Rit 7: Tomblaine – La Planche des Belles Filles (199 km)

La Planche des Belles Filles belooft een opwindende finale.

Zaterdag 7 juli 2012

Het tweede weekend van de Tour is het traditioneel gedaan met de vlakke aanloop. En maar goed ook. In de perszaal van de Tour verandert de sfeer dan: het echte werk kan beginnen. De sprinters rijden een competitie op zich: een spannend interludium, dat wel, maar vanaf de eerste bergrit, traditioneel in een van die vele ’tussengebergtes’ die Frankrijk rijk is, wordt het menens. En of het nu op Plateau des Rousses was in de Jura in 2010, of vorig jaar op Super-Besse in het Centraal Massief, telkens is er een favoriet die niet zo goed blijkt als van hem gedacht wordt. Op Plateau des Rousses keken we naar het begin van het definitieve einde van Lance Armstrong, op Super-Besse werd duidelijk dat Robert Gesink dat jaar geen top-tien-benen had.

De Tourdirectie koos ditmaal voor een aankomst op La Planche des Belles Filles, in de zuidelijke Vogezen. Een grote onbekende, behalve bij de wielertoeristen, voor wie deze beklimming het slot is van hun Cyclo des Trois Ballons. Volgens de overlevering was Tourbaas Christian Prudhomme zo geïntrigeerd geraakt door het lezen van hun ‘horrorverhalen’ op sites en blogs dat hij dit skistation ook in het Tourschema liet inpassen.

De col des Belles Filles ligt niet ver van de bekende Ballon d’Alsace. Op deze intrinsiek niet zo erg lastige Vogezencol reed de jonge Eddy Merckx in 1969 de verzamelde concurrentie in de vernieling. Behalve Joaquím Galera en Rudi Altig verloor iedereen al meer dan vier minuten. En La Planche des Belles Filles lijkt moeilijker (want is steiler) dan de Ballon d’Alsace. De Tourdirectie test hier trouwens haar ‘nieuwe formule’ uit. Men wil minder hoge en minder ‘legendarische’ cols aandoen, men zoekt naar lagere doch steilere aankomsten. Daarom La Planche des Belles Filles: slechts 1035 meter hoog en 6,2 kilometer lang, maar met haast verticale wanden. De eerste kilometer is verschrikkelijk, met percentages tot 15 procent, en ook daarna blijven er stroken van 11 tot 13 procent. De wielertoeristen reden een de laatste kilometer van ‘slechts’ 7 procent. Maar volgens de officiële Gids 2012 Tour de France stak dit skistation speciaal voor het eerste bezoek van de Tour zich helemaal in het nieuw en maakte het de finish nog een stuk lastiger. Er is een weg van 600 meter aangelegd met een gemiddeld stijgingspercentage van 21 procent en uitschieters tot 28 (!) procent.

Handvol seconden

Het is tegelijk back to the roots en meestappen in het spektakel waarvoor ook Vuelta en Giro al kozen. Spektakel, want met beruchte beklimmingen als Anglirú (Vuelta) of Kronplatz (Giro), waar er ook stroken zijn die tot boven de 20 procent stijgen en geen auto’s maar alleen moto’s de renners kunnen volgen. Maar waar de streep op de Kronplatz ver boven de 2000 meter gezocht werd, is het in de Tour toch back to the roots. Tot de jaren zestig lagen de aankomsten bergop vaak beduidend lager dan vandaag. Zo vochten in 1968 Herman Vanspringel en Jan Janssen hun finale gevecht in het hooggebergte uit op de Col du Cordon, een lastige kuitenbijter van ‘slechts’ 975 meter hoog. Maar hoe verbeten Vanspringel ook demarreerde, meer dan een handvol seconden kon hij niet nemen. Is dat ook een verraderlijke bijkomstigheid aan de Planche des Belles Filles?

Namelijk: dat hier een strijd wordt geleverd zoals in Luik-Bastenaken-Luik of de Waalse Pijl. La Planche des Belles Filles heeft iets van een dubbele Stockeu, een super-Muur van Hoei. In 2010 was er een gevreesde ritaankomst in Mende, de zogenaamde Montée Laurent Jalabert. Ook die was maar half zo lang als de Planche des Belles Filles, maar gemiddeld ongeveer even steil. Er ontbrandde toen een man-tegen-mangevecht tussen ritwinnaar Joaquín Rodríguez, Alberto Contador en Andy Schleck, met ‘onze’ Jurgen Van den Broeck mee op de eerste rij. Wel, tussen de favorieten waren de tijdsverschillen uiteindelijk 15 seconden tot een halve minuut. Verdubbel dat voor La Planche des Belles Filles en wie op zijn adem trapt, kan hier tot maximaal een minuut kwijtspelen – indien tenminste vanaf de voet van de helling ‘doorgetrokken’ wordt. Twee dagen later staan er 40 tijdkilometers op het programma, waar een tijdsverschil van een minuut ‘minimaal’ zal heten. La Planche des Belles Filles belooft een opwindende finale, maar het belang van de rit zou weleens relatief kunnen zijn.

Walter Pauli

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content