Rit 10: Mâcon – Bellegarde-sur-Valserine (194 km)

Als Jelle Vanendert opnieuw een bergrit wil winnen, is een aanval in de rit over de Grand Colombier de gok waard.

Woensdag 11 juli 2012

De eerste Alpenrit is een etappe met een profiel dat niet echt overtuigend is. Hoe noem je de Alpenvariant van mossel noch vis? Gems noch marmot? Dát.

Zeker, de eerste col hors catégorie is erbij, en toch lijkt die vooral bedoeld als hors-d’oeuvre: het voorgerecht voor het echte werk begint. In het beste geval is dat in de tweede Alpenrit, anders wordt het zelfs hongerig wachten tot de Pyreneeën.

Bijna 200 kilometer moet er gereden worden. De start ligt in Mâcon, dus in de Saônevallei, en vandaar gaat het naar de hoge Alpen. Dat gebeurt in twee ’trappen’. De eerste ligt halfweg en is de Côte de Cordier (tweede categorie), een opstap van het laagland naar het bergachtige departement van de Ain. De tweede is dus de befaamde col van de dag, de Col du Grand Colombier. Een stevige Alpencol: een klim van 17 kilometer, een gemiddeld stijgingspercentage van 7,1 procent. Er zitten een paar vlijmscherpe stroken in, maar ook een paar vlakke kilometers, zoals dat meestal is in cols van die lengte. De Grand Colombier is in deze rit eigenlijk ‘De Eenzame Berg’ (er is nadien nog wel een colletje). Misschien dat een van de favorieten het moeilijk krijgt omdat er daags na de rustdag moet geklommen worden, maar het zou vreemd moeten lopen indien iemand hier al zo’n klop krijgt dat hij de Tour definitief verliest.

Optater

De Grand Colombier klinkt bekend in de oren en toch werd die klim nog nooit tijdens de Tour de France opgenomen. De Grand Colombier is wel een vaste klant in de Ronde van de Ain, een enkele keer ook in de Dauphiné Liberé. In de moeilijke Dauphiné van 1988, die gewonnen werd door de Colombiaanse berggeit Lucho Herrera, won Charly Mottet de etappe over de Grand Colombier. Dat is een adelbrief, want in zijn tijd was Mottet een van de betere ronderenners, een allrounder die goed klom en ook sterk was tegen de klok.

Alleen ligt de top van de Grand Colombier nog meer dan veertig kilometer van de aankomst. Tussenin is er nog wel een colletje, maar dit is geen rit voor een klassementsrijder om hard uit te halen. Tenzij er een opvolger van Bernard Hinault in het peloton zou zitten. In 1986 koos Hinault ervoor om in de allereerste grote bergetappe aan te vallen. Hij kreeg Pedro Delgado mee en zijn jonge ploegmaat Jean-François Bernard. In de achtervolging wisten de andere favorieten niet wat doen, tot Greg LeMond (nochtans ook een teamgenoot van Hinault en Bernard) in paniek in de tegenaanval ging, met hogervermelde Lucho Herrera in het wiel. Herrera en Lemond ‘beperkten’ het verlies tot vier en een halve minuut, de meeste andere favorieten gaven al vijf en een halve minuut prijs. Na de éérste bergrit, waarvan iedereen dacht dat het een opwarmer was. Dat was de geliefkoosde strategie van Bernand Hinault: zelfs als hij geel droeg, probeerde hij tijdens de eerste bergrit zijn slag te slaan. Miguel Indurain en ook Lance Armstrong zouden het Hinault nadoen, als ze konden. Tijd pakken in de tijdrit en dan meteen een optater uitdelen in het hooggebergte. Dan wist de verzamelde concurrentie niet alleen (a) wie baas was, maar ook (b) dat avontuurlijk aanvallen geen zin meer had. Het is een offensieve manier om de wedstrijd te controleren.

Verantwoordelijkheid

Te vrezen valt dat bij de huidige generatie favorieten vooral de defensieve manier van controleren gebezigd wordt. Zeker in dit vroege stadium van de Tour. Dat was vorig jaar al zo in de Pyreneeën, in ritten die nochtans zo uitgetekend waren (met aankomsten op Luz-Ardiden en Plateau de Beille) dat ze in theorie wel tot enige strijd konden inspireren. Maar dat gebeurde niet: tot in de slotkilometers keken de Schlecks naar Contador, Contador naar Evans, Evans naar Basso en die weer naar de Schlecks. Vandaar dat de verdienstelijke Jelle Vanendert zo’n mooie bergrit won. Niet omdat hij als een nieuwe Bahamontes de anderen uit het wiel reed, wel omdat geen enkele favoriet zijn verantwoordelijkheid opnam toen Vanendert versnelde. Dat is natuurlijk niet de ‘schuld’ van Vanendert, het was wel minnetjes van de ‘favorieten’.

Als Vanendert dit jaar opnieuw een bergrit zou willen winnen, is een aanval in de rit over de Grand Colombier de gok waard. Hoe dan ook zullen er wel voldoende Fransen zijn om het te proberen.

Walter Pauli

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content