Na een pauze van drie maanden keerde Cian Uijtdebroeks (22) begin augustus terug met onder meer zijn eerste zeges als prof (rit- en eindwinst in de Tour de l’Ain) en met een tweede plaats in de Czech Tour. Mathieu Heijboer, head of performance bij Visma-Lease a Bike, vertelt hoe de talentvolle Belg dankzij nieuwe inzichten en een andere aanpak verlost raakte van de rugproblemen die hem vorig seizoen en begin dit jaar kwelden.
Eind april nam Mathieu Heijboer een belangrijke beslissing: na een opgave in de Tirreno-Adriatico en drie tegenvallende semiklassiekers in Frankrijk moest Cian Uijtdebroeks een pauze inlassen van drie maanden. ‘Die harde reset was noodzakelijk om aan een revalidatietraject te kunnen beginnen’, zegt Heijboer.
Hij wijst daarbij op de grootste risicofactor: tijdsdruk. ‘Vooral bij een gedreven renner zoals Cian, die snel weer wil koersen. Zelfs als het herstel vlotter was verlopen dan verwacht, hadden we hem geen wedstrijden laten rijden. Zo konden we voorkomen dat hij zich zou laten leiden door de waan van de dag: “Ik voel me goed, ik ben weer klaar.”’
Wat was precies het fysieke probleem?
Mathieu Heijboer: Tijdens de Tirreno-Adriatico in maart meldde Cian terugkerende klachten: een gevoel van zwakte en verzuring in de benen. Hij had daar ook al last van tijdens de Vuelta van 2024, toen hij moest opgeven. De symptomen waren te complex om één specifieke oorzaak aan te wijzen.
Daarom voerden we eerst een grondige analyse uit en bekeken we alles opnieuw, onder meer door een neuroloog. We wilden zeker weten dat we niets over het hoofd zagen.
Vervolgens hebben we aan bewegingsanalist Stefan Deckx van de Universiteit Antwerpen gevraagd om Cians bewegingen en fietspositie te analyseren en te optimaliseren.
Waarom heeft u hem erbij gehaald?
Heijboer: Als head of performance ben ik niet te trots of te koppig om externe hulp in te schakelen. In dit geval Stefan, die ik al ken van toen hij nog met Victor Campenaerts werkte tijdens diens eerste periode bij onze ploeg. Met succes, want Stefan heeft nieuwe inzichten gebracht. Als team behielden we wel de regie, zodat Cian één duidelijk aanspreekpunt had en niet overladen werd met adviezen.
Wat was de analyse van Stefan Deckx?
Heijboer: Zijn werkhypothese was een inklemming van de nervus ischiadicus, de heupzenuw nabij de piriformisspier. Dat konden we niet bevestigen met MRI- of CT-scans, wat het complex maakte, maar de klachten – weinig kracht kunnen zetten, snel verzuurd raken, niet diep kunnen gaan – pasten bij dit beeld. Het is trouwens een probleem waar meer renners mee sukkelen.
Hoe hebben jullie het probleem vervolgens aangepakt?
Heijboer: We hebben een gestructureerd plan opgesteld om Cian op alle vlakken te ondersteunen. We betrokken hem ook meer bij het team door hem te laten werken met kinesist Thijs Hertsens en krachttrainer Jarno Voorintholt, in plaats van met zijn eigen kinesist.
Een andere fietspositie
Wat is er concreet veranderd?
Heijboer: Onder meer Cians fietspositie. Hij zat met een te bolle rug op de fiets. Dat veroorzaakte spanning op de zenuwen in zijn bil en onderrug en beperkte zijn krachtoverdracht. Stefan Deckx wees erop dat een te bolle rug ook de werking van het middenrif en de longen belemmert, wat cruciaal is voor de ademhaling.
We hebben daarom Cian iets korter en rechter laten zitten, waardoor de druk op de zenuwen afneemt, maar hij nog steeds kracht kan leveren. We hebben ook de drukpunten op zijn zadel aangepast, zodat de natuurlijke knik in zijn rug beter aansluit bij een optimale houding.
‘Dankzij een andere fietspositie kan Cian Uijtdebroeks nu langer een hoog vermogen vasthouden.’
We hebben die nieuwe positie gecombineerd met een specifiek oefenprogramma om de spieren rond de bil, heup en onderrug te versterken en mobieler en soepeler te maken. Stefan benadrukte dat stijfheid, vooral in de heup en de romp, klachten kan verergeren omdat de bewegingsketen niet optimaal functioneert.
Zo bouwden we alles heel geleidelijk op. We begonnen met eenvoudige oefeningen onder strikt toezicht van Thijs en Jarno. Zo voerde Cian elke beweging perfect uit en werden fouten in de bewegingsketen vermeden.
Welke verbetering geeft hij nu zelf aan?
Heijboer: Cian zegt dat hij zich veel krachtiger en mobieler voelt. Dat zien we ook in de data. Hij kan nu langer een hoog vermogen vasthouden, presteert beter bij explosieve inspanningen en heeft meer controle over zijn lichaam.
Kunnen jullie garanderen dat de klachten niet terugkeren?
Heijboer: Nee, maar zolang Cian goed zorgt voor zijn lichaam – met regelmatige oefeningen en een goede fietspositie – is de kans dat ze terugkeren klein.
Een drie- of vierdaagse rittenkoers zoals de Tour de l’Ain of de Czech Tour is natuurlijk niet te vergelijken met een WorldTour-koers van een week of een grote ronde.
Heijboer: Klopt, daarom zien we elke koers als een testcase om zijn belastbaarheid op te bouwen en te monitoren, met het oog op volgend seizoen. Cian de Vuelta laten rijden – die oorspronkelijk ook niet op zijn planning stond – was dus geen optie.
Plannen voor 2026
Wat is zijn programma voor de rest van het seizoen?
Heijboer: Cian rijdt eind deze maand de Bretagne Classic in Plouay, half september de Ronde van Slowakije, begin oktober de Giro dell’Emilia en Tre Valli Varesine en als afsluiter van het seizoen de Tour of Guangxi.
Mogelijk komt daar eind september nog het WK in Rwanda bij, als hij wordt geselecteerd. Het zou voor hem een mooie ervaring zijn, en een beloning voor het harde werk. Hij kan er zonder druk in dienst rijden van Remco Evenepoel.
Waarom hebben jullie dit programma gekozen?
Heijboer: We zien Cian als een renner die zijn kwaliteiten nog moet ontdekken en ontwikkelen. Hij is zeker nog geen afgewerkt talent. Tijdens die koersen kan hij bijleren in verschillende rollen, als knecht voor Simon Yates in Emilia, of als kopman in de Ronde van Slowakije.
Cians optreden in de Clásica San Sebastián (waar hij begin augustus negende werd, nvdr) toonde aan dat hij ook in lastige eendagskoersen, zoals in Emilia en Varese, kan schitteren, hoewel hij niet heel explosief is. Die wedstrijden zijn ideaal voor Cian om zich te ontwikkelen, zowel op fysiek als op tactisch vlak.
In de Czech Tour verloor Uijtdebroeks de eindwinst door in de slotrit stil te vallen op honderd meter van de finish. Hoe waardevol zijn zulke ervaringen?
Heijboer: Enorm waardevol. Het was pijnlijk, maar een cruciale les over het beter timen van demarrages en het slimmer gebruiken van ploegmaats. In een WorldTour-koers zou zo’n fout zwaarder wegen, met meer media-aandacht en druk.
Nu leert hij in een relatief veilige omgeving hoe hij finales moet rijden en winnen. Dat hij in Tsjechië bergop de sterkste was, maar toch niet heeft gewonnen, bewijst dat winnen niet vanzelfsprekend is, zelfs op een lager niveau.
‘De grootste uitdaging is hem in toom houden. Cian Uijtdebroeks is zo gedreven dat hij alles tegelijk wil aanpakken.’
Zijn er al plannen voor 2026, zoals een mogelijke grote ronde?
Heijboer: Dat evalueren we pas na dit seizoen. We kijken nu eerst naar zijn fysieke progressie, hoe hij omgaat met druk als favoriet, en zijn rol in het team.
Uijtdebroeks switchte ook van coach: van Tim Heemskerk naar Espen Aareskjold. Waarom?
Heijboer: Het ging om communicatie. Cians persoonlijkheid past beter bij Espen. Maar zo veel verandert er niet. Ons performanceteam werkt samen, met de coach als aanspreekpunt, en de trainingsfilosofie blijft dezelfde.
