Africa Cup versus gen Z: waarom Marokko verdeeld is over voetbalmiljarden

Terwijl Marokko de Africa Cup organiseert, groeit bij jongeren het protest tegen voetbalmiljarden en sociale ongelijkheid. © Getty
Jeroen Dejonckere
Jeroen Dejonckere Freelancejournalist

Met de organisatie van de Africa Cup zet Marokko een volgende stap in zijn masterplan om een dominante positie te verwerven in het wereldvoetbal. De zware kostprijs van die ambities voelt wrang aan voor de Marokkaanse jeugd.

Wanneer zondagavond in de hoofdstad Rabat de ‘Leeuwen van de Atlas’ de Africa Cup op gang trappen, heeft Marokko zijn eerste symbolische driepunter al beet. Elf jaar geleden stonden de Noord-Afrikanen klaar om de rest van het continent te ontvangen, tot plots het ebolavirus uitbrak.

Op het laatste moment gooide Marokko zelf de handdoek in de ring, uit vrees dat teams uit West-Afrika het virus zouden importeren. De Afrikaanse bond reageerde furieus en haalde hard uit: een schorsing voor de volgende drie Africa Cups, in beroep herleid tot één.

Die blamage betekende een nieuw dieptepunt in de nationale voetbalgeschiedenis, gekenmerkt door grote ambities maar overschaduwd door zelfdestructie en onvervuld potentieel.

Anno 2025 zijn de kaarten grondig anders geschud. De Africa Cup fungeert als een vroege opwarmer voor het WK 2030, dat Marokko samen met Spanje en Portugal organiseert. De eerste drie wedstrijden vinden plaats in Zuid-Amerika, wegens de honderdste verjaardag van de Wereldbeker.

De hulp van de Iberische buren was noodzakelijk, na vijf vergeefse eigen pogingen in het verleden. Daarbovenop komt nog het gastheerschap voor de volgende vijf edities van het WK U17 voor vrouwen.

Stadions, miljarden en voetbaldiplomatie van Mohammed VI

De ambitie kent momenteel geen grenzen, in de eerste plaats dankzij koning Mohammed VI, die de geldbuidel fors opentrekt. De openingswedstrijd tegen de Comoren vindt plaats in het indrukwekkende Stade Prince Moulay Abdellah, een hypermodern stadion voor 70.000 toeschouwers.

Opvallend: de bouw nam amper twee jaar in beslag, wat een record zou zijn in de stadionbouw. Het echte paradepaardje is nog in aanbouw. Het Grand Stade Hassan II, in de rand van Casablanca, moet vanaf 2028 pronken als het grootste voetbalstadion ter wereld. De arena, geïnspireerd op een bedoeïenentent, draagt wel een stevig prijskaartje van 470 miljoen euro.

De openingswedstrijd van de Africa Cup tegen de Comoren vindt plaats in het indrukwekkende Stade Prince Moulay Abdellah, een hypermodern stadion voor 70.000 toeschouwers. © Getty

Voor de Africa Cup en het WK samen moet de Marokkaanse staat naar schatting zo’n 5 miljard euro ophoesten, al blijft de overheid vaag over de exacte cijfers. Of minstens eenzelfde bedrag aan inkomsten terugvloeit, is van minder belang. Mohammed VI wil zich via voetbaldiplomatie vooral op de wereldkaart zetten en aantonen dat zijn land reuzenstappen zet in zijn ontwikkeling.

Marokko sloopt kustdorpen om plaats te maken voor WK voetbal 2030: ‘We kregen 24 uur om te vertrekken’

Gen Z 212 protesteert tegen voetbalmiljarden

Niet alle 38 miljoen inwoners kijken door dezelfde bril als hun vorst. De voorbije maanden werden de straten van grote steden overspoeld door jongerenprotesten, aanvankelijk vreedzaam, maar vaak eindigend in zware rellen.

De jongeren, verenigd onder de noemer Gen Z 212, protesteerden tegen corruptie en voor sociale rechtvaardigheid en begrepen niet waarom de schatkist wordt geplunderd voor voetbalstadions, terwijl onderwijs en gezondheidszorg smeken om investeringen. Onder de jonge bevolking leeft, door hoge werkloosheidscijfers, angst voor een bleke toekomst.

Betoging van jongeren in Marokko, tegen de achtergrond van groeiende investeringen in prestigeprojecten zoals de Africa Cup. © Getty

Daarbovenop is de zware aardbeving van augustus 2023, met bijna 3000 doden tot gevolg, nog lang niet verwerkt. Jarenlang wreven overheden en burgers zich in de handen wanneer een groot sportevenement hun kant opkwam.

Financiële katers zoals de Wereldbeker in Brazilië, met verloederde stadions als nalatenschap, hebben de ogen echter geopend. In de nieuwe begroting ligt de nadruk sterker op investeringen in de welvaartsstaat.

Sportieve hoogconjunctuur van de Atlasleeuwen

Tussen alle protesten door blijft voetbal niettemin de nationale sport nummer één. Ironisch genoeg stond het nationale elftal er sportief nooit eerder zo goed voor. Op het WK in Qatar liet Marokko Spanje en Portugal door de achterdeur verdwijnen, alvorens te sneuvelen in de halve finales. Het was meteen het beste resultaat ooit voor een Afrikaans land.

Na de vierde plaats op het WK voetbal 2022 werden de Marokkaanse spelers enthousiast onthaald door vele duizenden fans. © Getty

Er gloort nog meer moois aan de horizon. Na olympisch brons in Parijs bij de beloften kroonde het U20-elftal zich in november tot wereldkampioen. Tussendoor boekte het A-elftal zijn negentiende overwinning op rij — nooit deed een nationaal team beter.

Ook in die sportieve successen is de investeringshand van de koning zichtbaar. Naar het voorbeeld van het Franse Centre National du Football verrees in Rabat de Académie Mohammed VI de Football, een nationaal opleidingscentrum met regionale vertakkingen. Onze landgenoot Chris Van Puyvelde werkte tot afgelopen zomer als technisch directeur mee aan het sportieve masterplan.

Diaspora als strategisch wapen van de voetbalbond

Een andere meesterzet van de voetbalbond is het aanhoudende charmeoffensief richting de Marokkaanse diaspora. Met succes, want de helft van de internationals op deze Africa Cup, net als bondscoach Walid Regragui, is buiten de landsgrenzen geboren. Of ze het Arabisch of Frans machtig zijn, de band met het land van oorsprong lijkt onwrikbaar.

Ook de Rode Duivels zijn al langer gewaarschuwd. Met Bilal El Khannous en Chemsdine Talbi telt de selectie twee in België geboren spelers. Vilvoordenaar en Ajax-talent Rayane Bounida kan in hun voetsporen treden, maar blijft voorlopig onbeslist.

Het zelfvertrouwen kent momenteel geen grenzen. Het volk droomt van een eerste wereldtitel, niet alleen voor Marokko, maar voor heel Afrika. De vraag is echter of die hoogconjunctuur duurzaam is. Blijven de investeringen aanhouden wanneer het onvermijdelijke zwarte gat opduikt na het WK 2030?

WK voetbal: meer Europese dan Marokkaanse Marokkanen in hun nationale team

Ook sportief blijven er vraagtekens. Na het WK 2022 versierden verschillende spelers een lucratieve transfer hogerop. Sofyan Amrabat, ex-Club Brugge, schopte het tot een uitleenbeurt bij Manchester United, maar kon zijn topvorm van die ene maand nooit meer herhalen.

Bovendien leert de Afrikaanse voetbalgeschiedenis dat dominantie bij de jeugd geen garantie biedt voor succes op het hoogste niveau. Continentale rivaal Nigeria grossiert in wereldtitels bij de jeugd, maar raakte op de echte Wereldbeker nooit verder dan de laatste zestien.

Marokko werd wereldkampioen bij de U20. © Getty

Tussen trots en onvrede

De vraag is dan ook hoe de voetbalgekke Marokkanen het toernooi op eigen bodem zullen beleven: balancerend tussen nationale trots en maatschappelijke onvrede. De hunkering naar een nieuwe Afrikaanse titel, na vijftig jaar droogte, zal de sociale kopzorgen wellicht tijdelijk naar de achtergrond duwen. Dat bleek ook uit de massale volksoptocht die de wereldkampioenen bij de U20 verwelkomde op de luchthaven.

Als Mohammed VI op 18 januari zijn team tot Afrikaans kampioen ziet kronen, eindigt het verhaal misschien alsnog in eind goed, al goed. Voorlopig dan toch.

Zijn de VS klaar voor het ‘beste WK voetbal ooit’?

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise