‘We hadden liever eerst tegen Ljubljana gespeeld’

© BELGAIMAGE

De eerste Europese week in de geschiedenis van KV Oostende was in meer dan één opzicht speciaal. Zeker met het oog op de eerstvolgende uitdagingen: de terugwedstrijd op eigen veld tegen Olympique Marseille op donderdag en de competitiematch bij kampioen Anderlecht van zondag.

MAANDAG

Eens voetballer, altijd voetballer. Voor het afsluitend wedstrijdje balbezit trekt ook coach Yves Vanderhaeghe (47) een wit hesje aan en van wat we dan zien, worden we nog blijer dan we al waren. Van het plezier dat hij uitstraalt er nog eens tussen te kunnen lopen – al gaat dat lopen, draaien en vooral versnellen, bijna tien jaar na een lange en slopende carrière als verdedigende middenvelder intussen moeizamer. Maar zeker ook van Vanderhaeghes motivatie om het goed te doen, van het genoegen dat hij aan een geslaagde kaats beleeft en van de ontgoocheling en de verontschuldiging waarmee hij op een foute pass reageert. Alsook van zijn gevoel voor humor: wanneer hij onder druk een bal flagrant in de voeten van tegenspeler Yassine El Ghanassy trapt, komt hij met het excuus dat hij vanuit zijn ooghoek het geblondeerde kapsel van de Marokkaanse Belg met een wit hesje verwarde. Hopelijk brengt de coach zijn spelers zo niet op ideeën voor excuses, want ook Olympique Marseille speelt in het wit.

Het is maandagochtend, grauwe wolken hangen laag boven het groen van het sportpark De Schorre en KV Oostende is begonnen aan de voorbereiding van de eerste Europese wedstrijd uit zijn geschiedenis. Na een opwarmingsloopje werd er getraind op variaties in de opbouw en hoorden we vooral de stem van conditietrainer Gino Caen. ‘Kwaliteit, jongens!’, ‘Qualité!‘, ‘Pression!‘, ‘Controle!‘, ‘Eén tijd, hup, boem!’ Een zeldzame keer schoot Yves Vanderhaeghe uit zijn krammen: ‘C’est quand-même incroyable ça!’ Maar daar volgde dan snel een compliment op: ‘Excellent ballon, Fernando!‘ Kunnen de uitdagende omstandigheden in Marseille deze ervaren, relaxte groep tot een absolute topprestatie inspireren?

DINSDAG

De vraag wie er donderdag in Marseille aan de aftrap zal komen om die topprestatie te leveren, wordt vandaag grotendeels beantwoord door wat er in de loop van de training te zien is. Het wordt het elftal dat zaterdag 0-0 speelde tegen Rijsel. Zij het dat Zarko Tomasevic er niet is, omdat hij na de galawedstrijd toelating kreeg om op Madeira zijn pas bevallen Portugese vrouw te gaan opzoeken, en dat Nicolas Lombaerts – al dan niet voorlopig – op zijn plaats staat.

We zien ook hoe de coach het accent legt op een spelsysteem dat bij de opbouw kantelt van 4-2-3-1 naar 3-4-3 (en soms zelfs naar 3-2-5). Dan komt Knowledge Musona (11) vanaf de linkerkant naar binnen, links in steun van Joseph Akpala (9), en schuift Franck Berrier (10) rechts in steun van de Nigeriaanse centrumspits. Dat zijn dan drie spelers die druk zetten op het centrum van de verdediging van de tegenstander, met infiltraties of aanspeelbaarheid tussen de linies. Plús op beide flanken nog iemand die hoog staat: op rechts RaminRezaeian (7) en op links de doorgeschoven linksachter AntonioMilic (5). Het is een mechanisme dat Hein Vanhaezebrouck destijds introduceerde bij KV Kortrijk en dat zijn toenmalige assistent met succes bij KV Oostende invoerde. Maar we mogen niet blijven toekijken: Yves Vanderhaeghe verhuist met zijn elftal naar het veld achter de kleedkamers en hulptrainer Adnan Custovic komt ons duidelijk maken dat de rest van de training ‘achter gesloten deuren’ zal plaatsgrijpen.

WOENSDAG

De pronostiek van een clubmedewerker klopt: de eerste drie die op de luchthaven van Oostende aankomen, zijn David Rozehnal, Brecht Capon en Michiel Jonckheere. Dat iedereen op tijd is, lijkt hem om de een of andere reden minder vanzelfsprekend.

In de inkomhal weerlegt sportief directeur Luc Devroe voor de VRT-camera dat het genieten wordt. ‘We gaan naar Marseille om daar op onze manier een resultaat neer te zetten, een oplawaai te vermijden en de terugmatch te redden.’ Yves Vanderhaeghe herinnert de interviewer eraan dat de bal rond is en dat je met geschiedenis geen wedstrijden wint. Hij wil Olympique Marseille pijn doen en hoopt vooral, benadrukt hij, dat zijn ploeg efficiënt zal zijn in de zestien meter.

Net voor het vertrek staan we naast een supporter die met de fiets naar de luchthaven is gekomen. ‘In Oostende’, zegt hij, ‘neem je het vliegtuig zoals je de trein neemt of naar het voetbal gaat.’ Het is wel pas de tweede keer dat hij zal vliegen, bekent hij. Wanneer de man op het tarmac een rood-geel-groen vliegtuig opmerkt, toont hij ons zijn rechterarm. ‘Kijk hier: ik kom helemaal in kippenvel.’

Voor zijn eerste Europese verplaatsing charterde KV Oostende een vliegtuig van Danish Air Transport, een luchtvaartmaatschappij met dezelfde kleuren als KVO. Maar er rijst een probleem: wanneer we twintig minuten na het voorziene vertrekuur nog niet zijn opgestegen, krijgen we bericht dat iedereen weer moet uitstappen en terugkeren naar de vertrekhal. Het navigatiesysteem doet het niet en er moet een nieuwe monitor uit Denemarken overgevlogen worden. ‘We zijn terug zonder te verliezen’, zegt communicatiemanager Wim De Meyer. Voorzitter Marc Coucke, op vakantie in Zuid-Frankrijk, stelt op Twitter voor om de wedstrijd noodgedwongen online via PlayStation te spelen. ‘Zoiets kan altijd gebeuren, ook met de bus, de motor of de fiets’, verwoordt aanvoerder Sébastien Siani zijn relativerings- en aanpassingsvermogen, met de nationale ploeg van Kameroen al vaker op de proef gesteld. ‘De match is gelukkig pas morgenavond.’ Zijn ploegmaats doden de tijd met praten, kaarten en tokkelen op hun gsm. Een van de stewards van KVO doet na urenlang wachten op een bank in gate 1 alsof hij plots uit een dutje wakkerschiet. ‘Is het nog ver?’

Bijna víjf uur later dan gepland, is het vliegtuig vertrekkensklaar. De landing in Marseille is er bovendien een met een ‘bots’ zoals zelfs de ervaren vliegtuigreizigers aan boord het blijkbaar nooit eerder in hun leven hebben meegemaakt. ‘Is de vering van het landingsgestel misschien kapot?’, klinkt het achter ons. ‘Of waren de banden te hard geblazen?’

In de Zuid-Franse havenstad is de avondpiek net begonnen, dus verloopt ook de busreis niet vlot. Dankzij een politie-escorte bereikt het gezelschap echter alsnog tijdig het Stade Vélodrome voor de persconferentie en de training. Daar treffen we langs de rand van het veld voorzitter Marc Coucke, met een KVO-vlag, aan. Franse collega’s raken niet uitgekeken op de vrolijke Frans in de Belgische miljardair, die opvallend uitgebreid met lof zwaait naar l’OM en hen toevertrouwt dat zijn club doorgaans het best presteert in de derde helft. ‘Maar soms wint David ook van Goliath’, voegt hij eraan toe. ‘Voor de zekerheid keek ik nog eens het reglement na en ook deze wedstrijd zal wel degelijk met 0-0 beginnen.’ Als zijn ploeg wint, belooft Coucke, zal hij zingen.

Zo lang duurt het echter niet. Op het KVO-feest, ’s avonds in het hotel, verzorgen hij en algemeen directeur Patrickle Bécaud BelgeOrlans onophoudelijk de show. Het is al middernacht voorbij wanneer Coucke, microfoon nog altijd in de hand, ons op de schouder klopt en zegt dat hij zich nochtans voorgehouden had om niet te zingen. Van zijn tussentijdse speeches onthouden we vooral dat de eerste Europese campagne al niet meer stuk kan, omdat de vooralsnog lege trofeeënkast sowieso met een vlagske van Olympique Marseille verrijkt zal worden. ‘Vive le KVO!

DONDERDAG

Wanneer omstreeks halfacht de persverantwoordelijke van Olympique Marseille in de perszaal de ploegopstelling uitdeelt, weten we het zeker: Tomasevic komt aan de aftrap. Lombaerts, in wie zwaar geïnvesteerd werd om de verdediging solider te maken, zit op de bank. Volgens Luc Devroe de logica zelf: ‘Als je zoals Nicolas vorig seizoen bij Zenit Sint-Petersburg tien maanden bijna niet speelde en door de snelle opeenvolging van wedstrijden ook geen normaal trainingsritme had, kost het je zeker tien weken om die achterstand weg te werken. Dat bleek uit Nicolas’ testen en dat bleek ook in de oefenmatchen. Op dit moment zijn anderen beter. Maar zijn tijd komt nog wel.’

Onder een oorverdovend lawaai betreedt KV Oostende de nieuwe mat van het Stade Vélodrome voor de heenwedstrijd van de derde voorronde van de Europa League. Zo’n 45.000 toeschouwers en de harde akoestiek van de dakconstructie creëren een sfeer die je in België niet tegenkomt. En ook óp het veld is l’OM met een hoge pressing van plan om snel het verschil te maken. We zijn 1 minuut en 52 seconden ver wanneer Valère Germain op een center in de zestien meter sneller op de bal is dan David Rozehnal en met een subtiele deviatie de thuisploeg al op voorsprong brengt. KVO krijgt het kwaad in de beginfase, onder de druk van de beweeglijke Franse centrumspits en de vier man in zijn rug. Het gaat echter niet ten onder en toont veerkracht – ook al zal het nog drie doelpunten toestaan, telkens nadat Germain is losgebroken. Bij 1-0 zet Siani een strafschop om en bij 3-1 mildert Musona met een lobbal. Maar vooral: in de tweede helft laat KV Oostende na om uit een handvol kansen meer te scoren.

Op de aansluitende persconferentie verklaart Yves Vanderhaeghe dat hij trots is op het voetbal, het lef en de mentale weerbaarheid van zijn ploeg, maar tegelijk ontgoocheld is omdat er een beter resultaat in zat. ‘We waren gevaarlijk, niet dodelijk. En helaas gaven mijn verdedigers te veel ruimte weg.’ Achteraan in de zaal zit Luc Devroe te bekomen. ‘Vier tegendoelpunten is te veel en we pakten ze bovendien te gemakkelijk, maar we toonden alleszins dat we kunnen voetballen’, stelt ook hij vast. ‘Als je op die manier speelt, geef je ook kansen weg.’ Devroe vraagt zich af: moet je bij 3-2 niet iets meer de boeken dichtdoen? ‘Bij de laatste goal krijgt Payet centraal veel te veel ruimte. Natuurlijk, er is de vermoeidheid. De afstanden worden groter. Dan is echter de kunst juist compact te blijven. Dé vaststelling is in elk geval dat we over een goeie ploeg beschikken.’

OM-coach Rudi Garcia, opgelucht door het vierde doelpunt, vond dan weer dat zijn ploeg KVO te veel initiatief liet nemen. ‘Ze konden zestien keer naar ons doel trappen, te veel voor een match in de Vélodrome. Ons aanvallend spel was heel goed, maar de lijnen kwamen te ver uit elkaar te liggen. We misten wat spontaniteit in de ondersteuning van de aanvallen.’

Sébastien Siani keerde met twee OM-shirts naar de kleedkamer terug: een van zijn landgenoot Clinton N’Jie, ploegmaat bij Kameroen, en een van Patrice Evra, monument van het Franse voetbal. ‘Het was’, merkt hij op, ‘een beetje Germain tegen Oostende.’ Ook Silvio Proto zag dat de Franse spits in zijn eentje de match besliste. Hem is vooral het niveauverschil met de Jupiler Pro League opgevallen. Hij geeft toe dat hij in het begin even vreesde voor een lange lijdensweg. ‘Maar uiteindelijk vertrekken we toch met een goed gevoel. We werden zeker niet belachelijk gemaakt.’

Uitblinker Knowledge Musona betreurt dat er achterin cadeaus waren uitgedeeld en dat er voorin niet meer doelkansen werden omgezet. ‘Want voor de rest deden we het goed en verliep alles zoals verwacht. We bleven gefocust, ook na de snelle tegengoal, onder de pressing en het kabaal in de tribunes. We wisten dat de wedstrijd in de tweede helft open zou zijn, omdat zij later zijn begonnen met trainen.’

VRIJDAG

Het is al ruim voorbij middernacht wanneer we ons in de luchthaven van Marseille bij het KVO-gezelschap voegen. Silvio Proto is er, met één broekspijp opgestroopt, zijn linkerbeen aan het inpakken voor elektrostimulatie. ‘Ik ben mijn oude lijf aan het soigneren’, lacht hij. De stilte wordt af en toe doorbroken door de lach van Smiling Assassin Musona in een van de twee groepjes kaarters.

Marc Coucke reist mee en blikt tijdens de lange wachttijd enthousiast terug op de eerste Europese ervaring. Hij looft de respectvolle ontvangst in Marseille, de sterke prestatie van zijn ploeg en de vriendschap tussen de spelers, de meer dan duizend supporters die de verplaatsing maakten en de sponsors. ‘Als speler en als club groei je enorm door zulke matchen’, zegt hij. ‘Dat smaakt naar meer.’ Coucke hoopt dat de eerste Europese verplaatsing niet de laatste zal zijn. Al beseft hij dat er in de Vélodrome misschien net één goal te veel werd gepakt om een grote kans te maken om Marseille uit te schakelen. ‘Achteraf zeiden we het meer dan ooit tegen elkaar: we hadden verdomd liever eerst tegen Ljubljana gespeeld. Eerst een paar matchkes gewonnen, eens doorgestoten, bijgedragen aan de Belgische coëfficiënt, om dan in de poules dit Marseille te treffen.’

Net voor we aan boord gaan voor de terugvlucht, komen we de supporter tegen die we woensdagochtend bij het vertrek spraken. De man die met de fiets naar de luchthaven was gekomen en kippenvel kreeg toen hij het vliegtuig in de kleuren van KVO zag opdagen. ‘Ik heb mij echt geamuseerd’, zegt hij. ‘Onvergetelijk!’ De blik in zijn ogen spreekt boekdelen. ‘Hopelijk staat mijn fiets er nu nog.’

DOOR CHRISTIAN VANDENABEELE – FOTO’S BELGAIMAGE

‘Op dit moment zijn anderen beter dan Lombaerts. Maar zijn tijd komt nog wel.’ – Luc Devroe

‘Het was een beetje Valère Germain tegen Oostende.’ – Sébastien Siani

Op het KVO-feest, ’s avonds in het hotel, verzorgen Marc Coucke en Patrick le Bécaud Belge Orlans onophoudelijk de show.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content