1636 renners namen tussen 2016 en 2024 deel aan de Tour. Niemand werd betrapt op doping.
Er was een tijd – van eind jaren negentig tot 2012 – waarin tijdens de Ronde van Frankrijk bijna elk jaar een of meer dopinggevallen aan het licht kwamen. Denk aan de beruchte ‘Tour de Merde’ van 1998, toen een grootschalig netwerk van doping werd opgerold bij de Festina-ploeg.
Acht jaar later, in 2006, volgde een nieuw dieptepunt. Favorieten Jan Ullrich en Ivan Basso werden vlak voor de start geweerd wegens hun link met de Spaanse dopingarts Eufemiano Fuentes. Na afloop werd ook de eindzege van Floyd Landis geschrapt, nadat hij positief had getest op testosteron. Een jaar later moest geletruidrager Michael Rasmussen de Tour verlaten omdat hij onjuiste info had verstrekt over zijn verblijfplaats (de zogenaamde whereabouts). In 2010 moest ook eindwinnaar Alberto Contador zijn zege inleveren na een positieve test op clenbuterol.
Opvallend: Lance Armstrong, die de Tour zeven keer won tussen 1999 en 2005, werd in die periode nooit betrapt. Op één uitzondering na: een positieve test in 1999 op cortisonen. De Amerikaan leverde een achteraf gedateerd medisch attest in en ontliep zo een schorsing. Pas in 2012 raakte hij al zijn eindzeges kwijt, nadat het antidopingagentschap USADA systematisch dopinggebruik binnen zijn ploeg had blootgelegd.
Even opmerkelijk is dat in de Tour van dat jaar voor het laatst een renner positief testte op een klassiek verboden middel: Fränk Schleck, op het vochtafdrijvende Xipamide. Nadien testte alleen nog Luca Paolini positief – op cocaïne in 2015. In de negen edities sindsdien bleef de Ronde van Frankrijk vrij van officiële dopingzaken. Het peloton is volgens alle betrokken partijen dan ook zuiverder geworden. Al lijkt het onwaarschijnlijk dat van de 1636 renners die tussen 2016 en 2024 startten niemand verboden middelen heeft gebruikt.
Niet dat de dopingjacht is stilgevallen: tijdens de Tour 2025 heeft het International Testing Agency (ITA) een 600-tal controles gepland, voor 184 renners. In de weken vooraf voerde het agentschap al 350 buitencompetitietesten uit. Bovendien worden extra stalen tien jaar lang bewaard, om ze later opnieuw te analyseren met nieuwere detectiemethoden. Zo werden onlangs 490 bewaarde stalen van de Tour 2015 opnieuw getest – zonder één positieve uitslag.
Het ITA startte intussen ook met een proefproject waarbij de wattages die renners trappen worden gemonitord. Als er verdachte patronen optreden, kan dat dienen om gericht extra controles uit te voeren. Of de Tour zo ook de komende tien jaar vrij blijft van positieve dopingtests, zal de tijd uitwijzen.
Jonas Creteur gaat op zoek naar een markant cijfer van de sportweek.
‘Tour de France-organisator ASO lacht de wielerteams in hun gezicht uit’