Bewegingsanalist Stefan Deckx pleit voor een andere aanpak van heupslagaderproblemen bij wielrenners: ‘Er is meer aandacht nodig voor preventie’

Laura Verdonschot, een van de beste Belgische veldrijdsters, zet na dit seizoen een punt achter haar carrière. Ze heeft te veel last van een probleem aan de heupslagader. © BELGA
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack

Veldrijder Eli Iserbyt zal het hele seizoen missen. Collega Laura Verdonschot stopt zelfs definitief na het seizoen. Beiden kampen met problemen aan de heupslagader, een aandoening die de laatste jaren vaker wordt gediagnosticeerd bij profrenners en fanatieke wielertoeristen. Bewegingsanalist Stefan Deckx (Universiteit Antwerpen) pleit voor een andere aanpak dan de klassieke medische benadering.

Wat is endofibrose van de heupslagader bij wielrenners?

Het probleem heet endofibrose van de heupslagader. Door jarenlange intensieve belasting in een diepe heupbuiging tijdens het fietsen verdikt en verlittekent de binnenwand van een grote slagader. De opening van het bloedvat wordt kleiner, waardoor bij zware inspanningen te weinig bloed het been bereikt.

Renners ervaren dat als snelle verzuring, krachtverlies of een doof gevoel in één been. Omdat de klachten vaak verdwijnen zodra ze stoppen met trappen, wordt de diagnose in bepaalde gevallen pas laat gesteld.

Wanneer de schade structureel wordt, volgt vaak een operatie. Daarbij wordt de heupslagader losgemaakt van de omliggende heupspier en wordt het beschadigde deel van het bloedvat hersteld of vervangen. Zo’n operatie is zeer ingrijpend en vraagt maanden intensieve revalidatie.

Waarom operaties niet altijd blijken te helpen

Hoewel chirurgie bij sommige renners verlichting brengt, biedt ze geen garantie op blijvend succes. Dat tonen ook de dossiers van veldrijders Eli Iserbyt en Laura Verdonschot, bij wie één of zelfs twee operaties de problemen niet definitief oplosten.

Volgens bewegingsanalist Stefan Deckx ligt dat niet aan de ingreep zelf. ‘Als de slagader structureel beschadigd is, dan heb je vaak weinig andere keuze dan te opereren. Beter is echter om vroeger in te grijpen, zodra de eerste pijnklachten opduiken. Die kunnen immers meerdere oorzaken hebben.’

Deckx bekijkt het probleem vanuit de biomechanica van de heup. Een belangrijke oorzaak ligt volgens hem niet alleen in het bloedvat zelf, maar ook in de manier waarop de heup beweegt en belast wordt tijdens het fietsen. ‘De heup is geen eenvoudig scharniergewricht. De heupkop staat schuin op het bovenbeen. Dat betekent dat kleine spanningsveranderingen grote gevolgen kunnen hebben.’

Hij illustreert dat met een beeld. ‘Denk aan een stok met bovenaan een tennisbal die er licht schuin op hangt. Als je de stok buigt, verschuift die bal licht. Dat is normaal. Maar als de spieren rond de heup te stijf zijn, duwen die de bal telkens meer naar voren en naar binnen.’

Eli Iserbyt kwam door heupslagaderproblemen dit veldritseizoen nog niet in actie. © BELGA

Net daar, aan de binnenzijde van de lies, loopt de heupslagader. ‘Die ligt ingesloten tussen het bovenbeen, het zadel en de psoaspees. Die slagader krijgt dus niet één keer druk tijdens het fietsen, maar duizenden keren tijdens elke training of wedstrijd. Geleidelijk, zoals schuurpapier dat telkens opnieuw over dezelfde plek schuurt.’

Ruimte creëren rond de heup: wat betekent dat concreet?

De kern van de aanpak van Stefan Deckx is het creëren van ruimte. Daarmee bedoelt hij dat de heup opnieuw vrijer moet kunnen bewegen, zodat de heupkop minder naar voren wordt geduwd en de heupslagader meer plaats krijgt.

Volgens Deckx ontstaat het probleem wanneer de achterzijde van de heup en het bekken – bilspieren, diepe heuprotatoren en onderrug – te weinig mobiel en te sterk gespannen is.

Een centrale rol speelt daarbij de iliopsoas, de diepe heupspier die het bovenbeen optilt en via zijn pees langs de lies naar het bovenbeen loopt, vlak naast de heupslagader. ‘Als die spier onder spanning staat, wordt alles in de buurt agressiever belast’, zegt Deckx.

Die spanning kan ook buiten de heup zelf ontstaan. ‘Wanneer het middenrif slecht beweegt en de ribbenkast stijf is, zet zich dat door naar beneden. Die spanning komt uiteindelijk terecht in de psoas.’

Door gelijktijdig te werken aan ademhaling, rompmobiliteit en heupmobiliteit kan volgens Deckx de spanning in die keten afnemen.

Waarom extra stabiliteit averechts kan werken

Een vaak voorkomende remedie bij heup- en liesproblemen is werken aan romp- en heupstabiliteit. Volgens Deckx schiet die aanpak in deze context in bepaalde gevallen haar doel voorbij.

‘Je zet nog meer spanning op spieren die al te gespannen staan. Maar als je een vioolsnaar nog harder aanspant, dan kan ze springen.’

Net daarom pleit hij ervoor om voldoende aandacht te besteden aan heupmobiliteit. Niet alleen om kracht op te bouwen, maar ook om overtollige spanning los te laten.

Concreet gaat het volgens Deckx om specifieke oefeningen, zoals het verbeteren van de buitenwaartse heuprotatie, het losmaken van diepe bilspieren en zachte bewegingsreeksen die de heup en de romp opnieuw door hun volledige bewegingsvrijheid laten gaan. ‘Je wilt een heup die soepel kan meeveren, zodat krachten beter worden opgevangen.’

Fietspositie en heuphoek

Ook de fietspositie is volgens Deckx cruciaal. Zijn redenering draait rond de heuphoek, de afstand tussen knie en buik bovenaan de trapbeweging. ‘Op het moment dat je knie hoog tegen je buik komt, zit de heupslagader gekneld tussen het bovenbeen en het zadel.’

Daarom pleit Deckx in deze gevallen voor een iets hogere positie van het zadel. ‘Als je het zadel hoger zet ten opzichte van je voeten, blijft je been even lang, maar komt je knie bovenaan verder van je buik. De heuphoek wordt groter en de druk in de lies daalt.’

Idealiter wordt dat gecombineerd met een lichte voor- en neerwaartse kanteling van het zadel. ‘Zo kan het bekken ook naar voren kantelen en creëer je meer ruimte in de liesregio.’

Ook de materiaalkeuze speelt daarbij een rol. ‘Hoe breder het zadel, hoe meer het van onderuit tegen de liesregio duwt. Een smaller zadel kan letterlijk meer plaats voor de heupslagader maken.’

Cian Uijtdebroeks: wel verlost van problemen

Zijn aanpak paste Stefan Deckx toe bij Cian Uijtdebroeks, in nauwe samenwerking met het performance team van Visma-Lease a Bike. De renner kampte dit jaar met klachten die sterk leken op die van renners met een vernauwde heupslagader: snelle verzuring, wegvallend vermogen en het gevoel niet diep te kunnen gaan.

Stefan Deckx hielp samen met het performance team van Visma-Lease a Bike de problemen van Cian Uijtdebroeks oplossen. © SIROTTI

Scans toonden geen structurele vaatbeschadiging, maar ingrijpen was wel nodig. ‘De focus lag op mobiliteit en ademhaling, op het creëren van ruimte rond de heup’, aldus Deckx.

Het resultaat: Uijtdebroeks raakte verlost van zijn klachten. Hij kon na enkele maanden revalideren opnieuw langdurig hoge wattages trappen en voluit koersen.

Conclusie: preventie is belangrijk

De dossiers van Eli Iserbyt en Laura Verdonschot tonen hoe groot de impact is van een vernauwde heupslagader op prestaties en carrièreverloop. Behandelingen zijn niet altijd even succesvol, zoals bij beide veldrijders blijkt.

Stefan Deckx pleit daarom voor een andere benadering. ‘De mobiliteit van de heupkop, de lage rug en het middenrif heeft een belangrijke invloed op de spanning in de liesregio. Dat bij de eerste klachten detecteren en integreren in een preventieve aanpak kan helpen om ernstigere problemen te voorkomen. Als je als renner, maar ook als recreatieve fietser dus pijnsignalen in de heup hebt, twijfel dan niet: neem tijdig contact op met je kinesitherapeut.’

Hoe Cian Uijtdebroeks een comeback maakte: ‘Hij voelt zich veel krachtiger en mobieler’

 

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise