Ann Peuteman

‘Er gaan te veel jongeren naar de universiteit en dat moet stoppen’

Duizenden Vlaamse studenten maken zich op voor de blokperiode, en sommigen doen dat met wel erg lange tanden. ‘Nogal wat 18-jarigen gaan naar de universiteit omdat dat nu eenmaal van hen wordt verwacht’, schrijft Knack-redactrice Ann Peuteman. ‘Niet omdat die opleiding bij hun persoonlijkheid past.’

‘Er studeren te veel jongeren in het ASO af. Ieder jaar slagen velen met de hakken over de sloot, dan gaan ze een jaar boemelen aan de universiteit van Gent, keren ze gezakt terug en komen ze in de Colruyt terecht.’ Zo luidt het citaat van een Vlaamse schooldirecteur in het boek Studeren is voor strevers van Ann Verlinden, dat een paar maanden geleden verscheen. Nu de jonge studenten in mijn omgeving zich opmaken voor de eerste blokperiode van het academiejaar, moet ik geregeld aan die woorden terugdenken. Vooral omdat er een paar bij zijn die met wel erg lange tanden aan het studeren slaan. Als ze dat al doen. ‘Het zal me toch niet lukken’, beweren ze. Nu al.

Er gaan te veel jongeren naar de universiteit en dat moet stoppen.

Zij zijn niet de enigen die twijfelen. Onlangs vertelde een universiteitsprofessor me dat zij aan de vragen in haar mailbox merkt ‘dat er wellicht ook dit jaar weer een heleboel studenten zijn die eigenlijk niet in het auditorium thuishoren’. Niet dat hun vragen van luiheid of regelrechte domheid getuigen. Nee, uit hun formuleringen en interpretaties meent de professor af te leiden dat sommige eerstejaars voor de verkeerde opleiding of instelling hebben gekozen. Hoe dat komt? Alle studie-advies en infodagen ten spijt weten veel jongeren simpelweg niet waar ze aan beginnen. Omdat ze uit het ASO komen, schrijven ze zich haast automatisch aan de universiteit in. Dat wordt thuis nu eenmaal van hen verwacht. Dat verwachten ze ook van zichzelf (en van elkaar). Alleen hebben velen geen flauw idee wat ze later willen gaan doen. Dus kiezen ze op aanraden van hun verwachtingsvolle omgeving voor een richting ‘waar je nog alle kanten mee uit kan’. Rechten, bijvoorbeeld, psychologie, sociologie, talen of communicatiewetenschappen. Veel studenten vinden daar al snel hun draai, maar voor anderen blijkt het een zware tegenvaller. Soms omdat de vakken hen bij nader inzien toch niet liggen, soms omdat dat de bijwijlen abstracte theorie hen al snel gaat vervelen. ‘Zulke jongeren zouden veel beter voor een professionele bachelor gaan’, merkte een andere prof op. ‘Er zijn er die echt openbloeien als ze overstappen naar een opleiding die meer bij de praktijk aansluit. Maar als je dat nog maar durft te suggereren, zijn ze al beledigd.’ Hoezo beledigd? Sinds de Bologna-hervorming bieden universiteiten en hogescholen toch gewoon allebei bacheloropleidingen aan? Ja, maar in de hoofden van veel mensen (en studenten) is een universiteit nog altijd een prestigieuzere instelling dan een hogeschool.

In de hoofden van veel mensen (en studenten) is een universiteit nog altijd een prestigieuzere instelling dan een hogeschool.

Dus zijn er jongeren die jaren aanmodderen in een richting die hen niet ligt. Ondertussen worden ze aangemoedigd om toch maar een tandje bij te steken, meer te studeren, harder te werken. Erg gelukkig worden ze daar meestal niet van. En op een bepaald moment houdt het toch op en beginnen ze alsnog – met heel wat vertraging en een pak minder zelfvertrouwen – aan een andere opleiding, al dan niet aan een hogeschool. Of keren ze terug naar het dorp van hun ouders waar ze in de plaatselijke supermarkt of horeca aan de slag gaan.

Nu is er helemaal niet mis mee als een achttienjarige begint aan een studie die uiteindelijk geen spek voor zijn bek blijkt te zijn. Sterker nog: alle jonge mensen zouden dat recht moeten hebben. Maar nog belangrijker is dat ze, zowel op de middelbare school als in het hoger onderwijs, de (mentale) ruimte krijgen om de studierichting te kiezen die bij hen past. Niet alleen bij hun intelligentie en capaciteiten maar ook bij hun persoonlijkheid. Zodat degene die uw aankopen scant aan de kassa van de supermarkt dat doet omdat hij het een fijne baan vindt. En niet omdat sociologie uiteindelijk toch zijn ding niet bleek te zijn.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content