Hoe Tim Wellens dankzij de imperfecte perfectie de kroon op zijn loopbaan zette in de Tour

Tim Wellens: dolblij met zijn zege in de Tour de France 2025 in Carcassonne. © Getty Images
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack

Tim Wellens (33) viel al op als jonge prof met een voorbeeldige werkethiek. Vandaag heeft hij de perfecte balans gevonden, als de voorbeeldige ploegmaat van Tadej Pogacar, en als kersverse ritwinnaar in de Tour de France. Een portret.

December 2013. We verblijven op Mallorca voor een reportage over de stage van wielerploeg Lotto-Belisol. Op een avond, rond 22 uur, wanneer alle renners al op bed liggen, zien we vanuit het restaurant een renner in de lager gelegen fitnesszaal met gewichten zeulen.

Zijn naam? Tim Wellens. Na een knieoperatie wil hij zo snel mogelijk het onevenwicht in zijn beenspieren wegwerken.

‘Alleen renners met zo’n ingesteldheid bereiken de top’, complimenteren we hem. De dan 22-jarige renner uit Brustem, die net zijn eerste profseizoen achter de rug heeft, lacht verlegen. ‘Het moet, als ik wil schitteren in de Giro.’

Schitteren doet Wellens inderdaad, vijf maanden later in Italië, met onder meer twee tweede plaatsen. Zijn eerste spraakmakende resultaten in de WorldTour, en de bevestiging van wat zijn coach Paul Van Den Bosch ons al had verteld toen de Limburger nog belofte was: ‘Een toptalent, met een sterke kop. Die gaat ver raken.’

Ruim twee jaar en vier maanden na de stage op Mallorca spreken we Wellens opnieuw. Deze keer in het ouderlijk huis in Brustem, met de bijbehorende fietswinkel van vader Leo. Tot onze verbazing herinnert hij zich die eerste ontmoeting in de gym. ‘Zulke trainingen blijven langer bij, hé.’

De vroege vorming van een trainingsbeest

Toch wil Tim Wellens zichzelf dan niet als een trainingsmaniak omschrijven. ‘Jurgen Van den Broeck (destijds dé Belgische klassementsrenner, nvdr) doet nog meer voor zijn vak dan ik. Ik eet wel gezond, maar volgens mijn hongergevoel. Zoals sommige renners die met een knorrende maag gaan slapen? Neen, bedankt. Mentaal zo belastend. Dan heb ik liever een lánge loopbaan, met een kilo meer, dan een korte als een half skelet.’

De gedrevenheid is wel nog altijd dezelfde als twee jaar eerder. ‘Het enige verschil’, zegt hij, ‘is dat ik toen nog een blanco erelijst had. Nu is het ‘leuker’ om hard te trainen, omdat het ook iets oplevert. Als je er alles voor moet doen en je wint niet… Want dat is toch mijn motivatie: de beste zijn. Nu wel iets minder dan bij de jeugd, omdat winnen door de grotere concurrentie veel moeilijker is geworden.’

De voorspelling van zijn coach heeft de dan 24-jarige Lotto-Soudalrenner toch al waargemaakt, met een flink aangedikt palmares: twee ritten en eindzeges in de Eneco Tour (2014, 2015), de GP Montréal (2015) en een etappe in Parijs-Nice (2016).

Tussen ambitie en teleurstelling

Toch zet dat Tim Wellens niet aan het dromen. Ja, hij wil de beste zijn, maar een podium halen in grote rondes is niet aan hem besteed. ‘Dan ga ik liever voor ritzeges, voor de zware eendagswedstrijden en voor rondes van één week zonder lange cols.’

Met die zware eendagswedstrijden doelt hij ook op monumenten als Luik-Bastenaken-Luik en de Ronde van Lombardije. In de jaren erna geraakt hij echter niet verder dan respectievelijk een elfde en een vierde plek. Ook een Tourritzege zit er niet in, hoewel hij ronduit uitkomt voor die ambitie.

Het komt hem op kritiek te staan wanneer het niet lukt. Hoewel hij het jammer vindt — ‘Als je ál die uren traint, dan moet je – met mijn kwaliteiten – toch ambitieus zijn?’ — drukt de ietwat eigenzinnige en koppige Limburger zich daarna iets voorzichtiger uit. ‘Ik ga probéren te winnen. Niet meer: ik gá winnen.’

Zijn jeugdidool was nochtans de uitgesproken Frank Vandenbroucke. ‘Mocht ik, zoals VDB in 1999, tachtig procent zeker zijn dat ik Luik-Bastenaken-Luik zou winnen, dan zou ik dat ook openlijk zeggen, ja. Fantastisch toch, die durf? Helaas heb ik zijn benen niet.’

Wellens blijkt inderdaad net tekort te schieten voor de absolute top, maar rijdt wel een zeer mooi palmares bij elkaar. Met onder meer twee ritzeges in de Giro en twee in de Vuelta, en overwinningen in tal van kleinere en grotere rittenwedstrijden.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Toch blijft hij zichzelf druk opleggen — soms te veel — ook wanneer hij de benen niet heeft. Dat hij bij Lotto-Soudal een van de best betaalde renners is, en de verwachtingen binnen de ploeg navenant zijn, legt een beklemmende druk op hem.

Bevrijd bij UAE Team Emirates

Eind 2022 neemt Tim Wellens de beste beslissing uit zijn carrière: hij wil niet langer kopman zijn, maar luxehelper van een van de beste renners ter wereld: Tadej Pogacar. Dat verlost hem van de hoge verwachtingen, maar ook van zijn steeds groter wordende, zelfs verstikkende perfectionisme.

Tot iemand hem een belangrijke les leert: Tadej Pogacar. ‘Hij zei me: “Soms is het beter om 95 procent professioneel te zijn dan voor de volle 100 procent”’, vertelde Wellens voor de Tourstart.

De Limburger, die vroeger de stempel had als ‘regencoureur’, martelt zichzelf wel nog af tijdens letterlijk verstikkende hittetrainingen, maar de balans is beter dan vroeger. ‘Je moet het immers kunnen volhouden.’

Net die imperfecte perfectie heeft de Limburger op zijn 34e naar het hoogste niveau in zijn carrière gebracht. Het leverde hem eind juni eerst een Belgische wegtitel op, dankzij een solo van 41,8 kilometer waarmee hij zelfs Remco Evenepoel afhield.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Lof van Tadej Pogacar

Drie weken later zette Wellens de kroon op zijn loopbaan met een al even straffe, nog twee kilometer langere solo in de Tour de France, met de tricolore trui om de schouders. Tweemaal koos hij sluw het perfecte aanvalsmoment, omdat hij meer dan ooit vrijuit kan koersen. En tweemaal kon niemand hem nog bijhalen, omdat hij over superbenen beschikte.

Zijn allergrootste dromen heeft de jongeman uit de fitnesszaal op Mallorca misschien niet waargemaakt. Maar wie als niet-sprinter 41 zeges kan behalen — waarvan 20 op WorldTourniveau en vijf etappeoverwinningen in de drie grote rondes — zal de geschiedenis ingaan als een van de beste Belgische renners van zijn generatie.

En, zoals Tadej Pogacar het omschreef, als een van zijn beste teamgenoten ooit: evenwichtig, intelligent, positief en sterk. Van de beste renner sinds Eddy Merckx is dat een minstens even groot compliment.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Remco Evenepoel geeft op in de Tour: ondermijnde zijn schouder zijn capaciteiten?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise