Jarenlang stond ze bekend als de vrouw van net niet, tot ze vorig jaar de Tour won. Haar carrière kreeg met de klap een andere dimensie, maar Kasia Niewiadoma (30) bleef haar filosofie altijd trouw. ‘Ik had tien jaar zonder overwinning kunnen koersen en nog had het me niet gedeerd.’
Het is een van de charmes van het vrouwenwielrennen: terwijl het stilaan een utopie is om de mannelijke Tourwinnaar één-op-één te interviewen, maakt de Tourwinnares af en toe nog wel eens tijd voor een exclusief gesprek.
Kasia Niewiadoma-Phinney schreef vorig jaar een van de spannendste bladzijden in ruim 120 jaar Tourgeschiedenis. Hoe de Poolse erin slaagde topfavoriete Demi Vollering af te houden met amper vier seconden – het kleinste verschil ooit – blijft op het netvlies gegrift.
Ruim acht maanden later, tussen de Waalse Pijl en Luik-Bastenaken-Luik, vertelt de vriendelijke kopvrouw van Canyon-SRAM-zondacrypto in een hotel in Malmedy over de impact van die overwinning en hoe ze toewerkt naar de komende editie. Ontspannen en tegelijk gefocust legt ze uit hoe ze haar sport beleeft en geeft ze een inkijk in haar hoofd en haar hart.
‘Dit jaar zijn de laatste drie ritten echt pittig. Voor Lotte Kopecky misschien wel te lastig.’
Laten we eerst nog eens terugkeren naar de finish vorig jaar op Alpe d’Huez. Wat ging er door je heen toen je daar op het asfalt zat uit te hijgen, in afwachting van het verdict?
KASIA NIEWIADOMA: Om eerlijk te zijn niet veel, gewoon omdat ik zo uitgeput was. Toen ik over de finish kwam, was ik vooral blij dat de pijn voorbij was. Even later hoorde ik geschreeuw in de radio. Op dat moment belandde ik weer met beide voeten op de grond en besefte ik: we zitten midden in de koers en we hebben de Tour gewonnen. Een surreëel gevoel. Een moment van geweldige euforie ook – ontzettend fijn om dat te kunnen delen met mijn naaste omgeving, ook al ging alles heel snel voorbij.
Heb je van de nasleep kunnen genieten?
NIEWIADOMA: Ja en nee. De ontvangst in Polen bijvoorbeeld was heel mooi. Ik ben opgegroeid in Ochotnica Górna, een dorpje in de bergen. De mensen daar bezorgden me een warm welkom, op een traditionele manier, wat me terugbracht naar mijn roots en hoe het vroeger was. Het was ook heel bijzonder om veel mensen terug te zien met wie ik ben opgegroeid maar die ik nu niet vaak meer zie (Niewiadoma woont in Andorra, nvdr).
Anderzijds duurde de nasleep best lang. Ik had twee maanden een vrij eenzaam bestaan geleid in voorbereiding op de Spelen en de Tour. Zodra dat voorbij was, was ik vooral blij dat ik weer normaal kon leven. Maar toen volgden al die interviews en verplichtingen. Het duurde een poos voor ik op adem kon komen. Dan merk je dat de impact van de Tour veel groter is dan van elke andere wedstrijd.
Heeft de Tourzege je leven veranderd?
NIEWIADOMA: Niet echt. Mijn privéleven is gelukkig hetzelfde gebleven. Ik heb nog steeds dezelfde vrienden en dezelfde man (ex-prof Taylor Phinney, nvdr). (lacht) Maar de Tour is een deel van mijn identiteit gaan uitmaken. Toen ik me vorig najaar op het WK voorbereidde, bleef het over de Tour gaan. Nu zijn we bijna een jaar later en praten we er nog altijd over.
Ik zie het ook bij mijn schoonmoeder (Connie Carpenter, nvdr): zij won ooit olympisch goud (in de wegrit op de Spelen van Los Angeles 1984, nvdr) en ze wordt daar nog altijd mee geïntroduceerd. Wat we als sporter bereiken, wordt voor altijd als het ware onze tweede naam.
Voordien keek de buitenwereld naar jou als de renster die er in de finale altijd bij was maar nooit won. Hoe lastig was dat?
NIEWIADOMA: Ik heb het gevoel dat veel mensen daarop focussen, maar mij heeft het nooit dwarsgezeten. Ik ben ook altijd gemotiveerd gebleven en erin blijven geloven. Ik vond dat ik ook al veel had bereikt. Op het podium staan na de eerste Tour (ze was derde in 2022, nvdr) of de bolletjestrui winnen (in 2023, nvdr) voelde als een overwinning.
Tweede worden in de Waalse Pijl achter Anna van der Breggen (in 2021, nvdr) was prachtig. Natuurlijk wil je winnen, maar vorig jaar won ik de Waalse Pijl en het is niet dat het leven ineens stilviel of dat de wereld plots mooier werd. (lacht)
De Waalse Pijl vorig jaar was je eerste overwinning op de weg sinds je ritzege in de Britse Women’s Tour in 2019. Hoe kwam het dat je de winnares in jou was kwijtgeraakt?
NIEWIADOMA: Ik ben de winnares in mezelf nooit kwijtgeraakt. Alleen dat tikkeltje geluk ontbrak soms, of de juiste samenstelling van de kopgroep. In het begin van mijn carrière reed ik bij Rabobank, samen met Anna van der Breggen en Marianne Vos.
Ik kon gebruikmaken van hun sterkte, zoals er nu soms rensters van SD Worx winnen die anders misschien niet zouden winnen. Later, bij Canyon-SRAM, zat ik meestal alleen. Dan kun je moeilijk het spel spelen. Bovendien is de sport ook geëvolueerd. De top is breder geworden.
Was je wereldtitel gravel eind 2023 een kantelpunt?
NIEWIADOMA: Ik zou het geen kantelpunt noemen. Ik duid ook niet graag koersen aan die me zouden hebben veranderd. Ik heb eerder het gevoel dat ik als renster en als vrouw blijf groeien en meer ervaring opdoe naarmate de wedstrijden elkaar opvolgen. Elke wedstrijd is zo anders en vormt je op een bepaalde manier. Maar die regenboogtrui winnen was zeker een mooie bevestiging van het idee dat alles mogelijk is.
Waar bleef je de motivatie vandaan halen tijdens de jaren dat je niet meer won?
NIEWIADOMA: Ik behield mijn drive omdat ik ontzettend van deze sport houd. Ik houd van fietsen, ik houd van wielrennen. En ik besef heel goed dat ik veel geluk heb dat ik het op zo’n hoog niveau mag beoefenen en dat het ook nog eens mijn job is.
Ik doe het in de eerste plaats voor mezelf. Ik fiets omdat ik er plezier aan beleef. Als ik dat plezier ook kan delen met anderen en mensen kan motiveren om gezonder te gaan leven of naar onze koersen te komen kijken, is dat mooi meegenomen. Maar de kern ligt bij mezelf.
Wat trekt er jou zo aan in deze sport?
NIEWIADOMA: In fietsen hou ik van het gevoel van vrijheid, het ontdekken van nieuwe streken, de voldoening die je na een vermoeiende inspanning voelt. In wielrennen draait het voor mij om het gevoel tijdens de finales van wedstrijden. Ze zijn heel slopend, maar ook heel interessant. Je moet snel beslissingen nemen. Je instinct neemt het over. Je onderbewuste bepaalt wat je doet. Altijd fascinerend om te ontdekken hoe je lichaam en geest op zo’n moment reageren.
Jij staat bekend als een aanvallend ingestelde renster. Vind je dat belangrijk?
NIEWIADOMA: Ja, ik wil mijn manier van koersen zeker behouden. Als ik Puck Pieterse nu zie rijden, doet ze me denken aan mijn jongere zelf: onverschrokken, vroeg in de aanval gaan, niet te veel rekenen. Na verloop van tijd, als de overwinningen uitblijven, beginnen mensen je te vertellen dat je energie moet sparen en moet wachten tot de finale.
Maar dan verlies je een beetje de vrijheid van het koersen. Het was dus voor mij heel fijn om te zien hoe Puck in de Amstel er gewoon vol voor ging en haar kans greep. Het deed me weer beseffen dat het niet alleen om de finale draait en dat er daarvoor ook al van alles kan gebeuren.
Je won de Tour maar bent ook een vaste waarde in de klassiekers. Beschouw jij jezelf als een ronderenster die klassiekers kan winnen of als een klassieke renster die grote rondes op haar naam kan schrijven?
NIEWIADOMA: Mijn hart ligt meer bij de klassiekers dan bij rittenkoersen. Eendagskoersen zijn interessanter, dynamischer. Als jonge renster reed ik vooral klassiekers. Ik voelde me daar ook comfortabeler bij: klassiekers heb ik van nature meer in het bloed.
De Vuelta komt er nu aan, maar ik heb niet het gevoel dat ik daar klaar voor ben, omdat ik geen hoogtestage heb gedaan. Ik zal de Vuelta dan ook in dienst rijden (van Neve Bradbury, nvdr). Voor rittenkoersen heb ik echt gestructureerde trainingsblokken nodig en tijd om me voor te bereiden. Voor klassiekers kan ik in vorm geraken door te koersen.
Hoe kijk je terug op je klassieke voorjaar?
NIEWIADOMA: Mijn voorjaar verliep totaal niet zoals gepland. Ik had een prima winter achter de rug en was gretig en zelfverzekerd om aan het nieuwe seizoen te beginnen. Maar toen werd ik wat ziek en daarna kwam ik in de Strade Bianche ten val. Ik kreeg last van mijn knie, een probleem dat maar bleef aanslepen. Pas in de Ronde van Vlaanderen voelde ik me eindelijk weer nagenoeg mezelf.
Door die ene stomme val voelde mijn voorjaar rommelig en chaotisch aan. Het oorspronkelijke plan was om elke week te koersen. Ik wilde in Italië verblijven en daar alle klassiekers rijden, daarna in België verblijven en daar alles meepakken. Maar ik moest voor een aantal koersen afzeggen. En voor het alternatief – op hoogtestage gaan – was er ook geen tijd meer.
Als je het seizoen niet kunt beginnen zoals gepland en je voelt je weken wat minder, dan moet je ook extra investeren in je mentale weerbaarheid. Om jezelf weer dat gevoel te geven: ja, ik kan dit, niemand is beter dan ik. Je hebt tijd nodig om weer in die flow te komen. Dat is waar ik nu ongeveer sta.
‘Als ik iets aan mezelf mag veranderen, dan zou het mijn sprint zijn.’
In de Ronde van Vlaanderen zat je bij het viertal dat sprintte om de overwinning.
NIEWIADOMA: Als ik een sprintster was geweest, had ik misschien gewonnen. Maar omdat ik van nature geen sprintster ben, stond ik niet eens op het podium. Als ik één iets aan mezelf mag veranderen, dan zou het mijn sprint zijn.
Om op een vlakke aankomst de overwinning te behalen, moet ik kunnen rekenen op een moment van aarzeling in de groep. Ik haal inspiratie uit hoe Pauline Ferrand-Prévot Parijs-Roubaix won. Iedereen keek naar Marianne Vos, Lotte Kopecky en Lorena Wiebes. Pauline was supersterk, maar ze maakte ook slim gebruik van het feit dat de focus op anderen lag. Ik geloof erin dat dit ook mijn manier kan zijn om ooit Luik-Bastenaken-Luik te winnen: de sprint ontlopen doordat de snelste vrouwen naar elkaar kijken. Het is een doel om na mijn overwinningen in de Amstel en de Waalse Pijl het drieluik te vervolmaken. Luik is mijn droomkoers.
Hoe is het om Ferrand-Prévot en Van der Breggen, je voormalige ploeggenotes bij Rabobank, opnieuw in het peloton tegen te komen?
NIEWIADOMA: Cool. Het voelt een beetje als vroeger. Ik hou van hun manier van koersen. Ik apprecieer hen ook als persoon. We hebben altijd goeie gesprekken, over het leven en hoe het thuis is, gewoon typische meidenpraat. Het zou natuurlijk nog leuker zijn om samen te kunnen koersen in plaats van tegen elkaar.
Hoe ziet straks jouw aanloop naar de Tour eruit?
NIEWIADOMA: Na de Vuelta trek ik op hoogtestage naar Boulder (de geboorteplaats van Taylor Phinney, in de Amerikaanse staat Colorado, nvdr). Daarna rijd ik de Ronde van Zwitserland en de nationale kampioenschappen. En dan ga ik opnieuw op hoogte in Andorra. Ik heb deze lente nog geen hoogtestage gedaan, in tegenstelling tot al mijn concurrentes. In Boulder en Andorra kom ik graag, maar de wegen zijn er pas vanaf mei berijdbaar.
In januari en februari blijft alleen de Teide over (op Tenerife, nvdr), maar dat is te veel isolement voor mij, alsof je op de maan verblijft. Het maakt dat ik dit voorjaar alleen nog maar op korte inspanningen heb getraind. En ik heb wel altijd minstens twee hoogtestages nodig om aan mijn uithoudingsvermogen voor langere beklimmingen te werken. Als puncher heb ik die capaciteit namelijk niet van nature.
Hoe voelt het om de titelverdedigster te zijn?
NIEWIADOMA: Niet anders dan de vorige keren. Ik wil er nog altijd voor zorgen dat ik perfect voorbereid aan de start sta, dat ik alle trainingen voor de volle honderd procent heb afgewerkt, goed hersteld ben en de beste versie van mezelf ben. En dan kom ik naar de Tour om opnieuw mijn best te doen. Ik zit er niet over te stressen.
Maar het verwachtingspatroon is toch veranderd? Voel je niet méér druk?
NIEWIADOMA: Ik denk dat ik te oud ben om nog echt druk te voelen. Druk is iets dat je vooral ervaart als je heel jong bent en dat je zelf creëert omdat je bang bent dat je het niet zult aankunnen. Naarmate je meer maturiteit hebt, heb je op een bepaald moment zoveel situaties meegemaakt waarin je onder de stress bent bezweken, dat je beseft: voor wie doe ik dit eigenlijk? Waarom fiets ik? Waarom koers ik?
Omdat ík ervan hou, en niet omdat bijvoorbeeld papa of mama wil dat ik renster ben. Natuurlijk wil je presteren omdat heel het team je ondersteunt en wil je je sponsors bedanken met resultaten. Maar niet op een manier dat het als druk aanvoelt.
‘Ik ben de winnares in mezelf nooit kwijtgeraakt.’
En hoe dan ook is je carrière al geslaagd.
NIEWIADOMA: Het voelt goed om Pauline en Anna te horen zeggen dat ze op een dag de Tour willen winnen en zelf kan bedenken dat ik dat al heb klaargespeeld. Maar het is nu ook weer niet dat dit het einde is. Of dat ik mijn drive kwijt ben. Je bent maar zo goed als je laatste wedstrijd, je kunt niet voor altijd op één resultaat teren.
Mocht ik ooit besluiten om een stap terug te zetten en helper te worden, zal ik misschien vrede nemen met wat ik heb bereikt. Maar tot zolang blijf ik er constant naar streven om de beste te zijn en mijn resultaten te bevestigen.
Wat vind je van het Tourparcours dit jaar?
NIEWIADOMA: Ik denk dat het me beter ligt dan vorig jaar. Sowieso is het een pluspunt dat er geen tijdrit in zit. Ik hoop ook al wat tijd te kunnen pakken in de eerste twee etappes met die explosieve aankomsten, al kan alles daar ook dicht bij elkaar blijven. De laatste drie etappes zijn natuurlijk echt zwaar. Ik heb die beklimmingen nog nooit gedaan, maar één ding weet ik zeker: ik zal mijn twee hoogtestages nodig hebben.
Wie beschouw je als je belangrijkste tegenstander?
NIEWIADOMA: Demi Vollering. En misschien Pauline. Ik zie bij haar veel progressie.
Ook Lotte Kopecky heeft van de eindzege haar doel gemaakt. Hoe schat je haar kansen in?
NIEWIADOMA: Ze heeft de voorbije vier jaar grote stappen gezet. Ik heb veel respect voor haar en waardeer haar ook echt als renster. Als ik haar zie winnen, ben ik blij in haar plaats. De Tour? Mmm, ik weet het niet.
Ze is veel verbeterd in het klimmen en als ze zich de komende jaren zo blijft ontwikkelen, maakt ze kans. Maar het hangt natuurlijk ook af van het parcours. Dit jaar zijn de laatste drie ritten echt pittig. Ik denk dat het voor haar misschien wel te lastig zal zijn om op de steilste stroken te volgen.
Tot slot: het is geleden van de Tour vorig jaar dat je nog de armen in de lucht mocht steken. Begin je niet stilaan te vrezen dat je weer aan een lange periode van droogte bent begonnen?
NIEWIADOMA: Nee, serieus, het is zoals ik zei: natuurlijk wil ik winnen, maar ik zou tien jaar zonder overwinning kunnen koersen en nog zou het me niet deren. Journalisten beginnen daar altijd over en ik ben dan altijd degene die zich daartegen verzet. (lacht) Ik denk dan: let me be. (pauzeert even) Herinner je je Emma Johansson nog?
De Zweedse voormalige renster die in de Vlaamse Ardennen woonde?
NIEWIADOMA: Ik was haar grootste fan. Zij werd zo vaak tweede of derde, en toch keek ik naar haar op. Ik heb nooit gedacht: ik wil niet zijn zoals zij, want ze wordt ‘maar’ tweede of derde. Nee, ik wilde juist zijn zoals zij, omdat ze er altijd stond, altijd goed voorbereid was en haar huiswerk had gemaakt.
Er zijn vandaag zeker ook meisjes die minder fixeren op de winnaars. Ik hoop dat ik voor hen een inspiratiebron kan zijn. Er rijden 150 vrouwen in het peloton en er kan er maar één winnen. Mensen hebben motivatie nodig, waar in het peloton ze ook kijken. Het is evengoed oké om tweede of derde te worden.
Lotte Kopecky verlegt haar doelen verder dan de Ronde van Vlaanderen: ‘Ik wil optimaal aan de start van de Tour komen’
Wiskundeknobbel
Katarzyna Niewiadoma, geboren op 29 september 1994 in Limanowa, in het zuiden van Polen, was veertien toen ze de wielersport ontdekte. ‘Ik ben via mijn vader in het wielrennen beland’, vertelt ze. ‘Hij begon op de weg te fietsen met vrienden en nam altijd mijn broer mee op training. Ik ben de jongste thuis, voor mijn veiligheid mocht ik niet mee, maar zo groeide bij mij juist de drang om te bewijzen dat ik dit ook kon.’
‘Op een dag gaf mijn vader uiteindelijk toe. Ik reed meteen vol gas, alsof ik hem wilde tonen dat ik sterk was. Een paar dagen later kwam hij met een koersfietsje thuis en stelde hij voor dat ik daags nadien in onze woonplaats aan een tijdrit zou deelnemen. Ik won die meteen, tegen de jongens en de meisjes. Ik werd door een trainer voor een trainingskamp uitgenodigd en was vertrokken.’
In het begin dacht Niewiadoma er nog niet aan om ooit van wielrennen haar beroep te maken. ‘Dat was een geleidelijk proces’, verklaart ze. ‘Ik zag het toen vooral als een sport die me toeliet om te reizen, nieuwe mensen te ontmoeten en plezier te beleven. Toen ik ouder werd en moest kiezen naar welke universiteit ik zou gaan of bij welk team ik zou tekenen, kreeg ik de kans om bij Rabobank stage te lopen (najaar 2013, nvdr). Vervolgens kreeg ik een contract en werd ik prof.’
Wat zou ze zijn geworden als ze niet in de wielersport was terechtgekomen? ‘Ik was sterk in wiskunde’, zegt ze. ‘Misschien zou ik die richting zijn uitgegaan. Maar nu zie ik mezelf absoluut geen bureaujob van negen tot vijf doen. Misschien zou ik een vastgoedkantoor willen beginnen. Of een hondenfokkerij. Ik ben Taylor al jaren aan het pushen om een hond in huis te nemen. Hij begint er eindelijk voor open te staan. (lacht) Dus hopelijk lukt het in het tussenseizoen.’
Mevrouw Phinney
Veel supporters en commentatoren in de Lage Landen spreken de naam Kasia Niewiadoma gemakshalve uit zoals hij is geschreven. Maar op onze vraag brengt de Poolse voor eens en voor altijd opheldering over de enige juiste uitspraak. Ze neemt onze dictafoon en zegt luid en duidelijk: ‘Kaasja Njevjadóma-Finny’.
AFP via Getty Images
Aan die laatste toevoeging – Phinney – hecht de Tourwinnares overigens ook belang. ‘Taylor en ik zijn vorig jaar getrouwd. En toch zetten ze ‘Phinney’ er in de uitslagen nog altijd niet bij. Geen idee waarom. Ik zou het liever anders zien.’
Kasia Niewiadoma op het eindpodium van de Tour de France Femmes vorig jaar.
De Tourwinnares viert met haar echtgenoot , ex-renner Taylor Phinney.