Dagboek van een Belgische club, die in het hol van de leeuw de strijd aanging met drie Italiaanse clubs en niet zonder succes uit de arena stapte. Maaseik is Europese top.
Noliko Maaseik kon niet echt genieten van een perfecte voorbereiding op de Final Four van de CEV-Cup. De data voor de eindstrijd veranderden tot driemaal toe en over de plaats werd door de drie Italiaanse clubs – Modena, Macerata en Montichiari – een getouwtrek opgevoerd dat niet bevorderlijk is voor het imago van het Europese volleybal. Maaseik stelde Modena voor om de eerste wedstrijd met een heen- en terugwedstrijd af te werken. De Limburgers zagen het uiteraard wel zitten om de Italiaanse topper over de vloer te krijgen en zo een mooie recette binnen te halen, maar de Europese volleybalbond stak daar een stokje voor. Uiteindelijk kwam er een solution à la belge uit de bus. Het kleine Toscaanse stadje Sansepolcro, dat het midden houdt tussen de deelnemende Italianen, werd aangeduid als gastplaats.
Vrijdag 16 maart
Als de spelers van Noliko Maaseik in de vroege namiddag in Sansepolcro aankomen, baadt het rustieke plaatsje in een zacht lentezonnetje. Ook assistent-trainer Mathieu Bollen is erbij. Hoewel Bollen al verscheidene jaren trouw in dienst is, had men hem onderweg van de luchthaven van Bologna naar Sansepolcro bijna achtergelaten. Er werd nog even gestopt om een hapje te eten en bij het verlaten van de parking, had niemand onmiddelijk in de mot dat Bollen nog niet op de bus zat. De brave man holde nog achter de bus aan, maar ook dat bleef onopgemerkt. Een paar kilometer verderop begon er dan toch een lichtje te branden bij een van de spelers, waarna teammanager Theo Goyens de gestrande assistent ging oppikken.
Over de verblijfplaats in Sansepolcro is iedereen tevreden. Pers- en communicatieverantwoordelijke Walther Kippers : “Het hotel ligt vlak bij de sporthal. Dat is ideaal. Soms zitten we bij Europese verplaatsingen dertig kilometer van de zaal verwijderd. Met al die grote jongens vormt dat een aanzienlijk probleem : de beenruimte in de bus is klein en dan komen de spelers als het ware verkleumd aan.”
In de vooravond staat een eerste training op het programma. De spelers van Maaseik voelen zich duidelijk goed in hun vel. Kippers : “Het hele bestuur is op post. De zon schijnt, er is kermis aan de sporthal. Dat zijn kleine elementen die maken dat iedereen in de mood komt. De goede sfeer kan het resultaat alleen maar positief beïnvloeden. Het geloof leeft in de groep dat Maaseik meer kan betekenen dan een sparringpartner voor Modena. We gaan ons niet zomaar laten afslachten. Het is niet onze bedoeling een opwarmertje te zijn voor de Italianen in functie van de finale. Anderzijds beseft iedereen dat onze tegenstander als gedoodverfd favoriet aan de wedstrijd begint.”
De weken voor de Final Four speelde trainer Anders Kristiansson optimaal in op die underdogpositie van Maaseik. Hij hield de druk van zijn spelers en counterde elke opmerking over mogelijke finalekansen van zijn team. “Als gewezen trainer van Sisley Treviso kent hij het Italiaanse volleybal natuurlijk door en door”, zegt Kippers. “Hij weet ook dat we aantreden in het hol van de Leeuw : Italië, hét volleyballand bij uitstek, dat gastheer is voor drie Italiaanse toppers en daarbij Noliko Maaseik. We mogen trouwens best trots zijn op onze status, in Italië kent men Noliko Maaseik : we werden twee keer vice-Europees kampioen en haalden vorig jaar brons in de Champions League.”
In 1997 organiseerde Maaseik de Europese Supercup. Daaraan namen toen ook drie Italiaanse topteams deel : Ravenna, Modena en Cuneo. Zij raakten onder de indruk van de professionele organisatie en omkadering die de Limburgers op poten zetten. “We gaven Maaseik een plaatsje op de wereldkaart van het volleybal”, haalt Kippers fier aan. “Een bekende warenhuisketen in België maakt reclame met de slogan : zoveel klanten, dat moet je verdienen. Wel, dat geldt ook voor Noliko. Je mag niet vergeten dat het bestuur en de technische staf heel hard werkten om dat te bereiken. Kristiansson is een absolute toptrainer. Hij kreeg dit jaar een aanbieding om voor vier jaar bondscoach van het Nederlandse team te worden, maar hij verkoos bij ons te blijven. Dat wil al iets zeggen.”
Zaterdag 17 maart
Om kwart over negen staan de spelers al in de Palazzetto dello Sport voor een korte training. Het organisatiecomité van de Final Four stelde de zaal voor een klein uurtje ter beschikking van de deelnemende ploegen. Zoals het fanatieke Italianen past, werd Maaseik uitgekozen als eerste team. Terwijl de spelers van Modena, Macerata en Montichiari nog rustig zaten te ontbijten, droop het zweet al van de aangezichten van de Limburgers. Eerst speelden de organisatoren zelfs met het idee Maaseik al om acht uur de zaal in te jagen, maar daar konden Kristiansson en co gelukkig nog een stokje voor steken.
Twee uur voor de eerste wedstrijd, tussen Noliko Maaseik en Modena, is er nog weinig beweging te bespeuren in en rond de sporthal. Een van de eerste toeschouwers die de parking oprijdt, is Zdenek Haník. De Tsjechische bondscoach legde de duizend tweehonderd kilometer tussen zijn woonplaats Nymburk en Sansepolcro met de wagen af en lijkt dan ook licht vermoeid. ” And next week we drive to Paris“, vertelt Haník. Dan is Parijs gastheer voor de Final Four in de Champions League en bij de Fransen volleybalt de absolute vedette van het Tsjechische team, Novak.
Vandaag komt Haník de Maaseikse Tsjechen Jiri Popelka en Martin Lébl scouten. “Popelka en Lébl zijn twee uiterst belangrijke spelers voor onze nationale ploeg. In volle voorbereiding van het Europees kampioenschap in Ostrava is het leerzaam zoveel mogelijk van mijn basisspelers aan het werk te zien, zeker op dit niveau. Volleybal heeft een grote traditie in Tsjechië. Hoewel de resultaten van de nationale ploeg de laatste jaren wat tegenvielen, blijft de populariteit van de sport groot. Op het EK gaan we resoluut voor een medaille.”
De wedstrijd van Maaseik tegen Modena start om drie uur. Het budget van Casa Modena Salumi ligt drie keer zo hoog dan dat van Maaseik. Hoofdsponsor Casa Salumi – worstenfabrikant – steekt jaarlijks miljoenen in de ploeg. De palmares van de club spreekt boekdelen : Modena rijfde tien titels binnen, kaapte evenveel Italiaanse bekers weg en slaagde erin alle Europese bekers minstens drie keer te winnen. De laatste scudetto dateert van 1997. De vorige twee seizoenen moest Modena zich telkens tevreden stellen met een tweede plaats. Om dit jaar opnieuw aan te knopen met de successen uit het (nog recente) verleden tastte het clubbestuur andermaal diep in de buidel om de Nederlandse hoekaanvaller Guido Görtzen, de Amerikaanse spelverdeler Lloy Ball en de Russische opposite Roman Iakovlev in te lijven.
In de eerste set zien de honderd meegereisde Maaseiksupporters hun ploeg tot 18-18 gelijke tred houden. Toch blijkt al snel dat Modena meer individuele klasse in huis heeft. Vooral het aantal geslaagde aanvallen door het midden vallen op. De Russische middenman Alexei Kazakov haalt een vier op vier. Ook kapitein Luca Cantagalli en Marco Tagliatti werken af aan honderd procent. Na tweeëntwintig minuten leidt de ploeg van coach Daniele Bagnoli met 1-0.
De tweede set lijkt wel een kopie van de eerste. Opnieuw houdt Maaseik stand tot 18-18, maar andermaal blijft Modena het koelst op het einde van de set. In de derde set voert Bagnoli een aantal wissels door, waarvan Noliko handig gebruik maakt om bij de tweede technische time-out vijf punten voorsprong te vergaren. Door een paar onnodige fouten – allicht te wijten aan de zenuwen – geeft Maaseik zijn bonus nog bijna uit handen, maar Schuil zorgt uiteindelijk met twee powersmashes voor de oververdiende setwinst.
Maaseik put moed uit de situatie en gaat door op zijn elan. Vital Heynen varieert het spel uitstekend en de Spaanse middenman Moltó scoort een paar fraaie punten door het midden. Ook blokkerend laat hij zich opmerken door meermaals de boomlange Kazakov (2m17) af te stoppen. Maaseik verdedigt zich met hand en tand en door het sterke defensieve werk van Heino en libero Hansen worden de rally’s langer. Toch moeten de Limburgers zich in de vierde set met het kleinste verschil gewonnen geven.
Moltó voelt zich na de wedstrijd in de eerste plaats teleurgesteld. “Er zat vandaag meer in”, aldus de vijfentwintigjarige Spanjaard, die eerder met Almería al eens de Final Four speelde. “We waren er heel dicht bij. We misten volgens mij een unieke kans om in de finale te staan. De ontgoocheling is groot, maar we moeten de batterijen snel weer opladen, want als we volleyballen als vandaag zit een derde plaats er zeker in. Ik vond niet dat we veel moesten onderdoen voor Modena en dat vind ik al een hele prestatie. Hun opslagdruk lag wat hoger, maar ze konden op geen enkel moment een kloof slaan.” Over zijn eigen wedstrijd blijft Moltó bescheiden : “Ik ben zelden tevreden over mijn eigen spel. Altijd komt er wel eens een bal door waarvan je achteraf denkt dat je die andere manier wel had kunnen afblokken.”
Ook routinier Franky Reijmen vond de tegenstander weinig overtuigend. “Als Modena morgen niet beter voor de dag komt, zie ik het nog niet winnen van Macerata. Wij toonden te veel respect voor de ronkende namen aan de overkant van het net. Modena was nochtans bang om te verliezen, want het kan zich niet veroorloven geklopt te worden door een Belgische ploeg. Zelf begonnen we ook te gespannen aan de wedstrijd. Op voorhand zeg je wel van “We hebben niks te verliezen. We gaan er gewoon plezier aan beleven.” Maar eens je op het veld staat, voel je toch de spanning stijgen. En dan maak je fouten die je anders niet maakt. Wat ik wel heel knap vind, is dat er weer zoveel supporters zijn meegekomen. Dat geeft de spelers een extra stimulans.”
Zondag 18 maart
De ontgoocheling van de dag voordien lijkt verwerkt bij coach Kristiansson en zijn spelers. Vandaag wacht – zoals algemeen verwacht – Bossini Montichiari in de wedstrijd om de derde plaats. De nummer acht uit de Italiaanse competitie leed gisteren een kansloze 3-0-nederlaag tegen Macerata. Kristiansson : “Ik ben heel tevreden over de manier waarop we speelden. Als onder meer de Italiaanse bondscoach je na de wedstrijd komt feliciteren met het geleverde spel, mag je best trots zijn. Maar aan het einde van de rit telt het resultaat en dan is het normaal dat je een beetje ontgoocheld bent, maar dat is dan weer niet het goede woord. We beseffen dat we tegen een van de sterkste teams van de wereld volleybalden. Aanvallend was onze tegenstander beter, maar wat service, blok en receptie betreft, kwamen wij zeker even goed uit de verf.”
De coach benadrukt dat hij tevreden was over elke speler : ” Every player was up to the challenge. Als ik dan toch één uitblinker moet kiezen, zeg ik Vital Heynen. Ik maak niet de rekening van anderen, maar wij hielden tijdens elke set gelijke tred met Modena, terwijl sommige Belgische ploegen Europees soms niet verder kwamen dan 25-15 of 25-13″, start Kristiansson subtiel het steekspel naar aanleiding van de topper tegen Knack Roeselare volgend weekend. “Eerst wacht nog de wedstrijd voor het brons. Het is moeilijk om onze kansen te voorspellen. Als we hetzelfde niveau kunnen halen van de wedstrijd tegen Modena, maken we een kans. Het belangrijkste wordt om de juiste motivatie te vinden. Als Pete Sampras en Andre Agassi tegen elkaar een fantastische halve finale tennissen en de verliezer moet voor de derde plaats strijden, wel, dan ben ik er ook nog niet zo zeker van dat hij dan opnieuw een goede wedstrijd speelt.”
De Tsjechische bondscoach Haník is op de finaledag nog steeds van de partij en analyseert nog even de wedstrijd van gisteren tussen Maaseik en Modena. “Maaseik kreeg de kansen om de vierde set te winnen, maar het geluk ontbrak hen. In de tie-break kon het dan alle kanten uitdraaien.” Wat vond Haník van zijn twee internationals ? “Martin Lébl had het begrijpelijk heel moeilijk tegen Kazakov. Hij stond in een ondankbare positie. Popelka vond ik goed in de aanval, maar blokkerend schoot hij tekort : hij stond tegenover Iakovlev, die niet in zijn dagje was, maar toch scoorde de Rus het meeste punten.”
Tegen Montichiari start Maaseik voortvarend. De Italianen komen tegen het einde van een spannende set nog opzetten, maar Noliko haalt het uiteindelijk toch met 27-25. In de tweede set draaien de Limburgers op volle toeren. Een collectief sterk Maaseik maakt brandhout van een schijnbaar uitgeblust Montichiari : 25-16 luidt het verdict. Ook in de derde manche laat Maaseik zich niet meer van de wijs brengen. De bronzen medaille is een feit.
Anders Kristiansson is een gelukkig man : “Gisteren speelden we nog beter dan vandaag. Er bestaat een duidelijk verschil tussen Modena en Montichiari, maar voor een paar jaar zou Maaseik ook tegen Montichiari geen schijn van een kans maken. Met het oog op de wedstrijd tegen Roeselare is het altijd beter te winnen dan te verliezen.”
Epiloog
Het laatste woord is voor de man die aan het roer staat van Noliko Maaseik, voorzitter Mathi Raedschelders. Hoe kijkt hij terug op de Europese campagne van zijn club dit seizoen ? “Het kwalificatietoernooi in Tarragona vormde geen probleem. In de volgende rondes hadden we geen beschermde status. Daardoor moesten we tegen Orestiada, dat toch een van de Griekse topclubs is. Niet vergeten dat ze er vorig jaar Roeselare uitbonjourden. Vervolgens speelden we tegen Poitiers, dat toch ook niet van de minsten is. Ons doel was de Final Four halen. Dat hebben we bereikt, die derde plaats maakt het nog mooier.”
Op financieel vlak bracht het behalen van de Final Four Maaseik niet veel bij. Raedschelders : “Wij zijn al heel tevreden dat we dankzij het sponsorgebeuren en de recettes van de thuiswedstrijden een nuloperatie kunnen maken van deze campagne. Dit jaar kan je met deelname aan de Champions League voor het eerst echt wat verdienen, maar de grote bedragen van het voetbal vallen in onze sport niet te rapen.”
Raedschelders beaamt dat het organigram dat Maaseik uitbouwde, uniek is voor het Belgische volleybal. “We mogen daarbij niet vergeten dat we al vijfentwintig jaar in de ereklasse spelen en nooit in degradatiegevaar verkeerden. We konden onze structuur stap voor stap opbouwen. Het voordeel ten opzichte van andere clubs is dat wij over een heel hechte groep beschikken. Allemaal mensen die een binding hebben met deze vereniging. Eddy Evens, Theo Goyens en nog anderen die al twintig jaar samenwerken. Ook op het gebied van sponsoring kennen we een grote stabiliteit. Noliko is al zestien jaar hoofdsponsor, ASLK en nu Fortis al veertien jaar cosponsor.”
De voorzitter merkt wel op dat door de structuur van de club bepaalde spelers niet haalbaar zijn. “Jongens als Cristina of Falasca kunnen wij niet betalen. Waar Roeselare alleen maar zijn eerste team heeft, beschikken wij over een hele jeugdwerking. Dat is de keuze van Roeselare en ik respecteer die, maar wij doen veel meer dan alleen maar de eerste ploeg. Ons toernooi zit ook in het totaalbudget. Dat betekent dus dat het bedrag dat wij ter beschikking hebben voor de eerste ploeg, minder hoog ligt dan bij Roeselare. Buiten Dominique Baeyens zit bij de West-Vlamingen niemand op professionele basis. Je mag niet vergeten dat bij Maaseik naast Kristiansson ook onze twee assistenten voltijds prof zijn. In totaal hebben wij zes mensen die wij een volledige wedde moeten uitbetalen.”
Voor de coach heeft Raedschelders een grenzenloos respect. “Ik ken niemand die zo professioneel werkt als Anders. Wij houden ons hart vast voor de dag dat hij gaat zeggen dat hij er hier mee ophoudt. Het wordt voor ons een heel groot probleem om iemand te vinden van dat niveau. Kristiansson werkt ook op een andere manier dan veel andere coaches. Roeselare neemt bijvoorbeeld alleen maar gevormde spelers. Dominique Baeyens vormt geen spelers, Kristiansson wel. Voor hem is het een uitdaging van jonge spelers toppers te maken. Schuil en Wijsmans zijn onder Anders groot geworden. Nu zitten er met Lébl, Popelka, Hoho en Krnic opnieuw heel wat jongeren in de selectie. Het financiële is voor onze trainer ook ondergeschikt aan zijn job graag doen. Hij krijgt jaarlijks aanbiedingen uit Italië en elders waar hij veel meer kan verdienen dan bij ons, maar die legt hij naast zich neer omdat hij in Maaseik gelukkig is.”
door Roel Van den broeck