Remco Evenepoel voor de derde keer wereldkampioen tijdrijden: zijn grootste kracht is niet snel fietsen, maar nog sneller tegenslagen verwerken

Remco Evenepoel viert in Rwanda zijn derde wereldtitel tijdrijden met goud en regenboogtrui. © Getty Images
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack

Met de meest indrukwekkende tijdritzege uit zijn profcarrière veroverde Remco Evenepoel (25) in Rwanda zijn derde wereldtitel in het tijdrijden. Dankzij zijn fysieke talent, zijn uitzonderlijke aerodynamica maar vooral zijn ijzeren kop is de kans groot dat hij de beste tijdrijder in de moderne wielergeschiedenis wordt.

Het was, naast zijn slechte vorm en ellendig gevoel, de belangrijkste reden waarom Remco Evenepoel uit de Tour stapte, toen hij daags na de slechte klimtijdrit al op de eerste Pyreneeëncol loste. Hij wilde zich niet volledig fysiek en mentaal uitwringen met het oog op de kampioenschappen later dat jaar: twee WK’s en twee EK’s, zowel op de weg als in het tijdrijden.

Dus ging Evenepoel naar huis en bleef hij een tijd van de fiets. Hij trok daarna op hoogtestage in Livigno, reed de Tour of Britain als training (en trainde daar zelfs nog bij na enkele ritten) en legde de laatste hand aan zijn voorbereiding in zijn tweede thuis in het Spaanse Calpe.

Het slechte gevoel van de Tour, nog altijd het gevolg van zijn botsing met een auto van bpost in december vorig jaar, liet hij achter zich. Zoals hij al vele keren een tegenslag verbazend snel heeft verteerd. Dat zijn transfer naar Red Bull-BORA-hansgrohe eindelijk werd afgerond en hij van die kopzorgen verlost was, hielp hem om de knop om te draaien.

Hoezeer de rook om zijn hoofd was verdwenen, bleek uit de voorbeschouwende interviews die hij de voorbije week gaf. Hij verkeerde in de beste vorm van het jaar – en durfde dat ook, op zijn Evenepoels, uit te spreken. Insiders weten al langer dat hij dan geen praatjes verkoopt.

Toch schatten analisten hem voor het WK tijdrijden in Kigali niet als topfavoriet. Nochtans was het deelnemersveld vrij mager voor een titelstrijd tegen de klok.

Van de laatste drie grote tijdrittitels die Evenepoel sinds 2023 won (twee WK’s en de Olympische Spelen) waren respectievelijk zeven, acht en acht renners die daar na hem in de top tien eindigden er in Rwanda niet bij. Prominente afwezigen waren Filippo Ganna, Edoardo Affini, Joshua Tarling en Wout van Aert.

Dat had één reden: het parcours in Rwanda telde zo’n 680 hoogtemeters. Het op één na hoogste nooit in een WK-tijdrit, na Lissabon 2001. Het was ook de reden waarom Tadej Pogacar aan de start verscheen. Dit moest dé kans van zijn carrière worden om wereldkampioen tijdrijden te worden, een van de weinige gaten in zijn palmares.

Pogacar had Evenepoel bovendien geklopt in de slottijdrit van Nice in de Tour 2024, met stevige stukken bergop. De Belg had tot dan toe alle drie tijdritten met meer dan 600 hoogtemeters waarin hij startte verloren: de olympische tijdrit van Tokio (9e, 746 hoogtemeters), de tijdrit naar Nice in de Tour 2024 (3e, 720 hoogtemeters) en de klimtijdrit naar Peyragudes in de jongste Tour (12e, 645 hoogtemeters, en zelfs bijgehaald door Jonas Vingegaard net voor de finish).

En dus werd Pogacar bij de bookmakers als favoriet getipt. Niet Evenepoel, nochtans de tweevoudige wereldkampioen en regerende olympisch kampioen.

