‘Een kanon twittert niet voor de verkiezingen’

Goed twee weken voor de gemeenteraadsverkiezingen is de strijd in Antwerpen in volle gang – maar niet op de sociale media.

Met het eerste tv-debat is de strijd om ’t Schoon Verdiep echt op gang geschoten. Hoewel het in Antwerpen vaak hard tegen onzacht gaat, blijft de campagne vooralsnog beperkt tot de klassieke arena’s: debatten, folders en aanplakborden.

Van de zes voornaamste kandidaten is alleen Filip Dewinter (VB) een actieve twitteraar. Minister van Binnenlandse Zaken Annemie Turtelboom (Open VLD) heeft als federaal zwaargewicht de meeste volgers. Opvallend is dat de twee topkandidaten voor het burgemeesterschap vooralsnog geen enkele tweet verstuurden.

Huidig burgemeester Patrick Janssens (SP.A) hééft niet eens een Twitteraccount, al is hij wel geregeld actief op Facebook.

De Twitterstilte van de grote kanonnen is niet onlogisch, vindt communicatie-expert Steven Van Belleghem. ‘Verkiezingscampagnes verlopen nog altijd via de klassieke massamedia: kranten, radio en televisie. De directe impact van sociale media is eerder beperkt: het is nog altijd een nichepubliek dat veeleer uit jongeren, opiniemakers en journalisten beslaat. Twitter is voor de meeste toppolitici geen prioriteit.’

Toch kan Twitter een handig wapen zijn tijdens verkiezingen, meent Van Belleghem. ‘Het verlaagt de drempel voor burgers om rechtstreek hun vragen te richten aan politici, het zorgt voor interactie. Bovendien beperkt de invloed van Twitter zich niet tot je persoonlijke volgers. Een goede tweet kan ook de aandacht van klassieke media trekken, zodat de politicus in kwestie zijn verhaal kan doen in de pers. Voor de “kleinere” kandidaten is vooral dat cross-overeffect interessant.’

Of er ooit een tijd komt dat elke politicus aan het twitteren slaat, lijkt Van Belleghem twijfelachtig. ‘Het moet een beetje in je persoonlijkheid liggen, en veel mensen vinden twitteren bijvoorbeeld maar niets. Bovendien vervallen de voordelen van Twitter eens alle politici erop zitten. Zulke platformen zijn maar interessant zolang de boodschap naar andere media overslaat.’

Jeroen Zuallaert