‘VOOR EEN DAVISCUPMATCH HEB IK NOG ALTIJD KLAMME HANDEN’

© BELGAIMAGE - CHRISTOPHE KETELS

Aan de zijde van David Goffin staat Steve Darcis symbool voor het huidige succes van het Belgische mannentennisteam. Meedrijvend op de golven van de Daviscup lijkt The Shark op zijn 33e scherpere tanden te hebben dan ooit.

Na een fantastische start dit jaar met een derde ronde op de Australian Open en een glansrijke overwinning tegen Duitsland in de Daviscup leek Steve Darcis (33) op weg naar een evenaring van zijn beste klassement ooit, een 44e plaats. Eind februari had hij zich geplaatst voor de kwartfinale in Delray Beach, maar hij gaf forfait om naar België terug te komen voor de hartoperatie van zijn dochtertje. Mister Daviscup zou ruim een maand van de tennisbaan wegblijven. ‘Tennis is meer een passie dan een beroep, maar mijn familie zal altijd op de eerste plaats komen. Of ik nu één, twee of tien toernooien moet afzeggen, eigenlijk vind ik dat zelfs geen opoffering. Het vooruitzicht dat ik mijn beste klassement kon evenaren heb ik trouwens nooit in overweging genomen. Om eerlijk te zijn was ik zelfs bang dat mijn vlucht geannuleerd zou worden en ik te laat zou komen. Daarom ben ik een ronde vroeger gestopt dan gepland, kwestie van zeker te zijn.’

Je bent geboren in 1984, de tijd dat Yannick Noah, John McEnroe, Jim Connors, Ivan Lendl, Mats Wilander en Pat Cash in de top tien stonden. Vind je het jammer dat je dat tennis niet gekend hebt?

STEVE DARCIS: ‘Het is nu een beetje een fabriek geworden, dat klopt. Er gebeuren minder dwaasheden op het terrein. Eén ‘merde‘ of één ‘putain‘ en je krijgt vandaag meteen 1500 euro boete. Je mag niets meer zeggen en sowieso is er minder spektakel, minder show. Ik denk dat de toeschouwers blij zijn om een man te zien als Nick Kyrgios, die met zijn racket gooit. Oké, dat is niet altijd een goede attitude, maar machines die onder permanente controle staan, zijn ook niet leuk. En bovendien heb ik de indruk dat de sancties niet altijd voor iedereen gelijk zijn. Het zal altijd makkelijker zijn om mij een strafpunt te geven op court 17 dan aan NovakDjokovic op court central.’

Wie kon jou beroeren als kind?

DARCIS: ‘Pete Sampras, vanwege zijn spel, zijn charisma, het mysterie om hem heen. Door hem heb ik zin gekregen om te tennissen. Als je de jonge toppers van nu ziet, die hebben allemaal pretenties. Ik walg daarvan. Jongens als Alexander Zverev, die als negentienjarige uit de hoogte tegen je doet, dan is er toch een opvoedingsprobleem. In de grond heeft hij geen ongelijk: hij is jong, beter gerangschikt, een megaster en krijgt dikke contracten. Alleen heb ik die kerel wel verslagen in de Daviscup, omdat hij zichzelf al heel wat vindt. Ik weet niet of ik hem ooit nog eens zal verslaan, maar dit zegt alles over het belang van bescheiden blijven in alle omstandigheden.’

Daar ken jij wel wat van. Je moest wachten tot je 23e om een eerste keer uit de schaduw te treden op het toernooi van Amersfoort 2007. In één week schoof je op van de 300e naar de 146e plaats op de wereldranglijst door het toernooi te winnen en vier spelers uit de top zeventig uit te schakelen. Zou je zonder die knotsgekke week dezelfde carrière hebben gemaakt?

DARCIS: ‘Velen zullen dit niet graag horen, maar er is een grote portie geluk gemoeid in het al dan niet slagen van een carrière. Dat toernooi in Nederland is daar de perfecte weerspiegeling van. Ik speelde al enkele weken heel goed, maar bleef steken op twee nederlagen in driesetters tegen twee mannen die rond de honderdste plaats draaiden. Daarna heb ik gezegd tegen Reg (Reginald Willems, zijn toenmalige trainer, nvdr) dat ik een break wilde inlassen. Ik zag het niet meer zitten. Hij heeft me ervan overtuigd om nog de kwalificaties in Amersfoort te spelen, omdat het niet ver was. Ik ging er met lood in de schoenen naartoe, mijn attitude was slecht, maar als bij wonder won ik mijn eerste ronde. Beetje bij beetje begon ik het beste tennis van mijn leven te spelen.

