
Als een journalist een renner kwaad maakt
Hoofdredacteur Jacques Sys vertelt elke dag een opmerkelijke anekdote uit de geschiedenis van de Tour de France.
“Hoe het is voor een ex-belofte om een Ronde van Frankrijk in de anonimiteit te rijden”, wilde een verslaggever van het weekblad Sport ’80 in de Tour van 1992 van de Brabander Jan Nevens weten. Die reed als helper voor de ploeg van Lotto en trad nooit op de voorgrond. Terwijl hij ooit als een getalenteerd klimmer gold. Jan Nevens was verbaasd over de constatatie die een journalist maakte.
“Maar”, vroeg hij zich nuchter af, “wat moet je in het gebergte met een 100 cc-motor beginnen tegen een 750 cc-motor?” Toch bleek hij geïrriteerd: “Ik ben een van de beteren van de ploeg, maar niemand die het kennelijk ziet”, zuchtte hij. Hij keek somber en pompte zichzelf vervolgens moed in: “Ik zou mijn woorden kracht moeten bij zetten door voor een uitschieter te zorgen.”
Twee dagen later fietste Nevens alle ergernis uit zijn lichaam. Hij won de rit tussen Valkenburg en Koblenz en zei voor de microfoon van de radio dat hij nog nooit zo kwaad geweest als twee avonden voordien toen een journalist hem had gevraagd hoe het voelde om een Tour in de anonimiteit te betwisten. Maar Jan Nevens heeft de verslaggever van Sport ’80, de huidige hoofdredacteur van Sport/Voetbalmagazine, achteraf wel nooit bedankt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier