Jurgen Goossens

‘Het Cultuurpact is voorbijgestreefd, en houdt de verzuiling in stand’

Jurgen Goossens Postdoctoraal onderzoeker van het FWO (UGent) en docent staatsrecht (Erasmus Universiteit Rotterdam)

‘Het Cultuurpact (1972) is dringend aan een update toe’, schrijft Jurgen Goossens (UGent). ‘De regelgeving gaat helemaal voorbij aan het huidige minderhedendebat.’

De laatste tijd vond een heftig debat plaats over het befaamde Pietenpact en de daarmee beoogde minderhedenbescherming. Nu de discussie over dit pact ‘on hold’ staat, kan het interessant zijn om de aandacht te verleggen naar een ander pact, het Cultuurpact (1972). Dit pact heeft de bescherming van ‘ideologische en filosofische minderheden’ als doelstelling. Het pact onderwerpt het huidige cultuurbeleid nog steeds aan politieke verzuiling in naam van pacificatie nagestreefd in 1972. Het controleorgaan van dit pact, de Nationale Vaste Cultuurpactcommissie, behandelt bovendien al een jaar geen klachten meer wegens patstelling tussen Nederlandstaligen en Franstaligen. Het pact is grotendeels voorbijgestreefd en op zijn minst dringend aan een update toe. De regelgeving gaat onder meer helemaal voorbij aan het huidige minderhedendebat. Tijd voor een diversiteitspact?

In de eerste staatshervorming van 1970 werden drie (cultuur)gemeenschappen opgericht op vraag van de Nederlandstaligen. Vlaanderen verkreeg daarbij culturele autonomie, wat voor een breuk zorgde met het verleden. Voorheen in het landsparlement was er sprake van een feitelijk evenwicht tussen de ideologische strekkingen. Nu ontstond de vrees dat de christelijke of vrijzinnige levensbeschouwing zou kunnen overheersen. Vooral de Vlaamse liberalen waren bang van een christelijke overmacht. De regering-Eyskens had echter de steun nodig van de liberale oppositie voor een tweederdemeerderheid. De liberalen stemden in op voorwaarde dat een bijzondere bescherming van ideologische minderheden zou worden opgenomen in de grondwet. Dit gebeurde in de artikelen 11 en 131 van de Grondwet.

‘Het Cultuurpact is voorbijgestreefd, en houdt de verzuiling in stand’

Deze laatste bepaling maakt de federale wetgever bevoegd voor levensbeschouwelijke waarborgen door discriminatie om ideologische en filosofische redenen te voorkomen in de Gemeenschappen. Naast het voorzien van de zogenaamde ideologische en filosofische alarmbelprocedure werd ook de Cultuurpactwet van 1973 aangenomen. Het pact voorkomt discriminatie van representatieve (lees: binnen vertegenwoordigende organen van de overheid aanwezige) ideologische of filosofische strekkingen en erkende gebruikersverenigingen binnen overheidsorganen van gemeenschappen inzake culturele aangelegenheden.

De wet waarborgt hun recht op democratische betrokkenheid bij het cultuurbeleid en bevat allerlei verplichtingen. Zo moeten alle overheden adviesorganen oprichten met evenredige vertegenwoordiging van gebruikersverenigingen en ideologische strekkingen, die ook moeten worden betrokken bij het bestuur van publieke culturele instellingen. Na elke gemeentelijke verkiezing verdelen de politieke partijen dan ook telkens opnieuw onderling de zitjes in de cultuurraad bijvoorbeeld. De wet voorziet onder andere ook een evenredige vertegenwoordiging van de politieke fracties in bestuurs- en beheersorganen van radio en tv.

In de socio-culturele en politieke wereld heeft reeds meermaals een grondig debat plaatsgevonden over de cultuurpactwet, hoewel dit tot nu toe nog nooit heeft geleid tot politieke beslissingen. Hoewel politieke verzuiling duidelijk over zijn hoogtepunt heen is, was de voornaamste conclusie dat het Cultuurpact verzuiling in stand houdt. Sommigen argumenteren ook dat de wet zijn doel heeft bereikt. Openheid, dialoog, democratisering en betrokkenheid van gebruikers zouden nu een traditie en verworven recht zijn geworden in het cultuurbeleid. De tijdsgeest vandaag is ook fundamenteel gewijzigd ten opzichte van eind jaren ’60 waarin grote verdeeldheid en onzekerheid heerste over onze instellingen, de kerk en het onderwijs. Onderwerping van het cultuurbeleid aan verzuiling in naam van pacificatie begin de jaren 70 is vandaag voorbijgestreefd. Verdient het waarborgen van deskundigheid bijvoorbeeld niet minstens evenveel aandacht?

Minderhedenbescherming op zich heeft daarnaast ook een belangrijke evolutie ondergaan sinds 1972. Naast ideologische minderheden draait het debat nu vooral om hedendaagse minderheidsgroepen, zoals personen met een migratieachtergrond, personen met een beperking of het nastreven van een evenwichtige genderbalans. Brede participatie en diversiteit zijn de buzzwords van de 21e eeuw. Ook de VRT heeft dit bijvoorbeeld ingezien en heeft zijn beleid de laatste jaren hier deels op afgestemd met o.m. een Charter diversiteit. Misschien is het dus tijd voor een nieuw pact. Wat denkt u van het ‘cultureel diversiteitspact’?

Ten slotte is er een communautair spanningsveld. De culturele autonomie van de gemeenschappen wordt immers beperkt door de federale bevoegdheid inzake de bescherming van ideologische strekkingen. De Cultuurpactwet voorziet in een Vaste Nationale Cultuurpactcommissie die klachten behandelt van iedere persoon of vereniging over naleving van de wet. De commissie is paritair samengesteld (evenveel Nederlandstaligen als Franstaligen) met een evenredige vertegenwoordiging van de politieke fracties van de gemeenschapsparlementen. Zij behandelt echter in de praktijk al een jaar geen klachten meer door een meningsverschil tussen het Vlaamse en Franse Gemeenschapsparlement. Dergelijke patstelling is niet de eerste keer in haar bestaan. Men zou dus kunnen overwegen om de commissie te splitsen of deze zelfs volledig af te schaffen. Tegenwoordig zijn er immers ook andere beschermingsmechanismen, zoals het administratief toezicht of procedures bij het Grondwettelijk Hof of de Raad van State. Het is sowieso hoog tijd om de Cultuurpactwet aan te passen aan de gewijzigde maatschappelijke omstandigheden: updaten of afschaffen en nadenken over een nieuw cultureel diversiteitspact.

Jurgen Goossens is postdoctoraal onderzoeker FWO (UGent), universitair docent staatsrecht (Erasmus Universiteit Rotterdam) en founding editor van de BelConLawBlog’

Partner Content