‘Enkele maanden later, in maart 2008, won ik het tweede en tot dusver laatste toernooi van mijn carrière en ook dat was een verhaal van ongelooflijke mazzel. Toen ik in Memphis aankwam, had ik dat jaar nog geen wedstrijd gewonnen. In de eerste ronde tegen Vincent Spadea pakte ik uit met een topmatch, maar kreeg een break tegen bij 6-5 in de derde set. In mijn hoofd zat ik al op het vliegtuig, ik vond dat ik echt een klotesport beoefende, maar toch bleef ik aanklampen en één week later stond ik met de beker in mijn handen.’

Enkele weken later, op 12 mei 2008, stond je 44e op de ATP-ranking, je beste klassement tot op heden. Je was net 24, nooit zitten denken in die tijd dat je de top tien kon halen?

DARCIS: ‘Eerlijk gezegd niet, ik wist altijd al dat ik niet het niveau van de top tien in mij had. Niet dat ik niet in staat ben om af en toe een toptienspeler te verslaan, maar ik heb de nodige regelmaat niet. Niet geblesseerd raken, intensiteit leggen in iedere bal, resultaten halen op ieder toernooi, nooit verliezen tegen een lager gerangschikte speler, dat is mentaal uitputtend iedere dag opnieuw. Ik had dat potentieel niet. Ik kan Zverev verslaan, maar ook verliezen tegen een jongen die vijfhonderdste staat. Dat is het verschil tussen David Goffin en mij bijvoorbeeld.’

NACHTEN IN DE ZETEL

Als we aan je loopbaan denken, komen we automatisch terecht bij je winst tegen Rafael Nadal in de eerste ronde op Wimbledon 2013. Na die wedstrijd moest je wel opgeven…

DARCIS: ‘Tegelijk het beste en het slechtste moment van mijn carrière. Ik herinner me het einde van de wedstrijd: die vijftien minuten euforie waarin je de draagwijdte beseft van wat je net gepresteerd hebt. Alleen, ik had heel snel door dat het de volgende dag niet zou gaan. Ik kon mijn arm niet omhoog doen. Het probleem was dat de voltallige pers op mij stond te wachten. Na tweeënhalf uur interviews was ik het beu en heb ik tegen de kerel die de planning regelde gezegd dat ik me wilde laten verzorgen. Eén probleem: de kine was ondertussen al vertrokken…

‘De volgende dag was het nog slechter, ik kon mijn elleboog niet meer van mijn lichaam weg bewegen. Ik ben naar het ziekenhuis gegaan voor een cortisonespuit, maar dat volstond niet. Ik was er kapot van. Daarna heb ik vijf weken revalidatie gevolgd, moest ik opnieuw de kwalificaties spelen van een futurestoernooi in Nederland en blesseer ik me weer in de Daviscup tegen Israël. Na vele weken hebben ze dan beslist om een kijkoperatie uit te voeren en ontdekt dat ik mijn bovendoornspier (een spier in de schouder, nvdr) gescheurd had. Op het moment dat ze me opereerden, wist ik niet zeker of ik ooit nog zou kunnen tennissen. Na de operatie heb ik drie verschrikkelijke maanden doorgemaakt: ik sliep niet meer, bracht mijn nachten in de zetel door, met de Australian Open op tv. Dat was vreselijk, ik kon zelfs mijn dochtertje niet meer in mijn armen nemen. Het heeft anderhalf jaar geduurd voor ik weer op mijn ware niveau kon spelen.’

Je kreeg wel vaker harde noten te kraken. Er ging vijf jaar voorbij tussen je eerste ATP-punten in 2002 en je doorbraak in Nederland in 2007. Hoe verdient een tennisser die niet in de top honderd staat zijn brood?

DARCIS: ‘Je rijdt rond van interclub naar interclub in België, Frankrijk, Duitsland, je pakt vijfhonderd of zeshonderd euro mee als je het toernooi wint, maar je kunt geen geld aan de kant zetten, omdat je moet betalen voor je reizen en hotels. Op de toernooien speel je met ballen die je zelfs een hond niet zou geven, je slaapt in muffe hotels en er zijn weken dat je speelt met verlies… Nu, ik was nooit het meest te beklagen: tot mijn achttiende hebben mijn ouders me geholpen en daarna had ik het geluk dat ik kon terugvallen op enkele sponsors dankzij mijn goeie klassementen als junior.’

BEVEN ALS EEN RIETJE

Dat je vandaag een van de hoekstenen bent van het succes van deze Daviscupploeg, maakt dat je trots?

DARCIS: ‘Mijn statistieken zijn inderdaad goed (twintig overwinningen tegenover acht nederlagen in het enkelspel, nvdr), maar het is echt een collectieve prestatie en dan heb ik het niet alleen over de spelers of de kapitein. Ik schiet met iedereen goed op: de kapitein, de osteopaat, de kine, de dokter, … We hangen allemaal heel goed aan elkaar. Dat is onze kracht. We hebben wellicht geen slechte ploeg, maar we zijn allemaal in staat onszelf te overtreffen, omdat we in uitzonderlijke omstandigheden kunnen werken dankzij onze ongelooflijke staf.’

Kan je dan de houding begrijpen van Goffin die om een top tien na te jagen zijn eigen carrière voorrang gaf op de eerste ronde tegen Duitsland begin februari?

DARCIS: (denkt lang na) ‘Ik aanvaard het in elk geval en ja, natuurlijk kan ik het begrijpen, ook al denk ik dat hij de tijd had en dus de mogelijkheid om te komen. Dat heeft geen wrevel gewekt tussen David en mij, maar het is ook niet dat we ermee lachen. Temeer omdat ik weet dat het hem diep vanbinnen pijn deed dat hij er niet was, maar dat is verleden tijd nu, we moeten vooruit.’

Door Davids afwezigheid tegen Duitsland werd jij de facto gebombardeerd tot de leider van de Belgische ploeg. Bezorgde je dat extra druk?

DARCIS: ‘Door zijn afwezigheid vond ik juist dat we helemaal geen druk hadden. Aangezien we al niet bepaald favoriet waren mét David, waren we het nog veel minder zonder hem. Mocht ik een pak slaag gekregen hebben op vrijdag, en nog één op zondag, zou niemand daar kritiek op hebben gehad, het zou logisch zijn geweest.’

Zo loopt het niet altijd in de Daviscup. We herinneren ons de achtste finale tegen Australië in 2007. Kristof Vliegen was lijkbleek toen hij de arena in moest voor de vijfde match.

DARCIS: ‘Voor een wedstrijd in de Daviscup heb ik nog altijd vreselijk klamme handen. Daar staat geen leeftijd op. Ik zie me nog beginnen in 2008 tegen Radek Stepanek, mijn eerste echt belangrijke match. Ik deed het in mijn broek en haalde niet mijn gewenste niveau. Tegen Stanislas Wawrinka in 2008 in Lausanne ging het zelfs zover dat ik Julien Hoferlin gevraagd heb om mij te vervangen. De tribunes zaten afgeladen vol, een gekkenhuis, ik kwam terug uit blessure, kortom, ik beefde als een rietje en was echt bang een pak slaag te krijgen. Uiteindelijk verlies ik na meer dan vier uur en speel ik een grootse wedstrijd. En dan was er die match tegen de Argentijn FedericoDelbonis in de halve finale in 2015 in Vorst Nationaal. Een jaar voordien was ik daar met mijn beste vriend naar Florence Foresti gaan kijken. Het leek me mythisch om ooit in die zaal te spelen. Maar als je daar dan zelf staat, met al twee wedstrijden in de benen, om een vijfde match te spelen: dat is nog wat anders. Het moeilijkste op zulke momenten is dat je niet meer voor jezelf speelt, maar voor een hele ploeg, een heel land, dat is echt anders. Sommigen slagen daarin, anderen niet, ik denk aan Xavier Malisse, die telkens weer slechte matchen speelde door de stress, terwijl hij een genie was.’

VROEGER EN NU

Je was getuige van de wissel van de wacht tussen twee generaties: van de broers Rochus en Malisse naar de huidige generatie. Wat is het verschil tussen de twee?

DARCIS: ‘Er is heel weinig verschil, het zijn twee uitstekende ploegen, behalve dat wij nu het geluk hebben een kerel te hebben die tiende staat in de wereld. Iemand die angst inboezemt en hoger staat dan de meeste spelers. Vroeger hadden we Olivier Rochus die 24e stond, Fly (Kristof Vliegen, nvdr) die 30e stond, maar dat is niet hetzelfde als een top tien.

‘Wat niet veranderd is, is de geweldige sfeer na een Daviscupweekend. Of het nu na een overwinning of een nederlaag was, we hebben al veel mooie slotavonden gehad. Wanneer je zo onder druk hebt gestaan tijdens het weekend, is het belangrijk om wat stoom te kunnen aflaten. Meestal met onze supporters, die echt fantastisch zijn. Ik denk aan Ostrava, maar ook aan Middelkerke, nadat we Canada in de kwartfinale hadden uitgeschakeld. Dat zijn herinneringen voor eeuwig.’

DOOR MARTIN GRIMBERGHS – FOTO’S BELGAIMAGE – CHRISTOPHE KETELS

‘Ik wist altijd al dat ik niet het niveau van de top tien in mij heb.’ – STEVE DARCIS

‘Xavier Malisse was een genie, maar hij heeft nooit kunnen omgaan met de stress in de Daviscup.’ – STEVE DARCIS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content