‘Al in november 2016 sporen van Fipronil in Nederlandse eieren’

Minister van Landbouw, Denis Ducarme © Belga

Minister van Landbouw Ducarme haalt in de zaak van fipronil in eieren fel uit naar de Nederlandse overheid. Die zou een maand gewacht hebben om informatie door te geven en bovendien al sinds 2016 op de hoogte zijn van fipronil in eieren.

Minister van Landbouw Denis Ducarme (MR) haalt woensdag fel uit naar de informatiedoorstroming vanuit Nederland in het kader van de fipronilbesmetting in de eiersector. België heeft meer dan een maand op gevraagde info moeten wachten, zegt hij. Bovendien zou Nederland al sinds november 2016 weet hebben van een probleem met fipronil in de pluimveesector. Een en ander moet blijken uit de chronologie van de crisis die door het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen (FAVV) aan Ducarme is overgemaakt.

Ducarme kwam aan het woord in de Kamercommissies Landbouw en Volksgezondheid, die in spoedzitting bijeengekomen zijn over de eiercrisis. Volgens Ducarme moesten de Belgische autoriteiten herhaaldelijk om de klantenlijst vragen van het verdachte Nederlandse bedrijf “CF” (ChickFriend).

Voor zijn uiteenzetting baseerde Ducarme zich op de chronologie van de fipronilcrisis. Het FAVV bezorgde die dinsdag aan de minister, woensdag kregen ook de Kamerleden het gedetailleerde document.

Chronologie

Daaruit blijkt dat het FAVV op 2 juni voor het eerst op de hoogte werd gebracht van een ‘niet-conform resultaat’. Een eierverwerkend bedrijf (“XBB” genoemd in het document) was die besmetting met fipronil via autocontrole, maar wel toevallig, op het spoor gekomen. Het ging om eieren die op 9 mei gelegd waren in het legbedrijf XAA.

Een dag later, op zaterdag 3 juni dus, voerde het FAVV bij XAA een controle uit en werden alle aanwezige eieren in beslag genomen. Er werd ook meteen een onderzoek opgestart naar de bron of oorzaak van de contaminatie, dat uiteindelijk uitwees dat de bron exclusief in Nederland te zoeken was.

Op maandag 19 juni verstuurde het FAVV een formele vraag aan de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) om informatie te verstrekken over een servicebedrijf (“XEE” genoemd in het document, maar “CF” genoemd door Ducarme) en een voederproducent waar het Belgische legbedrijf XAA een beroep op had gedaan. Uit Nederland kwam er echter geen officiële reactie, ook niet toen het Europese antifraudeplatform AAC-FF werd aangesproken. Pas toen de onderzoeksrechter, die de leiding had over het intussen opgestarte Belgische onderzoek, gevraagd werd om de informatie bij de Nederlandse justitie op te vragen, kreeg het FAVV de Belgische klantenlijst van het ‘verdachte servicebedrijf XEE’.

Ducarme stond uitgebreid stil bij wat hij omschrijft als een gebrekkige informatiedoorstroming. ‘Een maand zonder de minst informatie van het Nederlandse agentschap. Dat wil zeggen dat we geen toegang hadden tot de klantenlijst van het Nederlandse bedrijf en dat het FAVV dus niet vroeger de perimeter heeft kunnen afbakenen die er later wel kwam en die betrekking had op 86 exploitanten.’

Wanneer een land als Nederland, een van de grootste exporteurs van eieren, deze informatie niet overmaakt, dan is dat een groot probleem

Denis Ducarme

‘We hebben dus een maand verloren om testen te kunnen doen’, zei Ducarme scherp. ‘En dat is een probleem. Wanneer een land als Nederland, een van de grootste exporteurs van eieren, deze informatie niet overmaakt, dan is dat een groot probleem.’

Communicatie naar consument

Ook met betrekking tot de communicatie naar de consument verdedigt het FAVV zich in het rapport. ‘In de eerste 2 fasen van dit incident, namelijk het onderzoeken en afhandelen van de initiële contaminatie op het legbedrijf XAA en het aansluitende onderzoek naar de bron van de contaminatie, was er geen nood om te communiceren naar het brede publiek’, staat in het document te lezen. ‘Het FAVV had immers onmiddellijk het nodige gedaan om de verdere contaminatie van de voedselketen vanaf op het betrokken bedrijf te voorkomen en de bij de analyses aangetroffen gehaltes waren ver onder de Europees vastgelegde risicowaarde.’

Anders was het na 20 juli, toen na een huiszoeking bij een Belgische verdeler van een product tegen bloedluizen gebleken was dat het gebruik van fipronil ‘veel wijder verspreid was dan tot dan gedacht werd op basis van de gekende informatie’. Er was intussen een gerechtelijk onderzoek opgestart dat nog volop lopende was, wat de onderzoeksrechter ertoe noopte uitdrukkelijk te vragen ‘om geen andere informatie dan de maatregelen voor de volksgezondheid te verspreiden’. Enkele dagen later werd ‘dit verbod’ uitdrukkelijk bevestigd. ‘We mogen van hem contact opnemen met de sector, maar er mogen geen namen van personen en bedrijven genoemd worden’, citeert het FAVV de communicatie met het parket. ‘Hij verkiest een droge korte communicatie genre “dat monsternames gebeuren in het kader van een lopend onderzoek om gevaar voor volksgezondheid te verzekeren” (sic).’

