Anderlecht maakte een valse start na de winterstop. Oude problemen keren terug, luidt het, en de supporters raken gefrustreerd. ‘Geen slechte, die Broos, maar hij mag eens wat meer lef tonen.’
Net voor de winterstop heerste er nog optimisme in het Astridpark. Anderlecht stond tweede en het zat nog in de Uefabeker én in de Belgische beker. Het matige voetbal na de jaarwisseling deed het optimisme plaats maken voor onvrede en fluitconcerten bij de supporters. De kentering die iedereen, ook de technische staf, na de winterstage had verwacht, kwam er niet. Niet alleen bij het publiek, ook in de eigen rangen was er kritiek. Erevoorzitter ConstantVanden Stock (88), deed zijn zeg in de krant, zoon en voorzitter Roger deed hem dat eerder op de week voor (“Ik zeg niet dat ik beschaamd ben, maar dit is niet normaal”) en maandagavond trotseerden Michel Verschueren en Hugo Broos de kritiek van de supporters op een bijeenkomst waar de manager zijn trainer mee naartoe had gesleurd.
Barry Van Saelen, bekend supporter van paars-wit, ventileert voor ons nog eens beheerst het ongenoegen : “Ik begrijp dat Verschueren van ons vraagt dat wij de ploeg steunen in plaats van ze uit te fluiten, maar ze moeten begrijpen dat die 23.000 supporters ook 23.000 trainers zijn. Iedereen heeft zijn ploeg en zijn manier van spelen, en als er dan iemand uit die ploeg niet mee voetbalt en de resultaten vallen tegen, dan is er kritiek. Dan werkt die twaalfde man op de tribune tegen in plaats van mee. Niet vergeten : een seizoen op Anderlecht kost veel geld.”
Hugo Broos zucht en verdedigt zich in een lang – handsfree – telefoongesprek vanuit de wagen. “Dezelfde problemen komen blijkbaar terug.” We zetten ze even op een rijtje.
Te defensief spel. Anderlecht verloochent zijn huisstijl, vinden de supporters, die ook al vóór nieuwjaar de tactische keuzes hekelden.
Barry Van Saelen : “De supporters zijn ontevreden wegens de wissels tijdens de wedstrijden en de manier waarop de ploeg wordt samengesteld. Er staan niet genoeg aanvallers op het veld, dat is het. Een optie van de trainer, die op safe wil spelen. Wij supporters zijn het daar niet altijd mee eens. De beste verdediging is de aanval, vind ik. Op Anderlecht moet je spektakel brengen, anders wordt er sowieso geklaagd.”
Aanvoerder Glen De Boeck : “Ik vind niet dat het te defensief is. Ik bekijk voetbal vanuit mijn standpunt, vanuit een organisatie. Tegen Westerlo was het wél offensief, liepen er veel voor de bal, maar je krijgt twee goals in je doos. Omdat je de kansen niet afmaakt, brengt het niet op. Dat je dan als trainer in een bekerwedstrijd kiest voor iets meer organisatie op een moment dat het vuur uit de ploeg is, vind ik ook normaal. Er is immers nog een terugwedstrijd. En dat supporters morren… Als we naar de halve finale gaan, zal dat gemor omslaan in blijheid. Ook dat is voetbal.”
Hugo Broos : “Ik begrijp niet goed waar men dat haalt. Wij hebben de eerste tien wedstrijden met vier spitsen gespeeld en we spelen nu nog steeds met drie. Dat men onze spitsen soms wat te ver naar achter ziet gaan, heeft te maken met het positiespel achter hen. Op de opmerking dat ik tegen Sint-Truiden voor het resultaat speelde, zeg ik : neen. Maar Jestrovic was helemaal niet scherp meer, en op een bepaald moment kwam Mornar niet meer in het spel. Wat moet ik dan doen ? Ze laten staan, ook al raken ze geen bal meer, en het risico op een gelijkmaker lopen ? En om andere spitsen in te brengen, moet je ze eerst hebben. Zane is geblesseerd, Aruna geschorst. Ik heb geen problemen met het ongenoegen : een supporter mag klagen. Maar je moet wel objectief blijven en niet schrijven dat we defensief spelen. De reden van het gemor tegen Sint-Truiden is wellicht dat ik niet De Bilde heb ingebracht voor Jestrovic. Maar goed, dat zijn supporters.”
Barry Van Saelen : “Als je een aanvaller wisselt, moet je er een aanvaller bij zetten. Jestrovic door Hendrikx vervangen… Dat is genoegen nemen met 1-0, terwijl de trainer toch hoort te weten dat zo’n resultaat niet genoeg is. Jestrovic mist veel kansen, hij is misschien niet in conditie, een trainer heeft dagelijks contact met de spelers… dat kan allemaal. Maar breng dan een andere aanvaller in ! Voor een deel is ons gefluit gericht op die wissels, al hoor ik dat sommige supporters ook de ingekomen spelers niet graag zien en ook wat tegen hen fluiten.”
De geviseerde Besnik Hasi : “Op die kritiek van de supporters reageer ik niet. Ik probeer me daar zoveel mogelijk voor af te sluiten en me te concentreren op mijn job. Bovendien, welke kritiek kan er eigenlijk op mij zijn, aangezien ik nauwelijks speelde ? Dat begrijp ik dus niet. Ik kan niets bewijzen, dat is mijn probleem. Vandaar dat ik het jammer vond dat die wedstrijd tegen Standard niet doorging ( Yves Vanderhaeghe was geschorst, nvdr). Maar de kritiek schrikt me niet af, ik weet ook wel dat het stopt van zodra we beter gaan spelen. Voetbal is zo : de ene keer lig jij boven, de andere keer iemand anders.”
De verdediging is niet goed bezig. Er is kritiek op het uitvoetballen en op de snelheid en wendbaarheid van de achterste lijn.
Hugo Broos : “Als je goed positiespel hebt, is het gebrek aan snelheid – dat er inderdaad wat is – niet direct een probleem. Dat wordt het wél als je tegen snelle mensen die kunnen opkomen met een bal, een zee van ruimte weggeeft. Dan missen we explosiviteit. Maar dat is op te lossen door in de lijn vóór de verdediging de zaak aan te scherpen.”
Glen De Boeck : “Ik kan de trainer volgen : organisatie is een collectief gegeven. Als er organisatie is, geef je niks weg en is het uitvoetballen ook goed. Maar als mensen uit positie lopen, wordt het moeilijk. Er zijn momenten dat we te veel achter de bal moeten lopen, omdat er jongens uit positie lopen. Soms lukt het wel : niks weggeven, goed uitvoetballen en kansen creëren, maar andere keren lukt het met dezelfde jongens niet. Aan de rust tegen Sint-Truiden was ik echt tevreden. Ik had een gevoel van : zie je wel dat we het kunnen. Dat gevoel zou je eigenlijk na iedere wedstrijd moeten hebben.”
Hugo Broos : “Mij blijven de tactische problemen verbazen. Tegen Westerlo zag je weer dat iedereen voor de bal ging spelen. De twee doelpunten die we slikken… Ik ben voor het bord gaan staan en heb de spelers uitgelegd wat er verkeerd liep. Lovré verloor de bal drie, vier meter voor het strafschopgebied van de tegenstander, en we werden uitgetikt. Als hij ziet dat Crasson weg is, moet Lovré gewoon in positie blijven. En als je op de beelden ziet hoe de man die scoort op het moment dat wij balverlies lijden nog bij Walter ( Baseggio, nvdr) staat, bijna op zijn eigen zestien meter dus, maar tien seconden later in ons doel scoort… Het zijn zaken die weerkeren. En dan viseer ik niet in het bijzonder Baseggio, versta me niet verkeerd.”
De mentaliteit kan beter. Erevoorzitter Constant Vanden Stock viel vrijdag in Gazet van Antwerpen zijn zoon bij, die hetzelfde probleem aanhaalde in Het Nieuwsblad eerder op de week : “Mijn gedacht hebben de spelers zich een beetje te veel laten gaan tijdens de feesten. Je kent dat : uitgaan, profiteren van het leven, een beetje de keuken. Je bent thuis, de eerste ronde is goed geëindigd, het zijn feesten. Het zou niet mogen voor profs, maar het zijn ook maar mensen, hé.”
Glen De Boeck : “Het woord zegt het zelf : het zijn feestdagen, dus er mag worden gefeest. Je moet die uitspraak plaatsen : het was een reactie op het feit dat de fysieke resultaten van begin januari minder waren dan die van juli. Maar testen moet je nuanceren. Je doet ze op een moment dat iedereen terugkeert uit verlof. Sommige jongens zaten net twaalf uur in de wagen, zelf was ik net ervoor vier dagen ziek. In de zomer doe je ook meer dan in de winter. We kwamen ook net uit een drukke periode met veel wedstrijden, op het eind zaten een aantal jongens op hun tandvlees. Dan is het normaal dat je tijdens een korte vakantie wat gas terug neemt. We kregen wel een programma mee, maar dat is niet door iedereen gevolgd, dat weet ik. Ook ik heb het niet strikt gevolgd. Ik heb een eigen programma, ik weet wat mijn lichaam nodig heeft om niet te diep weg te zakken, maar had dus de pech dat ik door die ziekte vier dagen echt niks heb kunnen doen.”
Hugo Broos : “Het is geen kwestie van niet willen, wel dat ze op het veld niet genoeg meedenken. En ik vind soms ook dat ze een houding hebben van : we komen op het veld en we zullen ze hier wel wegtikken.”
Het mysterie Baseggio. Kreeg dit seizoen zijn kans als spelmaker, maar greep die niet, en dus draait Anderlecht niet. Constant Vanden Stock : “Die is nu één jaar getrouwd. Keuken en bed, hé. Hij moet dat leven nog gewend worden. Als hij het ooit gewend wordt. Hij moet zich wel herpakken, want hij zit in de ‘col descendante’. En iemand als hij wens ik niet kwijt te raken.”
Barry Van Saelen : “Ze fluiten Walter Baseggio uit als hij over doel sjot, maar ik vind : het is goed dat zo’n jongen iets probeert, waarom dan fluiten ? Van mij mag Hugo Broos spelers die moe zijn, best sneller veranderen. En daarbij moet hij niet naar namen zien. Als Vanderhaeghe of Baseggio het niet meer kunnen, mag hij ze wisselen. Als De Boeck een missing doet, mag hij hem ook veranderen. Weet u nog de periode van De Mos ? Wie een foutje beging, vloog er direct af, desnoods na tien minuten. Dat is misschien het andere extreme, maar af en toe mag het wat strenger.”
Hugo Broos : “Je kan op dit moment moeilijk tevreden zijn over Walter. Hij moet leren veel strenger voor zichzelf te zijn. Hij mag niet tevreden zijn met twee goeie passen en een doelpunt als de rest – bij wijze van spreken – klote was. In principe moet Lovré aan de rechterkant brengen wat ik aan de linkerkant van Walter vraag. Af en toe infilteren en af en toe inhouden, als de vleugelbacks oprukken. Walter kan dat, hij heeft er de kracht voor, is nog beter met het hoofd dan Goran en heeft een goed schot. Maar toch zie je altijd dat korte tikken. Dat is het dus niet, hij moet ook de moeilijke oplossing zoeken, of een spurt van 25 meter doen, zelfs al krijgt hij de bal misschien niet. Maar neen, hij lijkt dat precies allemaal te berekenen. Is te makkelijk voor zichzelf. Zijn knie kan er ook wat mee te maken hebben, want daar heeft hij ook wel opnieuw wat last aan gehad.”
Anderlecht speelt zonder echte aanvallende middenvelder en daardoor presteert het offensief niet. Op het middenveld staan te veel defensief georiënteerde spelers.
Besnik Hasi : Met de inbreng van Lovré is er meer diepgang op het middenveld, daar zit het probleem niet. Ik heb daar ook gestaan, maar die rol is niks voor mij. Als voetballer wil je altijd spelen, maar het is beter om op je beste positie te spelen dan ergens anders. En mijn beste positie is die van Yves ( Vanderhaghe, nvdr). We spelen nu met één echte verdedigende middenvelder. Wil ik ooit nog samen met Yves spelen, wat kan, dan moet er een echte aanvallende middenvelder komen. Alleen dan kunnen we allebei in de ploeg. In het andere geval is het met Yves, mij én Walt gewoon moeilijk. Zo eerlijk moet je zijn.”
Hugo Broos : “Ik hoor ook af en toe de kritiek dat Anderlecht geen spelmaker heeft. Heeft Brugge dan wél een spelmaker ? En vergeet niet, dit is een opmerking die ik de voorbije jaren al diverse keren heb gemaakt : Brugge bouwt al drie jaar aan zijn ploeg, en is twee jaar, bijna tot zijn eigen scha en schande, een titel mislopen. Maar ze zijn er blijven werken, op dezelfde manier, zonder dat al te grote druk, en nu hebben ze een zéér goede ploeg. Wat me bij ons ergert, is altijd dat balletje in de voet. Zelfs tegen de junioren van Mechelen hadden ze het daardoor moeilijk, omdat die jongens in zo’n voetbal ook meekunnen. Alleen als je een beetje gaat bewegen, maak je het de tegenstander moeilijk. Van Frank ( Vercauteren, nvdr) hoorde ik dat dat tikken vorig jaar ook in de ploeg zat. Het lijkt een leerproces te zijn dat tijd kost.”
Anderlecht hangt, na de scherpe start van Seol, te veel af van de doelpunten van Jestrovic. Helaas is die sinds de winterstop op de sukkel.
Hugo Broos : “Dat is Nenad, ik ken hem al langer dan vandaag. Hij leeft van zijn doelpunten, maar zat behoorlijk in de knoei na de nederlaag tegen Westerlo. Ik heb hem gezegd dat hij het zich niet mocht aantrekken, dat hij niet iedere week twee doelpunten zou maken. Toch is hij vervolgens in elke wedstrijd op zoek gegaan naar zijn doelpunt, zonder nog oog te hebben voor de rest. Dat mag niet. Maar één keer scoren en hij is weer vertrokken. Het is gewoon een klein dipje.”
Conclusie ?
Barry Van Saelen : “Voor mij is Broos een goeie trainer, die mens kent zijn vak. Hij zou alleen wat meer lef en durf moeten tonen, het publiek wil meer spektakel zien. Anderlecht heeft zulke spelers, technici : Kolar, Karaca – maar die is nu weg -, De Bilde. Die jongens laten iets zien. Dindane ook, hij kan met een bal wat niemand anders in België kan. De kritiek is dan dat het niet altijd efficiënt is, maar supporters zien zulke bewegingen graag.”
Glen De Boeck : “Tegen Westerlo voetbalden we bij momenten wel goed, alleen ging de bal er niet. Tegen Sint-Truiden gaven we niks weg. En met wat scherpte in de zestien meter scoren we zes of zeven keer tegen Mechelen. Conclusie : het is overdreven wat er wordt gezegd. We zijn niet zo slecht bezig als de mensen zeggen. Vind ik.”
Besnik Hasi : “We moeten gewoon iets scherper zijn, iets meer beweging in het spel leggen. Het is niet zo dat we geen kansen creëren, we maken ze alleen wat moeilijker af.”
Hugo Broos : “De kritiek wordt beïnvloed door de 7-2 van Brugge in Beveren. Waarbij men vergeet dat wij net voor de winterstop met 7-1 wonnen van datzelfde Beveren, bovendien nog met tien tegen elf. Dat verzwijgen irriteert me wat. Als ik de balans maak van de laatste drie wedstrijden, zeg ik dat we zeer goed begonnen aan de wedstrijd tegen Westerlo, maar geen enkele keer scoorden uit zeven kansen en zij twee keer uit drie mogelijkheden. Tegen Mechelen brachten we veel te weinig : de spelers zijn zich daarvan bewust, maar moeten dat stilaan ook eens op het veld tonen. Wat de wedstrijd tegen Sint-Truiden betreft : ik was verrast dat iedereen er zomaar vanuit ging dat we Sint-Truiden van de mat zouden vegen. Die ploeg is verdorie de revelatie van het jaar ! Je moet de zaken een beetje nuanceren, vind ik. Ik weet ook dat we niet groots hebben gevoetbald en het had inderdaad iets meer mogen zijn, maar het was niet maar tegen Sint-Truiden. Dat vergeten sommigen.”
door Peter T’Kint
‘Als we naar de halve finales gaan, verstomt het gemor wel.’ (Glen De Boeck)
‘Het probleem is dat de spelers niet meedenken.’ (Hugo Broos)
‘Wat me ergert, is altijd dat balletje in de voet.’ (Hugo Broos)