Die bookmakers wisten niet dat de Sloveen ziek was geworden voor de Canadese koersen en weinig had kunnen trainen. Evenepoel verkeerde intussen in topvorm. De meer glooiende hellingen en zeer snelle afdalingen van het Rwandese parcours, waar hij zijn aerodynamica kon uitspelen, lagen hem bovendien uitstekend.

Grootste voorsprong per kilometer

Dat bleek al bij het eerste tussenpunt: Remco Evenepoel liep bijna drie kwart minuut uit op Jay Vine, met Pogacar nog enkele tellen verder. De Schepdaalnaar vergrootte zijn voorsprong tot de top van de tweede helling, maar moest in het slotgedeelte enkele seconden prijsgeven op Vine.

Niet op Pogacar: die haalde hij in op de laatste kasseiklim – zowat de grootste ‘vernedering’ die de Sloveen in zijn carrière heeft meegemaakt.

Remco Evenepoel raast door de straten van Kigali tijdens het WK tijdrijden 2025, toegejuicht door het lokale publiek. © Getty Images

Evenepoel won uiteindelijk met een voorsprong van 1 minuut en 14 seconden. Niet de grootste ooit op een WK-tijdrit sinds 1994 – dat record staat nog altijd op naam van Fabian Cancellara (1 minuut 29 in 2006). Wel de grootste voorsprong per kilometer (1,82 seconden) in een WK van meer dan 40 kilometer. Alleen Tom Dumoulin deed in 2017 in Bergen nog een fractie beter (1,84 seconden, over slechts 31 kilometer).

Een ander record in de WK-geschiedenis: zijn voorsprong op de derde, landgenoot Ilan Van Wilder, bedroeg 2 minuten en 36 seconden.

Critici kunnen aanhalen dat de tegenstand minder sterk was door de vele afwezigen. Maar op dit lastige parcours had Evenepoel in deze hoogvorm allicht ook zwaargewichten als Ganna, Affini en Tarling op minstens twee minuten gereden.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Straffe records en zegepercentages van Evenepoel

De cijfers over Remco Evenepoels dominantie spreken boekdelen. Van zijn 14 tijdritten sinds begin 2024 won hij er 10, goed voor een zegepercentage van 71 procent. Dat is hoger dan de beste jaren van viervoudige wereldkampioenen Fabian Cancellara en Tony Martin. Cancellara haalde maximaal 65 procent (13 op 20 in 2008 en 2009), Martin 69 procent (18 op 26 in 2013 en 2014).

De vier tijdritten die Evenepoel verloor de jongste twee jaar, waren ofwel erg kort (10 km in Baskenland, 3,4 km in Romandië) of gingen zwaar bergop (de halve en volledige klimtijdritten in de Tour van 2024 en 2025).

Intussen heeft hij zijn carrièregemiddelde opgekrikt tot 47 procent (22 zeges in 47 tijdritten). Rekenen we zijn juniorenjaren mee, dan won hij zelfs de helft van zijn chronoraces.

Leuk detail: zijn allereerste overwinning tegen de klok behaalde hij in 2018 op het provinciaal kampioenschap van Vlaams-Brabant in Attenrode-Wever. Tweede toen: Ilan Van Wilder. Dezelfde die nu derde werd achter Evenepoel in Kigali.

Remco Evenepoel en Ilan Van Wilder vieren samen hun succes op het WK tijdrijden 2025 in Kigali, met goud en brons voor België. Op het provinciaal kampioenschap junioren van Vlaams-Brabant stonden ze in 2018 eerder al eens samen op het podium. © Getty Images

Volgende grote doel: in 2026 een vierde wereldtitel op rij. Dat zou een primeur zijn. Michael Rogers en Tony Martin bleven steken op drie opeenvolgende gouden medailles. Met zijn olympische titel in Parijs zit de Belg zelfs al aan vier titels op rij op mondiale kampioenschappen.

Als hij volgend jaar weer het WK wint, schrijft hij dus een unieke reeks neer. Cancellara werd wel wereldkampioen in 2006, 2007, 2009 en 2010 en olympisch kampioen in 2008, maar gaf forfait voor het WK van dat jaar.

Evenepoel kan er volgende week nog een tweede Europese trui aan toevoegen, maar dat kampioenschap staat pas sinds 2016 op de kalender.

Kan iemand Evenepoel bedreigen?

De kans is groot dat de Schepdaalnaar de komende jaren alle tijdritrecords zal verbeteren. Op zijn 25e is hij nu al de beste ‘jonge’ tijdrijder in moderne tijden, met vier mondiale titels, zeven podiumplaatsen en vijf tijdritzeges in grote rondes.

Ter vergelijking: Cancellara had op een leeftijd van 25 jaar één wereldtitel, Tony Martin nog geen enkele. Alleen Michael Rogers kwam enigszins in de buurt met drie wereldtitels en een olympische bronzen medaille, maar voegde er nadien geen enkele titel meer aan toe.

In het wiel van Remco Evenepoel: zoveel harder moet een grote renner trappen

Zonder ongelukken lijkt er niemand die Evenepoel op korte termijn echt kan bedreigen. Joshua Tarling (1m90 en 78 kg) is een gevaarlijke klant op vlakke parcoursen. Filippo Ganna is met zijn 28 jaar nog niet uitgeblust.

Daarnaast staan jongeren te trappelen: Jasper Schoofs (19), Matisse Van Kerckhove (19), Albert Withen Philipsen (19), Paul Seixas (18) en Ashlin Barry (17). Maar of zij in het tijdrijden ooit de voet naast Evenepoel kunnen zetten, valt nog af te wachten.

En zelfs als de Vlaams-Brabander nóg eens een tegenslag zou krijgen, zal hij die nog sneller verwerken dan hij kan tijdrijden. Die veerkracht, extra versterkt door zijn eergierigheid, is naast zijn indrukwekkende palmares nu al de grootste erfenis van zijn carrière.

Kan Remco Evenepoel de beste tijdrijder ooit worden?

Of Remco Evenepoel zich ooit de beste tijdrijder aller tijden mag noemen, is voer voor discussie. Het WK tijdrijden (sinds 1994) en de olympische tijdrit (sinds 1996) hebben nog geen lange traditie. Miguel Indurain kon zich maar één keer wereldkampioen (1995) en olympisch kampioen (1996) kronen, naast tien Tourtijdritten.

‘In de decennia ervoor gold de GP des Nations als officieus wereldkampioenschap. Jacques Anquetil won die negen keer, vier meer dan Bernard Hinault en acht meer dan Eddy Merckx. ‘Monsieur Chrono’, net als Evenepoel geroemd om zijn aerodynamische houding, was bij al zijn deelnames de beste. De eerste keer al op zijn negentiende. Op zijn 25e had hij zelfs al zes Landenprijzen op zak’, zegt wielerhistoricus Patrick Feyaerts.

‘Daarnaast won Anquetil zeven keer de GP di Lugano, destijds de herkansing voor de Landenprijs, en elf Tourtijdritten. In zijn eerste vijftien profjaren won hij 65 procent van zijn tijdritten. Zonder klimtijdritten zelfs meer dan 70 procent’, aldus Feyaerts.

‘Anquetil telt weliswaar minder tijdritzeges in de Tour dan Hinault (20) of Merckx (16), en in totaal ook minder zeges tegen de klok dan Merckx (64 tegenover 70), maar voor mij blijft hij de grootste tijdrijder ooit.’

Of Evenepoel die status ooit bereikt? Dat valt nog te bezien. Tijdperken vergelijken blijft moeilijk. Maar dat hij op weg is naar de absolute top van het tijdrijden, lijdt geen twijfel meer.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise