Helft van Palestijnse doden in Gaza-oorlog waren burgers, zegt mensenrechtengroepering

(Belga) Tijdens het Israëlische offensief in november vorig jaar in de Gazastrook waren meer dan de helft van de slachtoffers burgers. Dat heeft een Israëlische mensenrechtengroepering B’Tselem donderdag gezegd. Na maanden van onderzoek ter plaatse komt B’Tselem op 52 procent burgerslachtoffers. De organisatie zegt dat de studie “de algemene opvatting dat het om een ‘chirurgische’ operatie ging” die zo goed als geen burgerlevens eiste, tegenspreekt.

Tachtig procent van de burgerdoden viel in de laatste vier dagen van het offensief, dat een week duurde. In totaal doodde het Israëlische leger 167 Palestijnen: 69 leden van gewapende groeperingen, en 87 burgers. Van de overige 11 doden kon B’Tselem niet achterhalen of ze tijdens de gevechten vielen. Het Israëlische leger heeft al gezegd dat het geen bewijzen heeft van inbreuken op de wetgeving rond gewapende conflicten in de klachten die B’Tselem aankaartte. Andere klachten worden nog onderzocht. De organisatie erkende wel dat het leger, in vergelijking met een vorig, groter offensief in 2009, een strenger beleid had. Maar ze voegt daaraan toe dat ze nog altijd vermoedt dat Israël het internationaal recht geschonden heeft. Nog uit het rapport blijkt dat 13 Palestijnse burgerdoden niet te wijten zijn aan het Israëlische leger. Zeven andere Palestijnen die beschuldigd werden van samenwerking met Israël door Hamas werden geëxecuteerd. Vier Israëlische burgers en twee soldaten werden gedood door raketten en mortiergranaten die vanuit Gaza gelanceerd waren. (Belga)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content