Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix zonder Belgen op het podium: toeval of trend?

Mathieu van der Poel en Tadej Pogacar domineerden de kasseiklassiekers. Voor het eerst sinds 1913 stond geen Belg op het podium van zowel de Ronde van Vlaanderen als Parijs-Roubaix. © Getty Images
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack

Met Merlier en Philipsen heeft ons land wereldtoppers in het sprinten. Met Evenepoel en de jonge Thibau Nys zit België nog voor lange tijd goed in de klimklassiekers, en met die eerste ook in de grote rondes. Maar hoe lang duurt het nog eer de Belgische wielerfans weer zullen kunnen juichen om winst in de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix?

Het was een primeur: met Mathieu van der Poel, Tadej Pogacar en Mad Pedersen eindigden, in wisselende volgorde, dezelfde renners op het podium van de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix 2025. Hierdoor finishten er geen Belgen in de top drie van de twee kasseiklassiekers. Dat was sinds 1913, toen beide wedstrijden voor het eerst in hetzelfde jaar werden georganiseerd, nog nooit gebeurd.

Veel heeft te maken met de dominantie van Pogacar en Van der Poel. Zij hebben de laatste zeven monumenten gewonnen – geen duo zette in de wielergeschiedenis ooit een langere reeks neer – en blinken op alle terreinen uit, zeker nu de Sloveen debuteerde in Parijs-Roubaix.

Mads Pedersen was in de Ronde en in de hel van het Noorden de enige die in de buurt kwam van dat duo, maar hij blijft zonder zege in een monument.

Al lang wachten op Belgische zeges in Ronde en Roubaix

Eerste Belg was telkens Wout van Aert, die twee keer vierde werd. Hij en zijn ploeg hadden, zeker in Parijs-Roubaix, op meer gehoopt.

Na zijn twee zware valpartijen in 2024 is de Kempenaar echter nog niet de allerbeste versie van zichzelf, zeker wat betreft explosiviteit en positionering. Misschien zullen we die pas zien in de Giro, of later in de Tour.

Twee andere Belgen eindigden in de Ronde van Vlaanderen in de top tien: Jasper Stuyven werd vijfde, Tiesj Benoot zesde. In Parijs-Roubaix finishten Florian Vermeersch en Laurenz Rex als vijfde en tiende. Zeer verdienstelijk, maar zoals dat ook in de voorbije jaren het geval was – mede door pech van Wout van Aert – slaagde geen enkele Belg erin om Pogacar en/of Van der Poel echt te bedreigen.

Dat brengt ons tot een andere opvallende conclusie: de laatste Belgische zege in de Ronde van Vlaanderen dateert van 2017, met Philippe Gilbert. In geen enkele voorjaarsklassieker moeten Belgische wielerfans zo lang wachten op een winnende landgenoot. Voor de laatste Vlaming die Vlaanderens Mooiste won, moet je zelfs al terug naar 2012, toen Tom Boonen zijn derde Ronde op zijn palmares zette.

De laatste Belgische zege in Parijs-Roubaix dateert ook al van 2019, met Philippe Gilbert. Greg Van Avermaet was de laatste Vlaming, in 2017, die triomfeerde in de hel van het Noorden.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Wout van Aert nog niet afschrijven

De vraag is of de komende jaren een Belg Mathieu van der Poel (30), Tadej Pogacar (26) of een van de opkomende supertalenten kan bedreigen voor winst in de twee kasseimonumenten. Of zelfs in Milaan-Sanremo, waar dit jaar voor het eerst sinds 2017 geen enkele landgenoot in de top 15 eindigde – mede door het aparte koersverloop waarin Van der Poel en Pogacar al wegreden op de Cipressa.

Op korte termijn zal veel afhangen van de verdere fysieke ontwikkeling van de dertigjarige Wout van Aert. Een overwinning in de zware Ronde van Vlaanderen lijkt moeilijk, maar met een perfecte voorbereiding blijft winst in Milaan-Sanremo of Parijs-Roubaix mogelijk.

Naast Van Aert zijn er ook nog Jasper Stuyven (33) en Jasper Philipsen (27). Zij wonnen in 2021 en 2024 Milaan-Sanremo, maar waren niet de sterkste van de koers. Philipsen dankte zijn zege voor een stuk aan ploegmaat Van der Poel. Hij werd ook al tweemaal tweede achter de Nederlander in Parijs-Roubaix, maar winnen is nog iets anders.

Dé vraag na Parijs-Roubaix: verhindert Mathieu van der Poel de monumentenreeks van Tadej Pogacar?

Naast Van Aert en Philipsen eindigde Florian Vermeersch (26) als enige andere Belg sinds 2020 op het podium van de Helleklassieker: tweede in 2021. Vorige zondag werd hij ook vijfde. Hij zal moeten hopen dat Pogacar, zijn kopman bij UAE Team Emirates, Parijs-Roubaix eens links laat liggen, zodat hij zelf zijn kans kan gaan. Hij mist echter de explosiviteit om een echte bedreiging te vormen voor Van der Poel, zeker in de Ronde van Vlaanderen.

Tot vorig jaar gold Arnaud De Lie als de grote hoop. Maar de nu 23-jarige Lottorenner kon voor het tweede seizoen op rij niet overtuigen. In 2024 werd hij geveld door de ziekte van Lyme, dit seizoen was hij conditioneel niet in orde. Volgens het management van zijn Lotto-ploeg is ‘negentig procent voor je vak leven’ echter niet voldoende. De Belgische kampioen zal een switch moeten maken als hij zijn belofte wil inlossen.

Hoop op Evenepoel en Nys

Op korte termijn kan de grootste Belgische hoop voor met name Milaan-Sanremo en de Ronde van Vlaanderen Remco Evenepoel (25) worden. Dat klinkt vreemd, want hij reed beide klassiekers nog niet, en is niet vertrouwd met het chaotische gevecht om een goede positie in het peloton, typisch voor de Vlaamse voorjaarswedstrijden.

In optimale conditie heeft Evenepoel wel de fysieke kwaliteiten om Van der Poel en Pogacar te volgen. Hen in een sprint kloppen is minder vanzelfsprekend.

Evenepoel heeft in het verleden al aangegeven dat hij graag eens zou focussen op de Klasika Primavera en Vlaanderens Mooiste. Maar dat zal ten vroegste voor 2026 zijn. Vanaf vrijdag, van de Brabantse Pijl tot en met Luik-Bastenaken-Luik, zal moeten blijken hoe goed zijn conditie is na zijn val in december en zijn daaropvolgende maandenlange revalidatie. De Tour de France blijft voor Evenepoel het grootste doel van het jaar.

Een andere Belg heeft wel vol ingezet op de klimklassiekers: Thibau Nys. Op zijn 22e heeft hij al twaalf profzeges geboekt, vaak in wedstrijden met een aankomst bergop, of in de diepe finale.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

In de Amstel Gold Race (zondag), de Waalse Pijl (woensdag) en Luik-Bastenaken-Luik (volgende zondag) wil hij op zijn minst meestrijden voor een ereplaats. Op de Muur van Hoei, een steile helling die hem op het lijf is geschreven, mikt hij zelfs op winst. Dat hangt af van de plannen van Pogacar. Mogelijk spaart hij zich voor Luik-Bastenaken-Luik.

Als Nys dit jaar en de komende jaren nog stappen zet, is het niet onrealistisch dat hij zich ook eens op Milaan-Sanremo en de Ronde van Vlaanderen richt. Met zijn 64 kilo (nog twee kilo minder dan Pogacar) wordt Parijs-Roubaix allicht een moeilijkere onderneming. Hetzelfde geldt voor de 25-jarige Maxim Van Gils, die vorig jaar derde werd in de Waalse Pijl en vierde in Luik-Bastenaken-Luik.

Wat zit er nog in de pijplijn?

Opvallend is dat België met Evenepoel, Nys en Van Gils over renners beschikt die de komende jaren kunnen uitblinken in de heuvelachtigere koersen, en met Evenepoel, Cian Uijtdebroeks (22, als hij verlost raakt van zijn rugblessure) en Lennert Van Eetvelt (23) in de kleine en grote rondes.

Met Milan Donie (20) en Jarno Widar (19) heeft België nog jong klimgeweld in de pijplijn. Zij stappen in 2026 over van het Development Team van Lotto naar de WorldTourploeg.

Andere klimtalenten zijn onder meer Édouard Claisse (17, CC Chevigny), Matisse Van Kerckhove (18, Team Visma-Lease a Bike Development), Viktor Soenens (19, Soudal Quick-Step Devo Team) en Duarte Marivoet (20, UAE Team Emirates Gen Z). De al iets oudere veldrijder Emiel Verstrynghe (23, prof bij Alpecin-Deceuninck) past ook in dat rijtje.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

In tegenstelling tot de voorbije drie decennia lijken er minder Belgische renners in aantocht die je een toekomst bij de absolute top in de kasseiklassiekers kunt toedichten. Vlad Van Mechelen (20) maakte dit jaar zijn profdebuut bij Bahrain Victorious en finishte verdienstelijk 54e en 49e in de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix.

Steffen De Schuyteneer (20, 1m84, Lotto) en Senne Sentjens (19, 1m91, Alpecin-Deceuninck Development Team) hebben als struis gebouwde renners het typische kasseiprofiel, en lieten bij de beloften al mooie dingen zien.

Een andere Belg, Robin Orins (23, Lotto), kon in 2024 bij de beloften uitblinken: tweede in Luik-Bastenaken-Luik, derde in Parijs-Roubaix, vijfde op het WK tijdrijden, maar hij kwam dit jaar nog niet in actie wegens privéproblemen.

Buitenlandse toptalenten als Albert Withen Philipsen (18), Matthew Brennan (19), Jakob Söderqvist (21), Paul Magnier (21), António Morgado (21), Tibor Del Grosso (21), Tim Torn Teutenberg (22) en Joseph Blackmore (22) kunnen echter al meer adelbrieven voorleggen, ook bij de profs.

Voor de jongere, veelzijdige beloften/junioren als Aldo Taillieu (19), Jasper Schoofs (19), Mats Vanden Eynde (18) en Vos Coleman (17) is het nog af te wachten hoe zij zich zullen ontwikkelen – al dan niet richting het klassieke werk. Zij koersen nog niet lang, en hebben veel groeimarge.

Conclusie? België heeft op velerlei vlakken nog altijd wereldtoppers, maar of een landgenoot binnen vijf jaar weer wint in de Ronde of Roubaix en de reeks zonder Belgische zege zal stoppen? Dat is allerminst zeker.

Cocktails van medicatie in het peloton: sportarts waarschuwt voor ‘finalebidons’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content