-VA opt dit moment niet alleen haar droomparcours inzake confederalisme volgt, maar ook dat CD&V, Open VLD en MR daar netjes in meelopen, schrijft politiek journalist Jan De Meulemeester. ‘En dat met hulp van de PS.’

De N-VA volgt inzake confederalisme het droomparcours dat ze voor zichzelf had uitgetekend in de aanloop van de verkiezingen van 25 mei, en de partijen CD&V, MR en Open VLD volgen mee. Dat blijkt uit een interessant intern documentje van de N-VA. Geen staatsgeheimen daarin, dat niet, maar het is wel een lijvige bundel die als strategische handleiding diende voor de partijtoppers tijdens de verkiezingscampagne.

Het daarin vooropgestelde scenario voor de post-verkiezingstijd schetst inzake confederalisme een scenario dat nu door de Vlaamse en federale formateurs vrij nauwkeurig wordt verwerkelijkt. De voorbije weken werd heel wat gezegd en geschreven over het al dan niet loslaten van het confederalisme door de N-VA. In die optiek vraagt dit plan waarmee ze naar de verkiezingen stapte om een herlezing. Het blijkt een eerste bedrijf in het draaiboek van het confederalisme. Waarmee dus duidelijk mag zijn dat de partij dat autonomiestreven helemaal niet heeft opgegeven, en wel integendeel.

In ‘Strategische lijnen verkiezingen 25 mei 2014’ formuleert de N-VA antwoorden op alle mogelijke journalistieke en politieke vragen, van pensioenen over begroting tot het veelbesproken confederalisme; ook en vooral indien de bewuste vragen het verkiezingsprogramma overstijgen. Want het N-VA-programma VVV formuleert antwoorden, maar deze Q&A is concreter en strategisch opgevat. Zo omschrijft het VVV-programma het uiteindelijke streefdoel inzake staatsstructuur, maar niet hoe de partij daar wil geraken. De strategische verkiezingshandleiding doet dat wel.

Als men blijft doorvragen…

In een hoofdstukje Regeringsvorming wordt de haalbare weg richting confederalisme geschetst, en dan vooral in een alinea onder de veelzeggende titel, in het vetjes en tussen vierkante haakjes, [Als men blijft doorvragen].

Het resulteert in een voorafbeelding van de huidige regeringsvorming. Dat de andere partijen wel zouden volgen, klinkt trouwens al meteen: veto’s die CD&V en Open VLD uitspreken voor 25 mei, ‘slikt men na de verkiezingen net zo snel weer in.’ En niemand staat achter de PS, ‘ook de SP.A niet.’

Cruciaal in de gewenste confederale strategie tussen de pionnen op het Belgische schaakbord, zijn de pionnen zélf. Een federale coalitiepartner vinden, mag geen zaak meer zijn van individuele Vlaamse partijen, maar van een Vlaamse meerderheid: een cluster van partijen die zich als één potentiële coalitie-helft op het federale presenteert.

Dan staan ‘de Franstaligen’ niet meer tegenover deze of gene partij, en in casu de N-VA, die dan de schuld zou kunnen krijgen voor een mislukking. Vlaanderen zal als eenheid optreden, en die eenheid is de Vlaamse regeringsploeg: een meerderheid, dus legitieme vertegenwoordiging van het hele Vlaamse volk, ofte ‘Vlaanderen’.

Vlaanderen versus de rest

Onder [Als men blijft doorvragen] klinkt dat als volgt:

‘Wij zullen het initiatiefrecht nemen om een sterke en coherente Vlaamse regering te vormen.’

‘Wij willen dus een Vlaamse regering vormen die zich als eenheid op het federale niveau aanbiedt.’

‘En dan ontmoet de ene democratie de andere.

De ene democratie, Vlaanderen, ontmoet de andere, het Franstalig België. En ziedaar de persconferentie die in juli het Vlaamse regeerakkoord aankondigde tussen N-VA, CD&V en Open VLD, de drie partijen die zich in één en dezelfde beweging ook als Vlaamse cluster op het federale zouden aandienen. ‘We gaan ook samen in een federale formatie optreden‘ zei Bart De Wever toen, en zeer belangrijk was het aansluitend zinnetje: ‘wij treden daarbij elk over onze eigen schaduw.’ Je kon dat lezen als: wij houden op aparte partijen te zijn, en stappen in België als Vlamingen de Franstaligen tegemoet.

De federale coalitievorming werd er zo geen tussen Belgische partijen, maar tussen de Vlaamse democratie enerzijds en de Franstalige anderzijds. En zo zagen we Kris Peeters in het co-formateurschap in de eerste plaats als Vlaming, dan pas als CD&V’er.

En dan zien we wel

En de Franstaligen dan? ‘Als er een Vlaamse regering is die een duidelijk voorstel heeft, dan moet die andere democratie daar ook rekening mee houden.‘ Cruciaal is dan om zonder de PS te regeren, klinkt het: ‘Als de PS merkt dat de Belgische machtsstructuren niet meer ten diensten staan van hun partijbelang, wordt zij zelf vragende partij voor bevoegdheidsoverdrachten.’ De huidige Franstalige minderheid met enkel de MR sluit mooi aan bij dit scenario: ‘Wij willen de rollen omdraaien. Wij gaan een beleid voeren dat de PS niet zint’ klinkt het ambitieus.

En vervolgens? Daar hebben we het raden naar. ‘En dan zien we wel’ zei een N-VA-topper met zeer Vlaamse roots daarover. Lang hoeven ze klaarblijkelijk niet te wachten: de minister-president van de Franse Gemeenschap Rudy Demotte (PS) heeft bij de start van zijn regering ronkend verklaard dat zijn federatie Brussel-Wallonië voorop zal gaan ‘om de verdediging van alle Franstaligen in België te organiseren.

Met hulp van de PS

Van de liefde voor België plots naar een zuiver regionalistisch discours: de Zweedse coalitie dwingt de meerderheid van de Franstalige politici in de confederale logica en – de woorden van Demotte indachtig – ook strijd. Want ‘de confederatie is de volgende stap in deze evolutie’ redeneert de N-VA.

Wat de partij zo kort voor de verkiezingen nog niet durfde dromen, is dat het de PS was die de voorzet van dit alles zou geven, door zich vast te klikken aan het CDH. Zo schakelden ze met de MR meteen ook de federale tripartite uit, en zo ook zichzelf. Want met N-VA zouden ze nooit kunnen regeren. Nu blijkt dat ze er door wórden geregeerd, via hun voorheen zo gekoesterde België.

Partner Content