Bart De Valck

‘De Vlaamse identiteit is geen monoliet: ze is steeds in verandering’

Bart De Valck Voorzitter van de Vlaamse Volksbeweging.

‘De ontzuiling van Vlaanderen heeft een interessante evolutie in gang gezet’, schrijft Bart De Valck van de VVB. ‘Het praktische pluralisme van elke dag, waarbij mensen van uiteenlopende levensbeschouwelijke gezindten met elkaar samenwerken, heeft het belang van identiteit vergroot.’

Dit opiniestuk maakt deel uit van de reeks ‘De Doordenkers van Knack.be‘.

Vrijheid, gelijkheid, broederlijkheid: ziedaar de welbekende motto’s van de Franse Revolutie. Er zijn twee politieke ideologieën uit gegroeid: het liberalisme en later het socialisme. Vrijheid en gelijkheid zijn daarmee opgebruikt. Blijft de ‘broederlijkheid’. Het klinkt het meest christelijk geïnspireerd en dat is het in feite ook. Alle mensen zijn broeders en zusters van elkaar, we kunnen elkaar allemaal leren kennen en waarderen om elkaars unieke eigenschappen. Het Bijbelse verhaal van de talenten maakt ons veel duidelijk. Iedereen is verschillend in zijn mogelijkheden. Het is kwestie om daarmee verstandig om te gaan.

Broederlijkheid heeft veel te maken met pluralisme en met een welbegrepen republikeins ideaal. Heel wat Vlaams-nationalisten herkennen zich er gemakkelijk in. In de schoot van een natie vullen mensen elkaar aan. Individuele mensen zijn in een goed functionerende gemeenschap elkaars complementen. Het maakt hen tot personen. Vroeger heette dat het personalisme, een van de leidraden van de Vlaamse christendemocratie trouwens.

‘De Vlaamse identiteit is geen monoliet: ze is steeds in verandering’

We kunnen veel leren als we aandachtig bekijken hoe een puzzel – letterlijk – in elkaar zit of steekt. In feite overlappen puzzelstukjes elkaar. Ze doen dat een beetje onbeholpen door middel van kleine oogjes en armpjes (of zijn het handjes?), maar aan het einde van de rit vallen die helemaal niet meer op in het totaalbeeld van de afgewerkte puzzel. Het deel is meer dan de som der delen. Wie het anders wil blijven zien, als een verzameling stukjes, geldt als een kniesoor.

Identiteit als puzzel

Met andere woorden: mensen kunnen elkaar maar aanvullen, als ze ook iets delen, als ze ‘overlap’ vertonen. Als ze zich open stellen voor elkaar. Dat kan maar door een gedeeld verhaal en een taal waarin dat verhaal wordt verteld. Daarover ging mijn eerste bijdrage aan deze zomerreeks, over identiteit.

In het zuiver hypothetische geval dat mensen niets met elkaar zouden delen, zelfs hun menselijkheid niet, dan zouden ze volledig onverschillig zijn voor elkaar en zouden wij allemaal naast elkaar leven. We zouden de naam van sociale soort niet meer waardig zijn. Maar mensen delen nu eenmaal hun menselijkheid met elkaar. Het is de basis van alle cultuur. Hoe we de verscheidenheid begrijpen van de menselijke soort verschilt van cultuur tot cultuur. Het verklaart meteen ook die culturele verscheidenheid.

De ontzuiling van Vlaanderen heeft een interessante evolutie in gang gezet. Het praktische pluralisme van elke dag, waarbij mensen van uiteenlopende levensbeschouwelijke gezindten met elkaar samenwerken, heeft het belang van identiteit vergroot. Een collectieve identiteit, in ons geval de Vlaamse, is geen monoliet en is steeds in verandering. Ze vormt het opvangbekken van het natuurlijke verlangen van mensen om zich tot een groep te rekenen. Niet omdat ze zich absoluut tégen andere groepen willen afzetten, maar om overlap te ervaren, wederzijdse herkenning en affiniteit te beleven: “Vlamingen zijn om Europeeërs te worden,” in de woorden van socialist August Vermeylen (1872-1945). Hoe sterker een gedeelde cultuurhistorische identiteit is, zelfs al is die in voortdurende beweging, hoe sterker het pluralisme wortel kan schieten in de gemeenschap.

‘De bedrijvigheid in de Antwerpse haven is een even sterke explicitering van onze Vlaamse identiteit als de Vlaamse Leeuw die in Brussel wappert op het Vlaams Parlement.’

Het is weliswaar zo dat de spontane Vlaamse identiteit van vroeger door de tand des tijds (en de vooruitgang) is weggesleten. Die impliciete, vaak onbewuste oeridentiteit was in onze contreien een unieke – meestal rurale – manier van (over)leven. Het maakte daarbij niet uit of die volksaard nu onder Oostenrijks, Nederlands of later Belgische gezag gedijde. In de plaats is er de explicitering, het nadrukkelijk beamen dus, van een collectieve identiteit gekomen. Dat vertaalt zich in de culturele, sociaaleconomische, institutionele en politieke ontvoogding van Vlaanderen en in de normaliteit van Vlaams-nationalistische politieke formaties en zelfs van hun regeringsdeelnames.

