Rit 4: Abbeville – Rouen (214 km)
Dit wordt een rit in waaiers. Het grote gevaar bestaat in deze rit vooral uit stomme valpartijen.
Woensdag 4 juli 2012
De rit naar Rouen heeft alles wat een Ronde van Frankrijk zo zwaar maakt, zo slopend vooral. Midden in de eerste week van de Tour krijgen de renners een rit onder de wielen met de lengte van wat destijds een serieuze ‘semiklassieker’ heette. Een kloeke 214 kilometer: dat is dus langer dan de Waalse Pijl (195 kilometer), Omloop Het Nieuwsblad (200 kilometer) of de E3 Prijs Harelbeke (203 kilometer). Alleen Gent-Wevelgem heeft weer meer kilometers op de teller (235).
Gent-Wevelgem is nochtans een goede vergelijking voor de rit van Abbeville naar Rouen. Meer nog dan in de Ronde van Vlaanderen was het hier dat de Belgische renners hun ‘specialiteit’ konden demonstreren: het rijden in waaiers, langs de Vlaamse kust. In de jaren zeventig was dat bij wijze van spreken de volledige lengte, van Knokke tot De Panne en omstreken, vandaag wordt de kustweg ‘slechts’ aangedaan van Oostende tot de afslag richting Veurne. De rit van Abbeville naar Rouen is een mega-uitvergroting daarvan. Na dik dertig kilometer bereiken de renners bij het dorpje Mers-les-Bains de kust. En dan gaat het meer dan honderd (!) kilometer langs de Noordzee, via Le Tréport en Dieppe tot in Fécamps. Intussen krijgen ze langs de kust nog eens drie hellingen van vierde categorie te verteren: als het stevig waait, is het bovenop die klimmetjes alsof je in een windtunnel rijdt.
IJzeren Garde
Het wordt dus een rit in waaiers, want hoe dan ook staat er aan de kust zijwind. En vraag niet waarom, maar om een of andere reden zorgt die zijwind bijna nooit voor een duwtje schuin in de rug, maar blaast die haast altijd zijwaarts op kop. Dan is het natuurlijk link koersen. Het vormen van waaiers betekent per definitie dat het peloton in stukken valt. Ofwel houden die verschillende groepen ‘contact’ met elkaar, en dan is er geen man overboord. Na Fécamp zijn er immers nog 75 vlakke kilometers landinwaarts naar de finish. Ofwel verliezen een aantal groepen contact, en dan kunnen er tijdsverschillen vallen. Dat gebeurde in 2009 in de rit naar La Grande-Motte, toen Lance Armstrong zijn ploeg’maat’ Alberto Contador 41 seconden achterstand aansmeerde. Een gelijkaardig incident gebeurde een jaar eerder, toen in de Bretoense rit van Saint-Malo naar Nantes de wind het peloton in stukken deed breken, wat leidde tot geduw en dus tot valpartijen, waardoor klassementsrijders als Denis Mensjov, Riccardo Riccò en Roman Kreuziger onverwacht een halve minuut verloren.
Het grote verschil met toen en nu is dat die waaiervorming in volle finale tot stand kwam, en dat er eerder onverwacht gebruik van werd gemaakt. Nu weet elke ploeg wat er te gebeuren staat. BMC is zelfs een echte force de frappe voor dit soort werk: Cadel Evans weet zich sterk omringd door mannen als George Hincapie, Philippe Gilbert of misschien Thor Hushovd. Zelfs lichtgewichten als Fränk Schleck beschikken voor dit soort ritten over hun beproefde IJzeren Garde: Fabian Cancellara, Jens Voigt. Het wordt moeilijker voor een Robert Gesink of een Jurgen Van den Broeck. De tijd dat Nederlanders en Vlamingen de enige echte specialisten waren in dit werk ligt lang achter de rug. De nieuwe Rabobankgeneratie presenteert zich graag als een verzameling rasklimmertjes, maar dat is net het probleem bij stampwerk tegen de wind in. En Van den Broeck beschikt wel over een Jürgen Roelandts of Lars Bak, maar de lange en sterke Marcel Sieberg zal natuurlijk omkijken naar André Greipel.
En allemaal zullen ze wringen en drummen om vooraan te zitten en te blijven. Veel meer dan een veld dat helemaal uit elkaar geslagen wordt in allerlei achter elkaar jagende waaiers, bestaat het grote gevaar in deze rit uit stomme valpartijen. Zoals in de eerste helft van de eerste rit van de Tour 2010, toen het van Rotterdam naar Brussel ging via de Zeelandse dijken. En dus blijft de kans bijzonder groot dat een heel peloton, minus wat pechvogels, in Rouen voor de etappezege sprint.
Walter Pauli
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier