Tadej Pogacar won donderdag de bergrit in de Tour naar Hautacam met 2 minuten en 10 seconden voorsprong. Het is de grootste kloof van een Tourwinnaar in een bergetappe in bijna vijftig jaar. Hoe valt dat te verklaren?
‘Everyone’s got a plan, until they get punched in the face.’ De beroemde uitspraak van ex-bokser Mike Tyson duikt af en toe op in de sport.
Zoals in de twaalfde rit van de Tour de France. De etappe waarop het ‘Grote Plan’ van Visma–Lease a Bike en Jonas Vingegaard aan diggelen werd geslagen door één welgemikte knock-out van Tadej Pogacar.
Elf ritten lang had de Nederlandse ploeg geprobeerd om de Sloveen af te matten. Door voortdurend druk te zetten in de finales hoopte ze dat de opgestapelde vermoeidheid hem en zijn ploeg in de slotweek zou nekken.
Toen Tadej Pogacar woensdag ook nog eens ten val kwam en zijn hele linkerarm schaafde, leefde de hoop dat hij al op de slotklim naar Hautacam misschien toch een barstje zou vertonen – al was het maar een miniem scheurtje. En dat het klassement na deze rit toch nog enige spanning zou behouden.
Maar die hoop bleek ijdel. Zoals vorige maand in het Critérium du Dauphiné namen zijn ploegmaats Tim Wellens, Adam Yates en Jhonatan Narváez al na twee kilometer de kop bergop.
Pogacar – belust op revanche na zijn nederlaag tegen Vingegaard op Hautacam in de Tour van 2022 – knalde vervolgens weg van de Deen en de rest. In die eerste vijf minuten trapte hij bijna acht watt per kilogram, met een gemiddelde snelheid van 27 kilometer per uur. Dat is ongelofelijk veel.
Tadej Pogacar is out of this world 👽
— Cycling on TNT Sports (@cyclingontnt) July 17, 2025
The world champion leaves Jonas Vingegaard in the dust, opening up a gap with a huge attack 💪💥 pic.twitter.com/it2OPHNgZM
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Aanvankelijk hield de Deen nog even stand, maar uiteindelijk capituleerde hij: 2 minuten en 10 seconden achterstand aan de finish.
De Duitser Florian Lipowitz volgde 13 seconden later. De Noor Tobias Halland Johannessen, vierde, eindigde al op drie minuten. Remco Evenepoel werd zevende, nog ruim een halve minuut daarachter.
Zeldzame dominantie
Een voorsprong van ruim twee minuten op één klim is uitzonderlijk. Het is 49 jaar geleden dat een Tourwinnaar een bergrit met een nog grotere kloof won: Lucien Van Impe op Pla d’Adet in 1976, met 3 minuten en 12 seconden voorsprong op Joop Zoetemelk.
Sindsdien kwamen slechts drie Tourwinnaars in de buurt. Marco Pantani won de rit naar Les Deux Alpes in 1998 met 1 minuut en 54 seconden voorsprong. Lance Armstrong deed daar nog vijf seconden bij toen hij in 2001 soleerde naar Alpe d’Huez. En op diezelfde klim pakte Carlos Sastre in 2008 2 minuten en 3 seconden.
De Spanjaard werd nooit rechtstreeks met doping gelinkt; Armstrong en Pantani wel. Armstrong verloor uiteindelijk zelfs zijn zeven Tourzeges.
De meeste andere Tourwinnaars haalden bij hun meest dominante klimprestatie hoogstens een minuut voorsprong.
Pogacar: nog beter op Plateau de Beille
Het verschil in procenten oogt nog indrukwekkender. Tadej Pogacar was 6,16 procent sneller dan Vingegaard en 10,2 procent rapper dan Evenepoel. In de meeste sporten bedraagt het verschil tussen de allerbesten slechts tienden van een procent, of hooguit twee à drie procent. Niet het dubbele.
Opvallend is dat Pogacar volgens wattagefetisjisten niet eens zijn beste niveau haalde. Hij zou zo’n 6,75 watt per kilogram getrapt hebben – minder dan de bijna 7 watt van vorig jaar op Plateau de Beille, over een periode van 40 minuten.
Ingehouden reed hij allerminst. Zijn grimas in de laatste kilometers sprak boekdelen. Misschien had hij toch wat hinder van zijn val?
🇫🇷 #TdF2025 ⛰️ Hautacam | 13,3km / 7,9%
— WattsNBikes (@BikesNWatts) July 17, 2025
⏱️ 35’02 | Tadej Pogacar 🇸🇮
⚡️ 6,75 W/kg ⏫ 1800 m/h
🔥 Dans la lignée du Dauphiné ! Exceptionnel 🚀
Même si pas au niveau (hallucinant) du Plateau de Beille
Chronos, watts, indices de performance 👇https://t.co/1Dc8UslQti#LesRP #TdF
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Ook de temperaturen lagen hoger: ruim 30 graden, tegenover 27 op Plateau de Beille. De hele rit van 180 kilometer werd bovendien in een moordend tempo gereden: gemiddeld 41,467 kilometer per uur, over net geen 3800 hoogtemeters. Slechts drie Touretappes met meer dan 3800 hoogtemeters werden ooit nog sneller afgelegd.
