Jean-Marie Dedecker (LDD)

‘De grens tussen solidariteit en profitariaat is een dunne, maar vooral slappe koord’

‘Het is sociaal totaal onrechtvaardig dat mensen worden belast op hun eigen woning die ze met centen kochten waarvoor ze jarenlang hebben gewerkt en gespaard’, vindt Jean-Marie Dedecker. In deze bijdrage neemt hij zowel het kadastraal inkomen als het pensioensysteem in het vizier.

Ons belastingstelsel is een koterij met ontelbare hokjes, tot stand gekomen door lobbygroepen die met politieke invloed of zelfs chantage de belastingwetten naar hun behoeftes konden boetseren. De stoutste wezels zuipen de mooiste eieren. Het houdt niet op. Als de diamantairs dreigen de verhuiswagen voor te rijden om te verkassen naar fiscale paradijzen, wordt er prompt een karaattaks bedisseld in de Diamantclub, waar er meer Antwerpse politici aan de dis zitten dan juweliers. Als enkele fiscalisten en politici met hoge profileringsdrang aan het Kadastraal Inkomen (KI) willen morrelen, omdat taxshift het modewoord geworden is, dreigt Jan Modaal weerom de klos te worden.

‘De grens tussen solidariteit en profitariaat is een dunne, maar vooral slappe koord’

Het debat over de herberekening van het KI is een vals debat. Onroerende voorheffing of belasting op het kadastraal inkomen van de eerste en zelf bewoonde gezinswoning is diefstal door een gulzige overheid. Eventjes terug in de tijd (HLN, 20/06/2009): “Jozef V.H alias “geile Jo” gaat er prat op 10.001 vrouwen vereerd en versierd te hebben met een bordeelbezoek. Daarvoor heeft hij meer dan één miljoen euro verbrast en verneukt. Hij heeft zijn ganse leven nooit één euro aan belastingen of sociale bijdragen betaald. Vandaag leeft hij op kosten van de gemeenschap met 18 euro pensioen en een inkomensgarantie voor ouderen van 870 euro per maand op een sociaal appartementje in Ekeren.”

'De grens tussen solidariteit en profitariaat is een dunne, maar vooral slappe koord'
© BELGA

Ter vergelijking: Patrick V. ging vorig jaar op pensioen. Hij heeft 46 jaar gewerkt als bakkersgast, zaterdag, zondag, dag en nacht. Hij heeft met noeste arbeid zijn eigen huisje bijeen gespaard. Daarvoor wordt hij jaarlijks gestraft met een onroerende voorheffing van 1.480 euro. Een maandloon als boete, omdat hij zelf bedruipend is, en geen beroep doet op een sociale woning.

‘Wie netjes tussen de lijntjes kleurt, zijn werk doet en zijn belastingen stort, betaalt altijd het gelag.’

Wie vandaag pensioengerechtigd is en geen eigen huis bezit, wilde er geen, was liever huurder, had tegenslag of kon het niet opbrengen. Voor deze laatste categorie moet de solidariteit spelen, voor de eerste twee gelden de gevolgen van de vrije keuze. De grens tussen solidariteit en profitariaat is een dunne, maar vooral slappe koord. Wie netjes tussen de lijntjes kleurt, zijn werk doet en zijn belastingen stort, betaalt altijd het gelag.

Onroerende voorheffing is een straf voor zelfbedruipende burgers

Eigenaar zijn is de beste vorm van “sociale zekerheid“; zeker in tijden dat de overheid het pensioen van de hardwerkende Vlaming nog amper garandeert. Het is dan ook niet meer dan rechtvaardig om de OV op de eerste woning af te schaffen. Het is een belasting op de fictieve huurwaarde van een eigendom en een straf voor de burgers die voor hun eigen woning zorgen en hun hand niet ophouden. Spaargeld of centen om een hypothecaire lening af te korten is wat je over houdt als je al de helft van je wedde aan de fiscus afgegeven hebt.

Het is sociaal totaal onrechtvaardig dat mensen worden belast op hun eigen woning die ze met centen kochten waarvoor ze jarenlang hebben gewerkt en gespaard. Ze zijn reeds belast geweest op hun inkomen uit arbeid, op de interest van hun spaargeld (roerende voorheffing), op de aankoop(registratierechten) of de bouw van hun woning (BTW) en als ze het optrekje geërfd hebben passeerde de fiscus al ruim aan de kassa.

Wie een woning erfde van een suikertante heeft al 67% van de waarde aan de tollenaars moeten afstaan vooraleer hij door de voordeur mocht. Schaf de belasting (KI) op de gezinswoning af en belast de reële huurinkomsten van de verhuurders aan het tarief van de roerende voorheffing, een vlaktaks van 25 procent.

Gunstregimes in het pensioensysteem

Na de lobbyfiscaliteit draait de lobbymachine nu ook op volle toeren voor de nieuwe pensioenregeling. Wie een zwaar beroep uitoefent mag immers vlugger op rust dan de vooropgestelde leeftijdsgrens van 67 jaar. Over de graad van de belasting in de diverse beroepsgroepen beslist straks een commissie van sociale partners. Om de Bucket List te beïnvloeden worden zowel excuses als chantage uit de kast gehaald, met de macht van het stakingswapen als drukkingsmiddel. De politievakbond schoot al in eigen voet. Om een lagere pensioengrens voor een kleine groep af te dwingen stapte hun vakbond naar het Grondwettelijk Hof en deze zette prompt gans hun gunstregime op de schop. Dan maar met zijn allen de straat op, met boete loze weken en flitsmarathons als pestgedrag. Overheidsvakbonden worden zo gijzelnemers. Het recht op rechten is doorgeschoten tot onomkeerbare verworvenheden.

.
.© Xinhua

De hogere pensioenen voor ambtenaren zijn een gevolg van het principe van het uitgesteld loon. Het was gebaseerd op het nu achterhaalde axioma dat je in de privé meer kon verdienen dan bij de staat. Dit werd gecompenseerd door “vast werk” en een vervroegd en beter pensioen. Je kreeg zelfs een rugzakje met een lading ziekteverlofdagen. Als je die gedurende je carrière niet opnam kon je ze opsparen al Artispunten, en een paar jaar vlugger op rust. In het bestaande systeem zijn al heel wat compensaties voorzien voor zware en onregelmatige arbeid. Van aangepaste rusttijden tot extra loon en premies. Een statutair personeelslid bij de NMBS bijvoorbeeld, die ploegenarbeid verricht, heeft recht op 150 dagen thuis. Heeft hij een overplaatsing op zak die niet kan worden uitgevoerd, dan heeft hij recht op 24 bijkomende verlofdagen!

‘Een warme bakker heeft meer weekend- en nachtarbeid op de teller dan het ganse flikkenkorps van Erps-Kwerps.’

Geen wonder dat de treinen ontsporen. Wie het land lam kan leggen eist de meeste rechten op. Dit heeft echter niets met zware beroepen, eerlijkheid en billijkheid te maken. Er bestaan zware lichamelijke en geestelijke beroepen, (kasseileggen bijvoorbeeld is roofbouw op het lichaam), maar een job is ook zo zwaar als je de job ervaart. Veldwachter in Anzegem is een andere job invulling dan pakkeman in Molenbeek. Warme bakker Patrick V (zie boven) heeft meer weekend- en nachtarbeid op de teller dan het ganse flikkenkorps van Erps-Kwerps.

Volgens het “Expected duration of Working Life” rapport van Eurostat uit 2012 leeft de Belg gemiddeld 77,8 jaar en werkt daarvan 32,2 jaar. De Nederlander 39,6 en de Zwitser 41,8 jaar. Enkel de Grieken en de Italianen hebben minder werkdagen op de teller, iets meer dan 29 jaar. Als we met zijn allen een volle gewerkte loopbaanduur van 42 jaar zouden hebben dan kreeg het fetisjisme van de 67 jaar al een flinke deuk en zou de doos van Pandora vol subjectieve zware beroepen gesloten kunnen blijven. Dat mensen beoordeeld worden naar hun geboortedatum en niet naar hun capaciteiten vind ik zelfs te krankzinnig voor woorden.

We worden echter geregeerd door mensen die te weinig moed hebben om te doen waarvan ze denken dat het goed is.

Partner Content