Het wielrennen worstelt al jaren met de groeiende, donkere schaduw van sportswashing. Teams als UAE Team Emirates en Israel-Premier Tech, het WK 2025 in Rwanda of het One Cycling Project, gesteund door Saudi-Arabië: allemaal voorbeelden die ethische vragen oproepen over sponsoring, mensenrechten en de rol van geld. Opvallend vaak blijft het daarover stil. Te stil.
Eind juni publiceerde The New York Times een uitvoerig onderzoek naar Sheikh Mansour bin Zayed al-Nahyan, vicepresident van de Verenigde Arabische Emiraten (VAE) en eigenaar van voetbalclub Manchester City.
De krant schetste zijn sleutelrol in de bloedige burgeroorlog in Soedan. In februari 2023 ontving Sheikh Mansour generaal Mohamed Hamdan in zijn paleis, leider van de Rapid Support Forces (RSF) en beschuldigd van oorlogsmisdaden en illegale goudhandel.
Kort na dat bezoek escaleerde de burgeroorlog. Met verwoestende gevolgen: volgens schattingen van de Verenigde Naties zijn intussen vele tienduizenden mensen omgekomen, 12 miljoen ontheemd en 30 miljoen mensen afhankelijk van noodhulp. Het is een van de grootste en dodelijkste conflicten ter wereld.
De VAE speelt hierin een strategische rol, onder meer om toegang te krijgen tot goud, landbouwgrond en havens aan de Rode Zee. Via militaire en financiële steun aan de RSF dragen de Emiraten bij aan het voortdurende geweld.
In maart 2025 diende Soedan daarom een klacht in tegen de VAE bij het Internationaal Gerechtshof wegens medeplichtigheid aan genocide. Begin mei verwierp het Hof de zaak omdat het geen jurisdictie had: de VAE had bij toetreding tot de Genocideconventie een voorbehoud gemaakt op artikel IX, dat de rechtsmacht van het Gerechtshof regelt.
Sponsors van Tadej Pogacar
De mensenrechtenreputatie van de Verenigde Arabische Emiraten is al langer problematisch. De link met UAE Team Emirates, de ploeg van wereldkampioen Tadej Pogacar, wordt op dat vlak echter opvallend weinig gelegd.
Die is er nochtans wél. Sheikh Tahnoun bin Zayed al-Nahyan, de broer van Sheikh Mansour, is via de staatsinvesteringsmaatschappij ADQ en dochterbedrijf ADNOC (XRG) nauw betrokken bij UAE Team Emirates. Zowel ADQ als XRG zijn sponsors van de ploeg.
Ook andere sponsors leiden rechtstreeks naar Tahnoun bin Zayed. Op de helm en broek van Tadej Pogacar prijkt het logo van G42, een technologiebedrijf met focus op artificiële intelligentie. Voorzitter van de raad van bestuur: Tahnoun bin Zayed.
Pogacar rijdt bovendien op een Colnago-fiets, een van oorsprong Italiaans merk. Dat kwam in 2020 via een kluwen van investeringsvehikels bij Royal Group terecht, een holding die eveneens onder leiding staat van Tahnoun bin Zayed.
De verwevenheid tussen UAE Team Emirates en het hoogste machtscentrum van de Emiraten werd zelfs zichtbaar in 2022. Na Pogacars zege in de UAE Tour werd het team ontvangen door kroonprins Mohamed bin Zayed bin Sultan Al Nahyan, de feitelijke leider van de VAE.
Op de ploegwebsite noemde Pogacar die ontmoeting ‘speciaal’. Ceo Mauro Gianetti onderstreepte dat de ploeg ‘de natie wereldwijd vertegenwoordigt’. Het is een schoolvoorbeeld van sportswashing: sport als instrument om het imago van een autoritair regime op te poetsen.
Israël, Rwanda en het zwijgen van de UCI
De Verenigde Arabische Emiraten is lang niet het enige voorbeeld in het wielrennen. De ploeg Israel-Premier Tech, ook actief in de Tour de France, is eigendom van de Canadees-Israëlische miljardair Sylvan Adams. Onder het mom van ‘sportdiplomatie’ investeerde hij onder meer 10 tot 15 miljoen euro in de start van de Giro d’Italia 2018 in Jeruzalem.
Israël staat internationaal onder zware druk vanwege de oorlog in Gaza. Mensenrechtenorganisaties beschuldigen het land van oorlogsmisdaden en genocide. Zo’n 58.000 Palestijnen kwamen daarbij al om.
Pro-Palestijnse activisten protesteren al jaren tegen Israëls aanwezigheid in het wielerpeloton. Tijdens de jongste Giro hinderde een toeschouwer renner Taco van der Hoorn, die voorop fietste in een vlucht. Langs het parcours verschenen ook vlaggen en slogans als ‘Gooi Israël uit de Giro’. Ook in de Tour of Britain, de Tour Down Under en de Amstel Gold Race vonden protestacties plaats.
Warme banden tussen Lappartient en Kagame
Van een reactie door de Internationale Wielerunie (UCI) is er echter geen sprake. Ze beroept zich op politieke neutraliteit. Een dubbele standaard, want Russische teams werden na de inval in Oekraïne wél meteen uitgesloten.
Het gebrek aan principes geldt ook voor het wereldkampioenschap wielrennen van 2025, dat de UCI toekende aan Rwanda. Dat WK past naadloos in de logica van sportswashing. De Rwandese president Paul Kagame gebruikt sport namelijk om zijn autoritaire bewind te legitimeren.
In eigen land, zo toonde journalist Thomas Sijtsma aan in een reeks voor Trouw, legt hij critici het zwijgen op met harde repressie. Volgens mensenrechtenorganisaties leidde dat tot duizenden doden.
Tegelijk steunt Rwanda de M23-rebellen in Oost-Congo, die verantwoordelijk worden gehouden voor massale ontheemding. Ook dat is economisch gedreven: Rwanda exporteert jaarlijks tonnen waardevolle grondstoffen uit Congolese mijnen in het conflictgebied.
Dat hield UCI-voorzitter David Lappartient niet tegen om banden te smeden met Kagame, via bezoeken en enthousiaste berichten op sociale media. De Fransman verdedigde Kagame – ‘hij is een sterke leider’ – en de keuze voor Rwanda publiekelijk.
Het WK moet het Afrikaanse wielrennen een duw in de rug geven. Maar ook zijn persoonlijke belangen in Afrika, als UCI-voorzitter. In het najaar zal Lappartient niet toevallig zonder tegenstand voor een derde keer worden verkozen.
Today at Urugwiro Village, President Kagame received @DLappartient, President of the International Cycling Union, @uci_cycling who is in Rwanda to attend #TdRwanda2021 pic.twitter.com/N0aLkNxh2D
— Presidency | Rwanda (@UrugwiroVillage) May 3, 2021
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Het WK roept ernstige vragen op over zijn geloofwaardigheid en die van de UCI, die zelf bijdraagt aan sportswashing in plaats van ertegen op te treden.
Financieel overleven is belangrijker dan principes
Ook in de coulissen van de sport speelt geopolitiek mee. Zo werken ploegen als Visma-Lease a Bike (Jonas Vingegaard en Wout van Aert), Soudal Quick-Step (Remco Evenepoel) en Red Bull-BORA-hansgrohe (Primoz Roglic) aan het One Cycling Project, een nieuw model dat het wielrennen financieel stabieler moet maken.
Een nobel doel, maar de belangrijkste geldschieter is SRJ Sports Investment, een Saudisch staatsfonds dat naar verluidt 250 à 300 miljoen euro wil investeren. De mensenrechtenreputatie van Saudi-Arabië – berucht sinds de moord op journalist Jamal Khashoggi en de onderdrukking van vrouwen en dissidenten – lijkt daarbij geen bezwaar te vormen.
Financieel kwetsbaar
Die relatieve stilte over sportswashing is geen toeval, maar een gevolg van de financiële kwetsbaarheid van het wielrennen. Teams halen tot ruim 90 procent van hun budget uit sponsoring. Andere inkomstenbronnen zijn er nauwelijks. Na de dopingschandalen van de jaren 2000 trokken veel Europese bedrijven zich terug, waarna autoritaire regimes het financiële vacuüm opvulden.
Voor teams is het simpel: overleven is belangrijker dan morele principes.
Behalve UAE Team Emirates en Israel-Premier Tech geldt dat ook voor Bahrain Victorious. Voor teams is het simpel: overleven is belangrijker dan morele principes. In het geval van UAE Team Emirates is dat, dankzij het grootste budget van alle ploegen, zelfs domineren.
‘We mogen niet heiliger zijn dan de paus’, is het devies. Dat is – tot op zekere hoogte – begrijpelijk, maar de financiële belangen zijn zó groot dat weinigen in het peloton zich zelfs afvragen waar het sponsorgeld of hun riante salaris vandaan komt.
Of welk bloed eraan kleeft.
Geen doos van Pandora openen
Hopen op een uitsluiting van Israel-Premier Tech, of van UAE Team Emirates, is dus een utopie. Daarmee zou de UCI de doos van Pandora openen. Ze heeft zichzelf met een WK in Rwanda bovendien op ethisch vlak volledig klem gereden.
Daarom is het des te belangrijker dat anderen, met name de media, hun verantwoordelijkheid wél opnemen.
Als renners, ploegen en de UCI weigeren hun moreel kompas te gebruiken, dan moeten journalisten – naast de gewone berichtgeving over de Tour de France – benoemen wat anderen negeren. Hoe wielrennen steeds nauwer verweven raakt met geopolitiek, autocratische regimes en mensenrechtenschendingen.
Zeker wanneer Tadej Pogacar – de Eddy Merckx van zijn generatie – daarvan het symbool en uithangbord is.
‘Kagame is een sterke leider’: waarom de kans klein is dat de UCI het WK wielrennen in Rwanda zal annuleren