Voor Cian is het belangrijk dat de coach uitlegt waarom we iets doen. Hij staat open voor inzichten, maar heeft duidelijke richtlijnen nodig. De grootste uitdaging is hem in toom houden. Cian is zo gedreven dat hij alles tegelijk wil aanpakken. We moeten prioriteiten stellen.
Uitgeblust
U traint zelf Wout van Aert, die vorig weekend hervatte met een negende plaats in Hamburg. Kan hij na een zwaar seizoen met een voorjaar, Giro en Tour nog presteren in de Bretagne Classic in Plouay en in de Canadese WorldTourkoersen?
Heijboer: De absolute topvorm behalen is lastig na twee grote rondes, maar Wout kan in Plouay en in de GP Québec meedingen naar winst. De GP Montréal is zwaarder, maar dankzij dit programma kan hij het opnemen tegen de andere renners. We hebben het EK en het WK geschrapt, omdat de opoffering mentaal en fysiek te groot zou zijn geweest na zo’n intens jaar, zonder garantie op resultaat.
Helpt dit programma hem om fris de winter in te gaan?
Heijboer: Absoluut. Het is belangrijk dat hij niet uitgeblust het seizoen afsluit. Zo kan Wout sneller herstellen, een solide winter neerzetten en zo een betere basis leggen voor 2026.
Hoe belangrijk is een stabiele winter nu?
Heijboer: De impact van zijn valpartijen in 2024 is nog merkbaar, en dat los je niet in één seizoen op. Vorig jaar kon hij pas in december beslissen of hij kon crossen, omdat hij nog niet volledig hersteld was. Nu kan hij vanaf half oktober normaal opbouwen. Dat geeft hem veel meer consistentie voor het voorjaar.
‘De impact van Wout van Aerts valpartijen in 2024 is nog merkbaar, en dat los je niet in één seizoen op.’
Zal Van Aert komend veldritseizoen meer crossen?
Heijboer: Dat hebben we nog niet besproken. Het belangrijkste is dat hij de tijd krijgt om behoorlijk te trainen, met of zonder crossen. Een stabiele voorbereiding zonder blessures is onze prioriteit.
Gemotiveerd naar de Vuelta
Tot slot, Jonas Vingegaard start zaterdag als jullie kopman in de Vuelta. Kan hij na de Tour, nadat hij weer op Tadej Pogacar botste, nog de beste versie van zichzelf zijn?
Heijboer: Dat kan ik niet met zekerheid zeggen, maar ik heb er veel vertrouwen in. Jonas herstelde snel na de Tour en is erg gemotiveerd om een grote ronde te winnen.
Zijn tweede plaats in de Vuelta van 2023 bewijst dat hij een tweede grote ronde op één jaar aankan. Toen verliep zijn voorbereiding trouwens moeizamer door ziekte. Dit jaar hielden we zijn voorjaar bewust beperkt, zodat hij twee grote rondes op hoog niveau zou kunnen rijden.
Hoe heeft Vingegaard de periode tussen de Tour en de Vuelta overbrugd?
Heijboer: Hij ging kort terug naar Denemarken en trainde daarna in zijn huis in de Franse Haute-Savoie. Daar kreeg hij ondersteuning van ons team: een kok, een mecanicien, een verzorger en zijn coach Tim Heemskerk. Het was geen hoogtestage, maar een gestructureerde voorbereiding in zijn eigen omgeving, zoals we al in de winter hadden gepland.
Als gezinsvader hecht Jonas veel waarde aan zijn familie. Voor hem is dit mentaal en fysiek de beste voorbereiding na de Tour. Het spreekt voor zich dat wij dus voor het hoogste gaan: de Vuelta winnen.
‘Jonas Vingegaard is erg gemotiveerd om nog een grote ronde te winnen.’
Hebben jullie al een verklaring voor zijn twee mindere dagen in de Tour: de vlakke tijdrit en de rit naar Hautacam?
Heijboer: Een eenduidige reden hebben we niet, nee. Een renner is helaas geen machine. Maar het was jammer, want in de klimtijdrit en op de Mont Ventoux heeft Jonas zijn beste klimprestaties ooit neergezet. Alleen was er één renner beter.
Vingegaard rijdt na de Vuelta ook voor het eerst een WK, op het zware klimparcours in Rwanda. Hoe zien jullie dat?
Heijboer: Dat laten we aan de Deense bond over. Jonas is geen specialist van eendagskoersen, maar als hij gelooft dat hij kan presteren, is het aan de bond om die keuze te maken.