‘De euro zal door de democratie worden omvergeworpen’

Knack – en Trendshoofdredacteur Johan Van Overtveldt ging in Londen in debat met Graham Bishop over Griekenland en de eurozone.

Knack – en Trendshoofdredacteur Johan Van Overtveldt ging op het openingsdebat (‘The eurozone 48 hours after the Greek elections’) van het Global Borrowers & Investors Forum in Londen, georganiseerd door vakblad Euromoney, in debat met Graham Bishop over Griekenland en de eurozone.

Moderator Mark Johnson van Euromoney zelf kondigde de sprekers op de conferentie aan als ‘some of the smartest minds to discuss’ de huidige stand van zaken in de eurozone. Dat Johan Van Overtveldt de auteur is van het in september 2011 verschenen ‘Het einde van de euro’, maakte volgens Johnson meteen duidelijk hoe Van Overtveldt de toekomst van de eurozone ziet.

Graham Bishop, onafhankelijk adviseur aangaande Europese financiële aangelegenheden, zit wat dat betreft niet op dezelfde lijn als Van Overtveldt: “Een Grexit, een uitstap van Griekenland uit de eurozone, is technisch zo goed als onmogelijk. Er is ook geen enkel wettelijk kader voor”.

Van Overtveldt: ‘Opluchting over overwinning Nieuwe Democratie is irreëel’

Gevraagd naar zijn analyse van de Griekse situatie, 48 uren nadat Nieuwe Democratie in een nek-aan-nekrace met de radicale linkse partij Syriza de verkiezingen won, schetste Van Overtveldt een weinig optimistisch beeld van het land: “De opluchting over de overwinning van Nieuwe Democratie is irreëel. Samen met het socialistische Pasok tekende deze partij immers decennialang de Griekse politieke lijnen uit. Het is dus deze partij die de Griekse bevolking decennialang belazerde en die Griekenland op basis van vervalste cijfers de eurozone binnenloodste. Vandaag weten we niet alleen dat die cijfers vervalst waren, maar ook dat iedereen dat eigenlijk wist, zoals onze vorige minister van Financiën Didier Reynders (MR) toegaf. Ik geloof dus niet dat de twee partijen die zowel het Griekse als het Europese volk bedrogen, nu Griekenland zullen redden.”

Volgens Van Overtveldt zit Griekenland in een depressie: “Officiële cijfers geven een werkloosheidsgraad van 22 procent aan, de werkelijke werkloosheid zal tegen de 30 procent liggen. Dit is geen recessie, maar een depressie. Op termijn zullen deze economische problemen de Griekse democratie in gevaar brengen.”

Bishop ziet de situatie dan ook enkel erger worden. “Griekenland heeft al een interne devaluatie doorgevoerd. Er is al fors gesneden in de lonen waardoor het concurrentievermogen verbeterde. Wat betreft een Grexit: het is veel lastiger om dat de Grieken op te leggen, dan hen dat zelf te laten beslissen.”

In het debat dat volgde tussen Bishop en Van Overtveldt, vielen ook sceptische stemmen te horen over een Grexit.

Permanente subsidiëring

Geopolitiek zou de Grexit moeilijk liggen, wierp Hakan Wohlin van Deutsche Bank op. Volgens hem kunnen de gevolgen van een Grexit desastreus zijn. Johan Van Overtveldt meende in Wohlin’s argumentatie te horen dat er vanuit geopolitieke overwegingen rond Griekenland desnoods een permanente subsidiëring van het land zit aan te komen. Ook de andere Duitser in het panel van dat latere debat, Moritz Kraemer van Standard & Poor’s, stelde vragen bij een Grexit. “Daarvoor moeten de Grieken eerst tot op de bodem van de put vallen. Het zal immers hun beslissing moeten zijn.” “De Grieken zitten al lang op die bodem,” aldus Van Overtveldt eerder op de ochtend.

Volgens Van Overtveldt zit in die Grexit een stuk van de oplossing voor het Griekse probleem: “De nieuwe drachme zal met minstens 50% devalueren en zodoende onmiddellijk het internationaal concurrentievermogen herstellen. Die external demand moeten ze opkrikken, en dat kan enkel met een devaluatie. De sanering van hun interne economie, die absoluut nodig is, zal indien niet begeleid met een devaluatie de afbraak van de Griekse economie nog veel uitgesprokener maken. ”

Ook een exit zal de Grieken pijn doen, weet Van Overtveldt, maar het is een noodzakelijk kwaad: “Een devaluatie zullen ze meteen voelen, maar dan zullen ze tenminste licht beginnen zien aan het einde van de tunnel. Dat is er nu helemaal niet.”

Tsjecho-Slovakije

Alan Brown, senior adviseur bij Schroder Investment Management, vergeleek in diezelfde redenering een Grexit-scenario met het voormalige Tsjecho-Slovakije. Daarbij was Tsjechië te vergelijken met Duitsland en Slovakije met Griekenland, aldus Brown. “Die splitsing betekende toch ook niet het einde van Slovakije? Na een periode van inkrimping, kende het opnieuw groei.”

Net als Van Overtveldt en Brown ziet ook Peter Boone, van het Peterson Institute for International Economics en de London School of Economics, een Grexit naderen: “We zitten er heel dichtbij. De eenheidsmunt is zijn falen aan het bewijzen en ze zal door de democratie worden omvergeworpen”.

De sterke ontkenning van het Grexit-scenario is volgens Alan Brown niet het minste bewijs van de onzinnigheid van dat idee: “Never believe anything until it has been officially denied (geloof nooit iets, tot het officieel wordt ontkend, red),” zo citeerde hij de Britse journalist Francis Claud Cockburn.

Political rascals

De ontkenning van de mogelijkheid van een Grexit is vooral een politiek verhaal. En dat is niet toevallig. De eurocrisis is immers niet louter economisch, zo waren Bishop en Van Overtveldt – en overigens ook andere sprekers bij latere debatten – het eens. Bishop wijst op het gevaar van de political rascals – de politieke belhamels, om het met een very British understatement te zeggen. “Zij zullen altijd de grenzen opzoeken en nemen wat ze kunnen krijgen.”

Een verhaal dat zowel voor Spanje, met de laatste Europese noodhulp, als op het eveneens noodlijdende Italië van toepassing is, vult Van Overtveldt aan. En waarin de ECB een belangrijke rol speelt: “Waar Silvio Berlusconi, of toch zijn raadgevers, steeds op gokten, was dat de ECB wel staatspapier zou komen, als hun staatsrentes de hoogte in schoten.”

Bancaire unie

Het politieke verhaal komt ook terug in het debat over een banciare of fiscale unie. “Een moeilijk debat,” meent Bishop. “Wat betekenen die termen immers. Zelfs als twee gesprekspartners erover praten, weet je dat beiden er een andere emotionele en intellectuele invulling aan geven. Laat staan als je er in 27 talen over discussieert.”

De hamvraag blijft desalniettemin, meent Van Overtveldt, in hoeverre de nationale staten bereid zijn soevereiniteit af te staan aan het Europese niveau. Alles draait rond het antwoord op die ene vraag.

Simon Demeulemeester

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content