Op geen enkel moment heeft het geheim van het onderzoek belet dat de consument zou verwittigd worden indien er zich een probleem zou voordoen en een recall zou nodig zijn

FAVV

Het FAVV heeft zich naar eigen zeggen aan die instructie gehouden, ‘ondanks alle kritiek op de karige informatie die verspreid werd’. Het voegt eraan toe: ‘Op geen enkel moment heeft het geheim van het onderzoek belet dat de consument zou verwittigd worden indien er zich een probleem zou voordoen en een recall zou nodig zijn’. Desondanks bleef het FAVV de informatie verspreiden die volgens het agentschap essentieel was voor de veiligheid van de voedselketen. Zowel de consument, de sector, de andere Europese lidstaten als de minister van Landbouw werden op de hoogte gehouden. Dat de minister echter ‘pas’ op 24 juli geïnformeerd werd, vinden verschillende Kamerleden onbegrijpelijk.

‘Waarom doet Nederland dit?

In zijn rapport schrijft het FAVV daarnaast dat het ‘per toeval’ in het bezit van twee nota’s is gekomen waaruit blijkt dat Nederland al vanaf november 2016 wist dat er een probleem was met het gebruik van fipronil in de Nederlandse pluimveesector en op legbedrijven in het bijzonder. Verschillende parlementsleden, onder wie Nele Lijnen (Open VLD), stellen zich vragen bij deze gang van zaken in Nederland. ‘Waarom doet Nederland dit?’, vraagt ze zich af. Lijnen spreekt van ‘moedwillig tegenwerken’, ‘en dat is onaanvaardbaar’.

De Nederlandse voedselwaakhond foodwatch heeft ondertussen een petitie opgestart om het NVWA bij een volgend kabinet niet langer onder de verantwoordelijkheid van het Nederlandse ministerie van Economische Zaken te laten vallen. ‘Om de voedselveiligheid en gezondheid te kunnen garanderen in Nederland hebben we een sterke, strenge en bovenal onafhankelijke toezichthouder nodig, die het publieke belang altijd voorop stelt. Dit is nu niet het geval omdat de NVWA continu onder druk staat om economische belangen af te wegen tegen de gezondheid van burgers’, stelt foodwatch.

Vermoedelijk is de consument al een jaar lang blootgesteld aan eieren waarin het verboden insecticide fipronil zat.

Nederlandse voedselwaakhond foodwatch

Volgens foodwatch zou de NVWA een zelfstandig orgaan moeten worden dat dan als onafhankelijke toezichthouder kan opereren. Een andere optie is de instantie onderbrengen bij het Nederlandse ministerie van Volksgezondheid. De voedselwaakhond stelt dat de rechten van consumenten de afgelopen jaren meerdere malen zijn geschonden ten voordele van bedrijfsbelangen.

Het eierschandaal maakt volgens foodwatch ‘pijnlijk duidelijk’ dat het toezicht op de voedselveiligheid in Nederland faalt. ‘Vermoedelijk is de consument al een jaar lang blootgesteld aan eieren waarin het verboden insecticide fipronil zat. Bovendien werden consumenten verkeerd voorgelicht toen het schandaal eindelijk aan het licht kwam’, aldus de voedselwaakhond.

Ondanks het rapport waarin met de vinger naar Nederland wordt gewezen, blijft ook het Belgische FAVV kritiek krijgen. Zo meldt consumentenorganisatie Test-Aankoop dat sinds het aantreden van de regering-Michel het totale budget van het FAVV gedaald is met maar liefst 11 procent. Als er enkel wordt gekeken naar de middelen die van de overheid komen, de dotatie, dan loopt de besparing zelfs op tot 18 procent. Als gevolg daarvan daalden ook het aantal controles. Dat is een verontrustende evolutie, aldus Test-Aankoop. Waar tussen 2011 en 2013 het aantal uitgevoerde controles nog gevoelig steeg (+4 procent) doet er zich vanaf 2014 een serieuze daling voor. In 2015 gaat het om -6 procent en in 2015 nog eens om -2.5 procent.

Dit zijn de lotnummers van teruggeroepen eieren

Colruyt, Carrefour en Delhaize hebben geen van de verspreide lotnummers in verkoop

Supermarktketen Colruyt zegt ‘in principe geen enkele van de door het voedselagentschap FAVV voor terugroeping verspreide codenummers in verkoop te hebben’. Ook Delhaize heeft woensdag gemeld dat ‘alle eieren in de Delhaize-winkels veilig zijn om te consumeren.’ De klanten hoeven dus geen Delhaize-eieren terug te brengen naar de winkel. Colruyt voegt eraan toe dat ze ook de niet-besmette loten eieren uit de rekken zal halen, die gelinkt zijn aan de loten van legbedrijven die betrokken zijn, dat uit voorzorg en om verwarring bij de klant te voorkomen. Winkelketen Carrefour meldt eveneens dat er geen door het FAVV gecommuniceerde lotnummers aan hen is geleverd en bijgevolg in de winkels aanwezig is of was.

Supermarktketen Lidl meldt dan weer dat ‘een van zijn leveranciers mogelijk de Europese norm voor Fipronil overschreed’. Het gaat om eieren die alleen verkocht werden in Lidl-winkels in Oost- en West-Vlaanderen en Henegouwen. ‘Deze eieren zijn inmiddels uit verkoop genomen’, meldt Lidl.

Partner Content