Dat de elf voorgaande ritten aan een gemiddelde van bijna 45 kilometer per uur waren afgewerkt, speelt wellicht ook een rol.
Record van Riis niet verbeterd
Het is een mogelijke verklaring waarom Pogacar niet het beruchtste EPO-record ooit verbeterde: dat van Bjarne Riis in de Tour van 1996 op Hautacam. Hij was zelfs 28 seconden trager dan de Deen – en dat ondanks veel beter materiaal. Pogacar moest vooral in de laatste 4,5 kilometer, toen hij iets ‘vertraagde’, tijd toegeven op het recordschema van Riis.
⛰️🏁 ⏱️ HAUTACAM (13.25 km, 8.01 %, 1061 m)
— ammattipyöräily (@ammattipyoraily) July 17, 2025
1994, 1996, 2000, 2008, 2014, 2022, 2025 | 🇫🇷 #TDF2025
📜 TOP19 list pic.twitter.com/yPtL1N5MEc
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Die fietste in 1996 wel met een hematocrietwaarde van ver boven de vijftig. Bovendien moesten de renners in die rit in 1996 enkel Hautacam beklimmen. Nu kregen Pogacar en co vooraf ook de Col du Soulor voor de wielen.
In 1996 waren er daarenboven twee relatief rustige overgangsritten voorafgegaan. Riis kon zijn kruit sparen en wellicht wat extra verboden brandstof tanken.
Perfecte klimtechniek
Betekent het grote verschil met de concurrentie dat Pogacar zich dopeert? Dat kunnen buitenstaanders, en zelfs veel insiders of coaches, onmogelijk met zekerheid beweren.
De enige link tussen de Sloveen en doping is het verleden van zijn ploegleiders Mauro Gianetti en Joxean Fernández Matxin. Zij waren actief bij het Saunier Duval-team, dat tussen 2004 en 2011 met meerdere dopinggevallen te maken kreeg. Onder meer via positieve tests van Iban Mayo, Leonardo Piepoli en Riccardo Riccò.
Gianetti werd in 1998 zelf verdacht van het gebruik van perfluorkoolstof (PFC) na een ernstig medisch incident.
Wat wel zeker is: Pogacar is de meest getalenteerde renner sinds Eddy Merckx. Al op zijn negentiende won hij drie ritten in de Vuelta. Als hij zo doorgaat, zou hij de Kannibaal qua palmares wel eens kunnen overtreffen. Hij domineert op alle terreinen – zelfs op de kasseien en hellingen van de Ronde van Vlaanderen.
Daarnaast beschikt de wereldkampioen over een bijna perfecte klimtechniek, zo bleek uit een analyse in de Tourgids van Knack Sport.
‘Al zijn lichaamsdelen spelen samen als een symfonisch orkest, en Pogacar is daarvan de dirigent. Zo begrijp je waarom hij niet alleen sterker is, maar ook efficiënter en energetischer klimt dan veel van zijn collega’s’, besloot bewegingsanalist Stefan Deckx (Universiteit Antwerpen).
Concurrentie niet top
Daar komt bij dat Pogacars grootste rivalen, Jonas Vingegaard en Remco Evenepoel, op Hautacam geen topvorm haalden.
De Deen reed 42 seconden trager de klim op dan bij zijn zege in 2022, al was de etappe toen wel iets zwaarder. Eerder deze Tour, in de tijdrit, presteerde hij al zwakker in de langere full-outinspanning. Evenepoel draagt nog altijd de naweeën van zijn val in december.
Anderzijds was ook Pogacar niet de allerbeste versie van zichzelf. ‘Zonder die val pakt Tadej vier minuten’, zei ploegmaat Tim Wellens met een monkellachje.
🎙 🇸🇮@TamauPogi: “It was a super hot and tough day from start to finish. I’m happy to take the Yellow Jersey and the stage win.” 💛
— Tour de France™ (@LeTour) July 17, 2025
💛 Interview with the #MaillotJauneLCL ⤵️ 💛#TDF2025 https://t.co/2qravMXZJh
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Conclusie: kijk je alleen naar de feiten, dan is de Sloveen extreem dominant. Hij lijkt, zonder valpartijen of ziektes, met de vingers in de neus op weg naar Tourwinst. Op een moment waarop het algemene niveau in het peloton hoger is dan ooit, moeten objectieve waarnemers daar vragen bij durven te stellen.
Maar de enigen die zijn geloofwaardigheid écht onderuit kunnen en mogen halen, zijn dopingcontroleurs of politiespeurders.
Ja, die hebben bij Lance Armstrong ook nooit iets gevonden. Maar hun bewijs is het enige waar we op kunnen voortgaan.