Jonas Vingegaard en Tadej Pogacar herschreven de voorbije vier jaar de Tourgeschiedenis met een ongeziene reeks rechtstreekse duels. Het totale verschil tussen de Deen en de Sloveen was tot dusver bijzonder klein. Ook in 2025 lijken zij de strijd om het geel te zullen domineren. Tenzij Remco Evenepoel zich tussen beiden kan wringen.
De meest onverwachte ontknoping van een Tourrit in 2024? Die kwam in Le Lioran, waar Jonas Vingegaard na een aanval van Tadej Pogacar de Sloveen weer bijhaalde en hem vervolgens klopte in de sprint. Het leek de aanzet tot een zinderend duel om het geel. Maar dat bleef uit: bergop fietste Pogacar daarna te snel.
Even opvallend aan die aankomst in Le Lioran: voor het eerst in de geschiedenis eindigden meervoudige Tourwinnaars als eerste en tweede in een etappe. Een primeur die zich in de volgende tien ritten nog viermaal voordeed, telkens met Pogacar op kop.
Was dat nooit eerder gebeurd? Niet met Contador en Froome? Niet met LeMond, Hinault en Fignon? Niet met Bartali en Coppi? Niet in de vooroorlogse edities van La Grande Boucle? Neen.
De verklaring is simpel: de 22 renners met meerdere Tourzeges bekampten elkaar na hun tweede gele trui zelden op hun top in dezelfde editie. Andere bekende rivaliteiten waren bovendien vaak eenzijdig: tussen Armstrong en Ullrich, tussen Anquetil en Poulidor, tussen Merckx en zijn verschillende concurrenten.
Kijk je dieper, dan worden de cijfers over de tweestrijd tussen Pogacar (26) en Vingegaard (28) nog indrukwekkender. Geen enkel duo finishte zo dikwijls als eerste en tweede in een Tourrit: twaalfmaal – drie meer dan Leducq en Pélissier.
Geen ander duo bezette ook zo vaak de eerste twee plaatsen van het eindklassement: vier keer – in 2021 en 2024 met Pogacar als winnaar, in 2022 en 2023 met Vingegaard als primus – één keer meer dan Armstrong-Ullrich en Hinault-Zoetemelk.
Tijdsverschillen tussen Pogacar en Vingegaard over vier Touredities
Het wordt nog opmerkelijker als je de totale tijdsverschillen optelt over die vier edities, over 13.667 kilometer. Pogacars totale tijd: 328 uur, 24 minuten en 46 seconden – slechts 1 minuut en 25 seconden sneller dan Vingegaard.
Trek je daar de 51 seconden vanaf die de Deen in 2022 verloor op de Champs-Elysées, omdat hij feestvierde met zijn ploeg, dan blijven er amper 34 seconden over. Of een verschil van 0,003 procent.
Toch viel de beslissing in de strijd om de gele trui slechts één keer in de slotweek: in 2023, toen Vingegaard in de tijdrit naar Combloux Pogacar eerst een uppercut gaf en hem vervolgens knock-out sloeg op de Col de la Loze.
In de andere jaren werd de strijd al vroeger beslecht. In 2021 in Le Grand Bornand, waar Pogacar in de 8e etappe al 5 minuten voorlag. In 2022 in de 11e rit naar de Col du Granon, waar Jumbo-Visma hem collectief kraakte. En in 2024, toen de Sloveen in de 14e en 15e etappe, op Pla d’Adet en Plateau de Beille, Vingegaard alle illusies ontnam en met ruim 6 minuten voorsprong Nice bereikte.
Een nieuw duel in deze Tour
In 2025 lijkt een nieuw duel onafwendbaar, tenzij Remco Evenepoel zich tussen beiden kan wringen. Zonder tegenslag zullen Pogacar en Vingegaard wellicht beter dan ooit zijn. Vingegaard heeft daarbij de grootste progressiemarge. Ondanks zijn fel verstoorde voorbereiding na zijn val in het Baskenland trapte hij in de Tour van 2024 zijn beste wattages ooit op Plateau de Beille.
Toch reed Pogacar hem daar op een minuut. In de slotweek, waarin hij dankzij zijn hoog recuperatievermogen normaal excelleert, sloeg de vermoeidheid ook toe bij de Deen. Zijn uithoudingsbasis was te smal en spiermassa te klein – hij woog zelfs te weinig.
Die fysieke mankementen zijn intussen weggewerkt. Ook mentaal zal Vingegaard in Rijsel fris aan de start komen. Zijn aanloop telt, mede door een hersenschudding in Parijs-Nice, slechts 18 koersdagen.
Hij kreeg ervoor kritiek, maar de voordelen, vooral tijd met zijn vrouw en kinderen, wegen zwaarder dan de extra druk door vol op de Tour te focussen. Die voorbereiding biedt hem, naast de collectieve sterkte en tactische geslepenheid van zijn ploeg, de grootste kans om Pogacar te verslaan.
De eerste Tourweek, met vier heuvelachtige finales, speelt echter in het voordeel van de explosievere Sloveen. En als die in het langere werk bergop ook een hoger niveau haalt dan in de Tour van 2024, wordt het moeilijk om hem van een vierde eindzege te houden.
Het voorbije Critérium du Dauphiné leek die machtsverhouding te bevestigen, met een zeer dominante Pogacar in twee bergritten. Herhaalt dat scenario zich in de Tour? Een ding is zeker: Jonas Vingegaard en zijn Visma-Lease a Bike-ploeg zullen zich niet zomaar neerleggen bij zijn suprematie.
Bestel nu de Tourgids 2025 van Knack Sport