In een amechtige poging om de Tour de France van 2026 tot de voorlaatste dag spannend te houden, hebben grote baas Christian Prudhomme en wedstrijddirecteur Thierry Gouvenou een weinig inspirerend parcours samengesteld dat slordig aan elkaar hangt – en meer dan waarschijnlijk zijn doel zal missen.
‘Boléro mag zijn eerste muzieknoten in Spanje hebben aangeslagen, maar de geleidelijke opbouw van de Tour de France 2026 doet denken aan het tempo van Boléro, een meesterwerk van de Parijse componist Maurice Ravel.’
Zo valt te lezen op de website van de Tour de France, in een voorbeschouwing die de titel ‘In crescendo’ kreeg. Het opzet van de 113e editie is namelijk een geleidelijke opbouw naar een hoogtepunt – zoals in een opera.
Dat moet de zwaarste etappe, op de voorlaatste dag, worden. Totaal aantal hoogtemeters: 5600, het zesde grootste aantal in een bergrit deze eeuw. Op het menu: de Col de la Croix-de-Fer, de Col du Télégraphe/Galibier en de Col de Sarenne, eindigend op Alpe d’Huez.
De uitleg van Christian Prudhomme voor dat lastige slot? ‘De gele trui zal op 48 uur van het einde nog niet zegezeker zijn. Tot in de laatste bergrit kan er nog iets gebeuren, wat de voorsprong van de leider ook mag zijn.’
Het doel: ervoor zorgen dat Tadej Pogacar de Tour de France niet al na anderhalve week op zak heeft. ‘Moeilijk te voorspellen, want hij heeft al bewezen dat hij op alle terreinen tijd kan pakken. Maar het parcours is zo uitgetekend dat het crescendo zal gaan met de spanning’, aldus Prudhomme.
Hij moest lachen toen hij zijn woorden uitsprak – ofwel uit pure naïviteit, ofwel door de stille vrees dat hij op 25 juli 2026 vooral groen zal lachen. De kans is namelijk groot dat de spanning niet crescendo zal gaan, maar diminuendo – als er überhaupt al een echte strijd zal zijn.
De onvermijdelijke Pogacar-show
Uiteraard heeft dat te maken met de alleenheerschappij van Tadej Pogacar. Als de Sloveen tot voor twee jaar nog ietwat zwakke punten had, dan heeft hij die nu allemaal weggeveegd. En dan mag je heel veel verschillende parcours uittekenen, dan nog zal hij op elk parcours de absolute topfavoriet zijn.
🤩 Here it is, the official route of the #TDF2026!
— Tour de France™ (@LeTour) October 23, 2025
🤩 Voici le parcours officiel du #TDF2026 !
🤩 Aquí el tenim, el recorregut oficial del #TDF2026!
🤩 ¡Aquí está, el recorrido oficial del #TDF2026! pic.twitter.com/LcqW9WgvWo
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Dat wil niet zeggen dat je het als organisator niet kunt proberen – tenzij je wil dat Pogacar wél wint en met een vijfde eindzege geschiedenis schrijft.
Als parcoursbouwer Thierry Gouvenou oprecht heeft geprobeerd, dan schiet zijn poging haar doel – een zekere eindzege van Pogacar zo lang mogelijk uitstellen – wel voorbij.
Meer zelfs: zonder valpartijen of pech is de kans niet onbestaand dat Romain Maes in de Tour de France 2026 een opvolger krijgt. Onze landgenoot was de laatste renner, in 1935 (!), die van start tot finish de gele trui droeg.
Een valse start in Barcelona
Dat kan dus ook in de editie van volgend jaar. De ploegentijdrit op de eerste dag, in Barcelona, kent een nieuwe regel: de individuele tijden tellen, en niet de tijd van de vierde renner van het team. Zo wordt die chronoproef een lead-out voor elke kopman naar de twee slothellingen: de Montjuïc (1,1 km aan 5 procent) en naar het Olympisch Stadion (800 m aan 7 procent).
Als UAE Team Emirates in de eerste vlakke 16 kilometer de schade beperkt of zelfs gelijke tred houdt met Visma-Lease a Bike of Red Bull-Bora-hansgrohe – en die tijdrijders hebben ze – dan zal niemand die laatste twee hellingen sneller oprijden dan Pogacar.
En dan staat hij na dag één al in het geel.
Etape 1 / Stage 1- #TDF2026
— Tour de France™ (@LeTour) October 23, 2025
🚩 Barcelone – Barcelone 🏁 19 km
⏱️ A team time trial is on the Tour schedule for the first time since 2019, but based on the format that @ParisNice has been using for the past years!
⏱️ Un chrono par équipe au programme du Tour pour la première… pic.twitter.com/YtX2REkIl4
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Ook de volgende etappe, met drie plaatselijke lussen en dezelfde hellingen van Montjuïc en het Olympisch Stadion in de finale, is spekje voor Pogacars bekje.
En volgt de vraag: hoeveel zin hebben de Sloveen en zijn team om de hele Tour de gele trui te verdedigen – inclusief alle verplichtingen na de finish?
Of zullen ze een uitgebreide vluchtersgroep laten rijden in de daaropvolgende Pyreneeën-etappes, naar het skistation Les Angles, naar Foix en naar Gavarnie-Gèdre, in de hoop dat een van die renners de leiderstrui overneemt?
Een bergketen vol voorspelbaarheid
De etappe naar Foix telt 2750 hoogtemeters en is geschikt voor vluchters. De twee andere zijn goed voor zo’n 4000 hoogtemeters, maar eindigen op een licht oplopende slotklim, waar de verschillen tussen de klassementsrenners allicht klein zullen zijn. Als er geen vluchters vooruit blijven, dan kan Pogacar ook daar twee keer winnen dankzij zijn sprintsnelheid bergop.
Misschien slaat hij in de rit naar Gavarnie-Gèdre zelfs al toe op de voorafgaande Col du Tourmalet. Na de top van die mythische col volgt een afdaling, geen valleikilometers en meteen de 18 kilometer lange klim naar Gavarnie – aan 3,7 procent.
Met alle bonificatieseconden kan Pogacar daar al minstens 1 à 2 minuten voorsprong tellen. Tenzij hij het veel defensiever zou aanpakken dan vorige jaren en zijn kruit zou sparen tot later in de Tour – al zit dat niet in de aard van de Sloveen.
Zelfs dan krijgt de wereldkampioen nog kansen genoeg om een voorsprong uit te bouwen. Lang voor de voorlaatste rit, die zijn tegenstanders meer zal afschrikken dan hemzelf.
Het is dan ook, qua hoogtemeters, een van de zwaarste Tour-edities ooit: 54.450 stuks. Alleen de Rondes van 2023 (55.500) en 2020 (55.900) gingen nog meer bergop.
Etape 20 / Stage 20
— Tour de France™ (@LeTour) October 23, 2025
🚩 Le Bourg d’Oisans – @alpedhuez 🏁 171 km
👑 5,600m of elevation gain, Croix de Fer, Galibier, then the unprecedented Col de Sarenne. The queen stage of this #TDF2026!
👑 5.600m de D+, Croix de Fer, Galibier puis l’inédit Col de Sarenne. L’étape reine de… pic.twitter.com/ytm6F8tSup
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Waanzin als parcoursfilosofie
Gouvenou en Prudhomme volharden in de boosheid – met Albert Einstein in gedachten: het toppunt van waanzin is altijd hetzelfde doen en toch een andere uitkomst verwachten.
Als we na de voorbije twee seizoenen één ding hebben geleerd, is het dat je de overmacht van Pogacar alleen kan inperken door het parcours niet té zwaar te maken. De meest beklijvende koers dit jaar was niet toevallig Milaan-Sanremo, waar Mathieu van der Poel de Sloveen kon volgen en kloppen in de sprint.
Niet toevallig heeft Pogacar de veertien laatste eendagskoersen met meer dan 3300 hoogtemeters, waarin hij startte, allemaal solo gewonnen. Op één na: de GP Montréal, die hij wegschonk aan ploegmaat Brandon McNulty.
En in alle bergritten in de Giro van 2024 en de Tour van 2024 en 2025 verloor hij slechts één keer: in de Tourrit naar Le Lioran in 2024, toen een hongerklop hem de das omdeed en Jonas Vingegaard hem nog voorbijsnelde.
Hoewel hij naar eigen zeggen met een knieblessure sukkelde en mentaal vermoeid was, kwam Pogacar zelfs in de zware slotweek van de voorbije editie niet in de problemen.
De solo’s van Tadej Pogacar: waarom ze een probleem dreigen te worden voor het wielrennen
De gemiste logica van Prudhomme en Gouvenou
De viervoudige Tourwinnaar heeft de voorbije twee jaar alleen tijd moeten prijsgeven in vier tijdritten, telkens op Remco Evenepoel. Die chronoproeven scoren doorgaans niet goed qua kijkcijfers, maar toch zou je als organisator de logische redenering kunnen volgen: we leggen er twee langere, vlakke tijdritten van 30 à 40 kilometer in om Pogacar in het defensief te dwingen. Al was het maar een beetje.
Maar logica is allang niet het sterkste punt van Gouvenou en Prudhomme. In de editie van 2026 staan er slechts 26 individuele tijdritkilometers op het menu – en niet eens een vlakke tijdrit, maar een met een licht oplopende beklimming van bijna 10 kilometer.
Slechts in twee edities deze eeuw (2023, 22 kilometer; 2015, 13,8 kilometer) bedroeg het aantal individuele kilometers tegen de klok nog minder.
The #TDF2026 :
— Tour de France™ (@LeTour) October 23, 2025
🚩 3 333 km
📍 10 new stage towns and sites
⛰ 8 mountain stages
😱 54.450m of total vertical gain
Le #TDF2026 :
🚩 3 333 km
📍 10 villes et sites étapes inédits
⛰ 8 étapes de montagne
😱 54.450 m de D+ total pic.twitter.com/G3geXmrGoi
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Zeer groot is dus de kans dat de hoop van Prudhomme – ‘De gele trui zal op 48 uur van het einde, voor de voorlaatste rit, nog niet zegezeker zijn’ – wishful thinking zal blijken. Of Pogacar zou een verstoorde voorbereiding moeten hebben of een plotse motivatiedip krijgen.
Lichtpuntjes in de Vogezen
Is de editie van 2026 dan helemaal een sof? Neen. De veertiende rit door de Vogezen, met de nieuwe Col du Haag in de finale, en de vijftiende etappe, met de zeer steile Col de la Croisette en de slotklim naar het Plateau de Solaison, zijn qua spanningsopbouw – met genoeg ruimte om tactisch iets te proberen – mooi uitgetekend.
De twee ritten in de slotweek, naar Orcières-Merlette en de eerste aankomst op L’Alpe d’Huez, zijn dan weer miskleunen waarin alleen het laatste halfuur iets te beleven zal vallen.
Om de rest toch nog boeiend te houden, zou je ook verwachten dat Gouvenou en Prudhomme weer een aantal ritten voor klassieke renners of punchers à la Mathieu van der Poel en Wout van Aert hadden ingelast – die waren niet toevallig de boeiendste van de voorbije Tour.
Maar op de tweede rit naar Barcelona na – en die wordt mogelijk net iets te zwaar voor Van der Poel en Van Aert – en de slotetappe in Parijs – met drie keer over de Butte Montmartre – komen ook zij amper of niet aan hun trekken.
Unforgettable moments in Montmartre 👀
— Cycling on TNT Sports (@cyclingontnt) October 23, 2025
The final stage of the men’s Tour de France served up a classic in 2025 — we can’t wait to return to the same iconic setting in 2026! 🔥 pic.twitter.com/hUqvV3aRm4
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Geen opera, maar een vals chanson
Conclusie: de kans is bestaande dat de Tour van 2026 weinig begeesterend wordt: bergetappes waarin Pogacar zal domineren, vijf sprintersritten (samengepakt in acht dagen) en nog enkele etappes waarin goed klimmende vluchters hun hart zullen ophalen.
Er zijn wel enkele mooie passages, maar het geheel is inspiratieloos en onsamenhangend. Geen Boléro-opera dus, maar een platte, valse Franse chanson.
Tadej Pogacar vs. Eddy Merckx: wie is nu de beste renner ooit?