Jonas Creteur

‘Wachten op Tadej Pogacar was fair en respectvol, maar geen heldendaad’

Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack

Hadden Remco Evenepoel en Jonas Vingegaard in de Tour de France moeten wachten op Tadej Pogacar, toen die vijf kilometer voor de finish ten val kwam? Ja – wat ze ook deden. Maar dat maakt hen nog geen heiligen.

Toen de storm na Tadej Pogacars val was gaan liggen, moesten we denken aan de Engelse voetballer Vinnie Jones. Hij was in de jaren tachtig en negentig het boegbeeld van de ‘Crazy Gang’ van Wimbledon FC: een bulldog op het veld, berucht om zijn brute tackles, vuile trucjes, elleboogstoten en zelfs grepen in het kruis van tegenstanders.

In zijn biografie beschreef hij hoe de ‘Gekke Bende’ voor wedstrijden de kleedkamers van hun tegenstanders binnenviel om hen te intimideren met dreigende opmerkingen.

Toen sport nog het domein was van figuren als Jones, golden andere regels. Vandaag is het omgekeerde het geval: je reputatie hangt meer dan ooit af van zichtbaar fatsoen. Echte bad boys zouden niet meer worden getolereerd. Sociale media zouden hen uitspuwen.

Respect en fairplay staan terecht nu voorop in de sport – veel meer dan in de steeds meer brutale politiek. Het adagium ‘het doel heiligt de middelen’ – ook in het wielrennen – is achterhaald. Zelfs wie maar een beetje buiten de lijntjes kleurt, krijgt een stortlading kritiek over zich heen.

In die context krijgt fairplay een andere lading. Wie correct handelt, doet dat niet altijd uit pure empathie. Hoe goed bedoeld ook, er zit vaak een strategisch en egoïstisch kantje aan: reputatiebeheer, sociale druk, de angst voor publieke veroordeling. Goed doen omdat je goed wil lijken. In de filosofie noemen ze dat ´de beschavende invloed van de hypocrisie.´

Dat je voordeel kan halen uit een situatie, betekent ook niet dat je niets te verliezen hebt. Integendeel: in een tijd waarin imago alles is, weegt het risico op publieke afkeuring vaak zwaarder dan de kleine winst die je zou kunnen boeken. Het brandmerk van de slechterik is te vermijden, koste wat het kost.

Eigen fout of niet?

Of dat ook meespeelde toen Remco Evenepoel, Jonas Vingegaard en geletruidrager Ben Healy besloten te wachten op Tadej Pogacar, nadat die in de rit naar Toulouse onbedoeld onderuit was gereden door de Noor Tobias Johannessen? We weten het niet. En als dat wel zo was, zullen ze het niet toegeven.

Misschien riep iemand instinctief, zonder nadenken over de gevolgen: ‘We stoppen!’ Maar zelfs dan zal die reflex onbewust gevoed zijn door het besef dat hun imago op het spel stond.

Voor Visma-Lease a Bike was de keuze bovendien eenvoudig: zij reden niet op kop op het moment van de val. Gewoon vertragen was voldoende.

Niet te vergeten: door hun mentale spelletjes met Pogacar – hoe geoorloofd ze ook zijn – hadden ze zich bij een deel van het wielerpubliek al onpopulair gemaakt. Een extra provocatie zou de sympathiemeter nog verder hebben doen dalen.

En áls Vingegaard de Tour zou winnen dankzij het tijdsverlies van Pogacar, zou die zege voor altijd besmet zijn. Zo wil je niet winnen.

Evenepoel en zeker Healy weten op hun beurt heel goed dat ze de Tour niet zullen winnen tegen de Sloveen. Waarom zouden ze dan per se 20 seconden tijdswinst willen boeken door te profiteren van een val?

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Bovendien trof Pogacar geen schuld. En neen, ook niet omdat hij op het moment van de crash zijn rechterhand van het stuur haalde om via zijn oortje met de ploegleiding te communiceren. Dat was niet de oorzaak, wel het ongelukkige manoeuvre van Johannessen.

Dat zagen Evenepoel en Vingegaard trouwens niet, en het zal ook geen rol gespeeld hebben in hun beslissing. Ze maakten hun keuze omdat de (virtuele) leider was gevallen. En omdat het nu eenmaal zo hoort: dan wacht je.

Hoewel een kleine minderheid vindt dat ze hadden moeten doorrijden – ‘koers is koers’ – was het de enige juiste beslissing. Zelfs al kwam die niet voort uit het besef dat Pogacar geen fout had begaan.

Geen opoffering

Was wachten op de Sloveen dus een respectvolle daad van sportiviteit? Zeker. Is het een voorbeeld voor de jeugd? Natuurlijk. Maar heilig is het allerminst. Het hoort bij de ongeschreven regels van de koers. Wie zich eraan houdt, verdient waardering. Een heldendaad is het echter niet.

Meer lof verdienen zij die hun eigen zegekansen op het spel zetten om een gevallen collega te helpen – zoals Romain Bardet in Luik-Bastenaken-Luik 2022, toen hij stopte om de zwaar gecrashte Julian Alaphilippe uit de gracht te halen. Dat is ‘opoffering’.

Wachten op een gevallen leider is dat niet. Wel fair. Maar niet meer dan dat.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

‘Als Tadej Pogacar zich geen vragen stelt over zijn sponsors, mogen journalisten het niet nalaten dat wel te doen’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise