Twee grote passies heeft Mike Thisen (31): voetbal en muziek. Als zanger van de nieuwe catchy hymne van KAS Eupen kan hij die ook combineren.
‘Tot anderhalf jaar geleden was ik de aangever- kapo in de sfeertribune van KAS Eupen. Toen kreeg ik een dochter en werd het, in combinatie met mijn job bij Kabelwerk Eupen, met mijn functie als brandweerman en vrijetijdszanger toch een beetje te veel. Niet dat ik mijn voetbalpassie niet heb overgedragen op mijn dochter: ze is op haar eerste al lid van 1.FC Köln, net als ik. 1.FC Köln is, naast KAS Eupen mijn passie. Ook door het carnaval. Tien jaar had ik in Keulen een abonnement, vaak trok ik ook mee op verplaatsing.
‘KAS Eupen had al een oudere clubhymne, we wilden daar iets moderns van maken, en dat hebben we met Team Belgien gedaan met deze ‘ KAS Eupen, Wir sind da, on est là. ‘ We hebben het lied gepresenteerd voor de thuismatch tegen Sint-Truiden begin september, en het sloeg onmiddellijk aan. Het lied was twee dagen tevoren geplaatst op You Tube, en toen ik na de match in Eynatten nog heel laat binnenkwam, vroeg iedereen om het te brengen, al was het amper uit en stond het niet op het programma. Maar het was een fantastisch moment, kijk maar ( toont een filmpje van een tent die helemaal uit de bol gaat). Meer dan duizend man was daar, iedereen brulde het mee. Mooi, toch?’
Carnaval
‘Met de mensen van Team Belgien hebben we de tekst geschreven. Zingen heb ik altijd gedaan. Dat is begonnen met carnaval, waar ik mee opgegroeid ben. Een feest dat maar één keer per jaar plaatsvindt maar dat voor echte carnavalisten wel een heel jaar duurt. ( lacht) Carnaval Keulen en carnaval Eupen mis ik voor geen geld ter wereld. Ik ben voorzitter van de carnavalsvereniging KG Micky Mäuse die mijn grootvader in 1949 gesticht heeft. In 2015 was ik in Eupen Prins Carnaval, net zoals mijn vader dat in 1972 was. Van het een kwam het ander. Zo treed ik nu onder de naam Mike Nüchtern gemiddeld zo’n 50 keer per jaar op, met vrolijke meezingers, eigen nummers en covers, altijd in het Duits. In België, maar ook in Duitsland, Mallorca en via contacten daar ook in Bulgarije.
‘In het stadion van Eupen kwam ik voor het eerst op mijn zesde, voor een veteranenwedstrijd tussen Oud-België en Oud-Duitsland. Daarna ben ik de thuismatchen van KAS beginnen volgen, eerst in derde, later zelfs vierde klasse. En op verplaatsing. Dat wij altijd ver moeten reizen? Niet overdrijven, hé. De verste verplaatsing is maximaal tweeënhalf uur. Toen ik met 1.FC Köln mee trok, was een verplaatsing van tweeënhalf uur de normaalste zaak van de wereld.
‘Toen Aspire hier de club overnam, hebben we met de harde kern een jaar de wedstrijden geboycot. Aspire en Qatar, die hadden niet zo’n goeie naam. Pas toen we merkten dat het nieuwe bestuur zich ook engageerde in de stad, aan sociaal werk deed, en rekening hield met de belangen van de lokale gemeenschap, zijn we gaan praten en keerden we naar het stadion terug. Nu is het contact goed. Wij vertegenwoordigen onze club, en vooral onze stad. Dat is het verschil tussen België, waar een club eigendom kan zijn van één man, en Duitsland, waar door de 50+1-regel één man nooit een club kan verwerven en de club in handen blijft van de lokale gemeenschap.’
Handen schudden
‘Of we het niet erg vinden dat we met zo weinig zijn? Eupen is maar een kleine stad met 20.000 inwoners. In verhouding tot het aantal inwoners hebben wij de beste bezetting in ons stadion. Om even goed te doen, moet er op Antwerp 50.000 man zitten. We hebben wel een goeie band met de spelers, die gaan al heel lang na elke match de fans een hand geven. Dit jaar leek het even mis te gaan, omdat er zo veel nieuwe spelers waren die de gewoontes hier niet kenden. Na de thuismatch tegen Antwerp liepen de spelers meteen van het veld. Toen hebben de oudgedienden hen teruggehaald. Na de match zeggen we de spelers vlakaf wat we van hun prestatie vonden, maar meteen daarna maken we ze duidelijk dat we de volgende week weer achter hen staan. Vroeger hadden we de gsm-nummers van de spelers, nu komen we ze wel eens tegen in de stad, want de meesten wonen hier. We hebben ook een goeie band met andere clubs. Vooral met die van KV Oostende, onze verste verplaatsing. Die weten wat het is, het ene jaar in derde klasse spelen, en dan weer in eerste. Als we naar daar gaan, is er een feestje, en als zij naar hier komen, ook.
‘Op mijn veertiende heb ik de megafoon in handen genomen en ben ik capo van de supporters geworden, tot de geboorte van mijn dochter. Tevoren miste ik amper matchen. De meesten rond mij in de tribune waren er ook al bij in tweede, en derde klasse. Dat is ook het antwoord op de vraag of we ons zorgen maken wat er met KAS gebeurt wanneer Aspire zich op een dag terugtrekt. Het antwoord hoor je ook in onze hymne: egal in welche Liga. Zingen en juichen als je wint, is makkelijk. Je club trouw blijven als het minder gaat, is wat anders. Dat doen wij wel.’