Maandag is het weer zover. Dan reikt de FIFA haar Ballon D’Or uit, zeg maar: de speler van het jaar 2014. Plaats van gebeuren: Zürich. Niet te verwarren met de Europese Gouden Schoen, die de beste topschutter uit een Europese competitie bekroont. Noch met de Gouden Bal, die wordt uitgereikt na afloop van de finale op een WK en de beste speler van dat toernooi bekroont. Dat was dit jaar Lionel Messi, en de Europese Gouden Schoen ging naar Cristiano Ronaldo (samen met Luis Suárez). Zowel Messi als Ronaldo zijn ook nu weer genomineerd, samen met de Duitse doelman Manuel Neuer.
De Ballon D’Or van de FIFA is een samensmelting van het gelijknamige referendum dat France Football tot 2009 organiseerde en de Wereldvoetballer van het Jaar, een prijs die de FIFA sinds 1991 uitreikt. Omdat zoiets dubbelop was, werd wijselijk besloten om de twee referenda samen te voegen. Sindsdien wonnen maar twee spelers: Lionel Messi drie keer en Cristiano Ronaldo vorig jaar.
Dat Messi tot beste speler van het WK werd uitgeroepen, kreeg veel kritiek. Veel waarnemers vonden dat Arjen Robben de prijs verdiende. Hij kreeg slechts brons. Thomas Müller (en niet de nu genomineerde Manuel Neuer) kreeg zilver. In Le Monde lichtte Gérard Houllier, lid van de commissie die Messi verkoos, later dat besluit toe. “Ik begrijp dat men verbaasd is, omdat veel mensen zich vooral zijn laatste deel van de finale herinneren. Als commissie kijken we echter naar alle wedstrijden. Messi bereikte de finale en dat is sowieso een van de voorwaarden om in aanmerking te komen voor deze prijs. Daarnaast was Messi in vier wedstrijden van doorslaggevende waarde. In de halve finale tegen Nederland benutte hij als eerste een strafschop. Bovendien houden we er rekening mee dat Messi aanvoerder was van een goed samenspelend team, iets dat we lange tijd niet gezien hadden bij Argentinië.”
Johan Cruijff is er niet zo wild van, van al die referenda. Niemand in Nederland is dat, sinds Robben vorig en dit jaar over het hoofd werd gezien en in 2010 Wesley Sneijder ‘maar’ vierde was, na een seizoen waarin hij finalist was op het WK met Nederland en met Inter titel, beker én CL pakte. Cruijff won de prijs zelf drie keer, in 1971, 1973 en 1974, maar dat was ook omdat niet-Europese spelers toen niet in aanmerking kwamen voor de eindzege (dat bleef trouwens zo tot in 1995). Cruijff: “Het is een zienswijze van journalisten.” Maar dat klopt niet. Stemmen immers voor de Ballon D’Or: alle aanvoerders van alle nationale ploegen die de FIFA erkent, alle bondscoaches en inderdaad ook één journalist per land. Voor België is dat Michel Dubois, de éminence grise van La Dernière Heure.
De kritiek van Cruijff is wel gedeeltelijk terecht, er waren jaren dat de Ballon d’Or er compleet naast zat. Iker Casillas, de ster van Real en Spanje in 2008, werd toen pas vierde. In 1982 kreeg de sierlijke Gaetano Scirea, wereldkampioen met Italië en landskampioen met Juventus, twee (!) stemmen (zijn ploegmaat Paolo Rossi won toen wel). En in 1978 werd Kevin Keegan bekroond. Keegan had bij HSV, dat als tiende eindigde, zes goals gemaakt. Kenny Dalglish maakte er toen 31 in Engeland bij Liverpool, dat als tweede eindigde én EC1 won.
DOOR PETER T’KINT
De kritiek van Cruijff is gedeeltelijk terecht.