In dat opzicht zijn beelden van de bedrijvigheid in de Antwerpse haven even sterke ‘expliciteringen’ van onze Vlaamse identiteit als de Vlaamse Leeuw die te Brussel wappert op het Vlaams Parlement. Identiteit is hier-en-nu en haar sterkste symbolen en iconen houden daarom net verband met die actuele identiteit. Ze maken allemaal deel uit van de sokkel waarop het pluralisme zich kan enten.

Godsvrede is pluralisme – dat tot een besluit komt

Broederlijkheid en pluralisme zijn binnen de Vlaamse Beweging geen loze begrippen. Op het IJzermonument staat ‘Godsvrede’ te lezen, naast ‘zelfbestuur’ en ‘nooit meer oorlog’. Het werd ooit hertaald in ‘verdraagzaamheid’, maar dat is een verarming die het oorspronkelijke begrip veel onrecht aandoet. Overigens gaat verdraagzaamheid of tolerantie over het aanvaarden van het verschil en dus niet noodzakelijk over de maatschappelijke impact van dat verschil. Tolerantie betekent in de eerste plaats dat ik aanvaard dat aan mijn vrijheid grenzen zijn gesteld door de aanwezigheid van anderen.

u003cfigure class=u0022wp-block-image wideu0022u003eu003cimg src=u0022http://www.knack.be/medias/1363/698135.jpgu0022 width=u0022620u0022 height=u0022349u0022 alt=u0022.u0022/u003eu003cfigcaptionu003eu003cspanu003e.u003c/spanu003eu003cspanu003e© BELGAu003c/spanu003eu003c/figcaptionu003eu003c/figureu003e

Indien die anderen de res publica, het publieke goed, menen te moeten schaden door hun activiteiten, dan heb ik het recht en zelfs de democratische plicht om mij daartegen te verzetten. Verdraagzaamheid en tolerantie zijn dus nauw verweven met elk republikeins ideaal, hoe dat ideaal verder ook ideologisch (links of rechts) mag zijn ingevuld.

Verdraagzaamheid is niet zozeer kritisch voor het verschil als zodanig, als wel voor de beweegredenen van anderen om te wíllen verschillen. En om bij te dragen of afbreuk te doen aan het gemene goed, de republiek dus.

‘In het begrip ‘Godsvrede’ ligt de diepe waarheid besloten dat in de hoogste nood de beste vrienden elkaar leren kennen.’

Nochtans betekent Godsvrede oneindig veel méér dan slechts ‘verdraagzaamheid’ en daarom heeft het mij ook diep bedroefd dat de Vlaamse Beweging in de jaren negentig van vorige eeuw – maar helaas ook nog lang daarna – zo’n mal en droefgeestig figuur sloeg door de toenmalige onenigheden over de toekomst van de IJzerbedevaarten.

In het begrip ‘Godsvrede’ ligt de diepe waarheid besloten dat in de hoogste nood de beste vrienden elkaar leren kennen. De grimmige ervaring van de Eerste Wereldoorlog stelde als nooit voorheen de menselijkheid van mensen centraal als onuitwisbare westerse beschavingswaarde. Hieruit is later het pacifisme van de Vlaamse Beweging gegroeid. Godsvrede gaat dus over belangeloze inzet voor de naaste en de besluitvaardigheid die dit engagement met zich meebrengt. Het is het volkomen tegendeel van onverschilligheid en apathie. Het blijft, honderd jaar later, een heel bijzondere leidraad.

De VVB noemde zich ooit (met recht en rede) ‘pluralistisch’. Wij verenigen inderdaad mensen van heel uiteenlopende politieke en maatschappelijke overtuigingen, van verschillende religieuze en mensopvattingen ook. Het probleem van jezelf uitdrukkelijk – expliciet! – ‘pluralistisch’ te noemen, is dat je willens nillens in vraag stelt wie en wat je beweert te zijn, zeker als je dat voortdurend van de daken schreeuwt.

Voor onafhankelijkheid en samenwerking

Ik geef toe: dat is trouwens een risico van een meer ‘expliciete’ collectieve identiteit, zoals zonet toegelicht. Nu, ik denk toch wel dat wij heel pluralistisch zijn in overeenstemming met de hier ontwikkelde visie. Evengoed is het wenselijk om niet te pas en te onpas met het begrip te zwaaien, want dat holt de betekenis maar uit.

Een voorganger van mij aan het hoofd van de VVB, de heel Europees denkende hoogleraar Eric Defoort, voorzag de VVB ooit van het motto ‘voor onafhankelijkheid en samenwerking’ in plaats van het tot dan in voege zijnde ondertiteltje over pluralisme. Alles wel beschouwd, denk ik nog steeds dat dit de beste samenvatting is van pluralisme die je je als sociaal-culturele en politieke organisatie kan wensen.

Partner Content