Zijn de VS klaar voor het ‘beste WK voetbal ooit’?

SoFi Stadium in Los Angeles, een van de duurste sportstadions ter wereld, staat centraal in de Amerikaanse organisatie van het WK voetbal 2026. © Getty Images for USSF
Jeroen Dejonckere
Jeroen Dejonckere Freelancejournalist

Met de WK-loting in Washington zet de voetbalwereld vrijdagavond om 18 uur Belgische tijd de laatste rechte lijn in naar het wereldkampioenschap van 2026. De VS organiseren, samen met Canada en Mexico, het grootste WK voetbal aller tijden, maar net als bij Qatar 2022 hangt er een zweem van controverse rond het toernooi. De FIFA verwacht het ‘beste WK ooit’, maar is Amerika daar klaar voor?

Wat is de rol van Donald Trump?

Aan de vooravond van het WK voetbal in Rusland in 2018 kondigde FIFA-voorzitter Gianni Infantino aan dat de editie van 2026 zou worden toegewezen aan de Verenigde Staten, Canada en Mexico. De gezamenlijke kandidatuur haalde het van Marokko, dat na de controverses rond Rusland en Qatar gold als de veilige keuze.

Acht jaar later liggen de verhoudingen anders. Nog voor er één bal getrapt is, staat vast dat dit WK ook zal worden geassocieerd met het prestigeproject van Donald Trump.

Tijdens Trumps eerste ambtstermijn was de relatie met de FIFA gespannen. Infantino benadrukte toen dat de VS hun grenzen moesten openstellen voor alle deelnemende landen en hun supporters. Die spanning lijkt intussen van de baan. In 2025 is Infantino kind aan huis in Washington en zoeken beide leiders elkaar geregeld op.

Zo nam de FIFA onlangs haar intrek in de Trump Tower in New York. In ruil zou Trump mogelijks tijdens de loting de eerste FIFA Peace Prize in ontvangst mogen nemen. Infantino schaarde zich eerder al achter de lobby om zijn persoonlijke vriend voor te dragen voor de Nobelprijs voor de Vrede. Voor de Zwitser blijft die toenadering tot een machtige politieke figuur risicovol.

FIFA-voorzitter Gianni Infantino toont de WK-trofee aan Donald Trump tijdens een bezoek aan het Witte Huis in aanloop naar het WK 2026. © Getty Images

Onlangs viseerde Trump verschillende speelsteden met een Democratisch bestuur. Steden die volgens hem onvoldoende inzetten op ordehandhaving riskeren hun WK-statuut. Boston, waar burgemeester Michelle Wu al langer kritisch staat tegenover het federale immigratiebeleid, was het eerste voorbeeld. Ook Seattle en Los Angeles kregen kritiek.

Of het werkelijk zover komt, is onzeker: wijzigingen aan speellocaties, zes maanden voor de aftrap, zouden een logistieke nachtmerrie zijn, ongezien in de WK-geschiedenis. Voorlopig lijken de uitspraken vooral bedoeld om politieke druk uit te oefenen. Bij de FIFA blijft het stil.

Welke gevolgen heeft het Amerikaanse inreisverbod voor landen, officials en fans?

Het politieke steekspel is niet de enige bron van spanning rond het toernooi. Ook het Amerikaanse visumbeleid roept vragen op over de praktische haalbaarheid van het evenement. Dat treft intussen al verschillende WK-deelnemers en federaties, en leidt zowel diplomatiek als organisatorisch tot wrevel.

Een van de meest opvallende voorbeelden is Iran, een van de negentien landen waarvan burgers sinds juni geen Amerikaans visum meer kunnen krijgen. Voor deelnemers aan het WK geldt weliswaar een uitzonderingsregeling, maar zelfs die blijkt niet altijd te volstaan: de voorzitter van de Iraanse voetbalbond kreeg geen visum. Iran besliste daarop de loting te boycotten.

Ondertussen overweegt Trump om de Russische president Vladimir Poetin persoonlijk uit te nodigen voor een aantal wedstrijden, ongeacht de uitsluiting van de Russische bond door de FIFA.

De tegenstelling met de scherpe kritiek op Qatar als gastland is opmerkelijk: vandaag blijven nationale federaties opvallend stil. Het lijkt erop dat ze zich neerleggen bij de vaststelling dat de FIFA politieke partners met een problematisch profiel niet schuwt.

Fans die een ticket hebben bemachtigd, kunnen wel een FIFA Pass aanvragen, waarmee ze prioritair een visumaanvraag mogen indienen. Dat biedt echter geen garantie op goedkeuring. Zo vrezen supporters van Haïti, dat net zoals Iran op de Amerikaanse zwarte lijst staat, dat ze ondanks hun FIFA Pass alsnog worden geweigerd.

Is de VS klaar om een recordaantal van 104 duels te organiseren op het WK voetbal?

De Verenigde Staten beschikken over een ongeëvenaarde sportinfrastructuur. Het SoFi Stadium in Los Angeles, waar de VS hun openingswedstrijd zullen spelen, kostte 5,5 miljard dollar en is het duurste sportstadion ter wereld. De finale van het toernooi vindt plaats in het MetLife Stadium in New Jersey, dat een capaciteit heeft van ongeveer 82.500 toeschouwers.

Het MetLife Stadium in New Jersey wordt het decor van de finale van het WK voetbal. © Getty Images

Alle twaalf WK-stadions waren al in gebruik bij de toewijzing, waardoor scenario’s zoals in Brazilië – waar stadions na het WK stonden te verkommeren – onwaarschijnlijk zijn. Bij grote sportevenementen rekenen lokale overheden zich wel traditioneel rijk: Atlanta verwacht bijvoorbeeld één miljard dollar aan inkomsten voor slechts acht wedstrijden.

Een herhaling van 1994, toen de stadions tot de nok gevuld waren en kijkcijferrecords sneuvelden, lijkt logisch. Toch temperen recente incidenten de verwachtingen. De finale van de Copa América in Miami werd overschaduwd door chaos door gebrekkige veiligheidsmaatregelen.

Tijdens het WK voor clubs klaagden spelers over extreme hitte, met als illustratie bankzitters van Borussia Dortmund die tijdens de wedstrijd in de kleedkamer met airco bleven zitten. Met vier duels per dag in de groepsfase en nog onduidelijke aftraptijden lijkt hitte opnieuw een bepalende factor te worden. Teams die zich daar onvoldoende op voorbereiden, nemen een risico.

Chelsea wint de FIFA Club World Cup in het MetLife Stadium in New Jersey; spelers vieren de titel met de trofee, terwijl Donald Trump langs het podium staat. © Getty

De geografische spreiding maakt het toernooi bovendien logistiek complex. In Qatar lagen alle stadions op korte afstand van elkaar, maar in 2026 bedraagt de afstand tussen Vancouver en Mexico City bijna 4000 kilometer.

In de groepsfase blijven wedstrijden geografisch geclusterd, maar in de knock-outfase moeten teams rekening houden met verre verplaatsingen over drie tijdzones.

Wordt het WK 2026 door extreem hoge ticketprijzen een elite-evenement?

Naast de organisatorische uitdagingen duiken nu ook vragen op over de betaalbaarheid en toegankelijkheid van het toernooi.

De recente bekendmaking van de ticketprijzen heeft de ongerustheid verder aangewakkerd, vooral omdat zowel de hoogte van de prijzen als de transparantie errond ter discussie staan.

Door het systeem van dynamische prijzen kosten de goedkoopste tickets voor de WK-finale momenteel al zo’n 2000 euro.

Voor wedstrijden in de groepsfase liggen de officiële instapprijzen voorlopig rond de 52 euro, maar ook daar werkt de FIFA met dynamische tarieven. Voor populaire affiches of categorie-1-zitplaatsen kunnen de bedragen snel oplopen, waardoor zelfs vroege rondes voor veel supporters een dure onderneming dreigen te worden.

Supporters weten ook niet hoeveel tickets per prijscategorie beschikbaar zijn. De FIFA zegt de kritiek ter harte te nemen, maar rekent erop dat stadions hoe dan ook zullen vollopen. Na de loting schiet de verkoop – en de dynamische prijszetting – opnieuw in overdrive.

Wordt ‘soccer’ in 2026 eindelijk America’s Game?

In 1994 bereikte Team USA in eigen land de achtste finales, een knappe prestatie voor een land dat op dat moment geen professionele competitie had. Twee jaar later werd de Major League Soccer (MLS) opgericht, dat was een voorwaarde voor de toewijzing van dat WK.

In dertig jaar groeide ‘soccer’ uit tot een vaste waarde: 19 MLS-clubs staan vandaag in de top-50 van meest waardevolle voetbalclubs wereldwijd. San Diego FC betaalde een half miljard dollar om toe te treden tot de competitie.

Toch vertaalt die financiële slagkracht zich niet meteen in sportief succes. Door het salarisplafond blijven sterkhouders vaak spelers op hun retour, met Lionel Messi als bekendste voorbeeld. Ook het nationale team blijft kampen met stagnatie.

Om een teleurstelling op eigen bodem te vermijden, heeft de federatie fors geïnvesteerd. De Argentijnse coach Mauricio Pochettino verkiest Team USA boven een Europese topclub en moet minstens even goed presteren als het team van 1994. Zijn resultaten zijn na één jaar gemengd maar hoopgevend. De VS versloegen onlangs onder meer Uruguay en Japan, wat vertrouwen geeft na eerdere nederlagen tegen aartsrivaal Mexico.

Op het WK in Qatar verraste de ploeg nog met aanvallend voetbal, gedragen door een jonge generatie die op doorbreken stond. Vier jaar later blijken spelers zoals Timothy Weah echter stilgevallen in hun ontwikkeling.

Een echte Amerikaanse superster laat voorlopig op zich wachten. Christian Pulisic, basisspeler bij AC Milan, komt het dichtst in de buurt, maar behoort nog niet tot de absolute wereldtop.

Christian Pulisic is de bekendste speler van het Amerikaanse team. © Getty Images

‘Soccer’ is in de VS nog altijd vooral een doe-sport. Maar het idee dat Amerikanen voetbal zien als een vreemde obsessie van de rest van de wereld, is achterhaald. De WK-finale van Qatar was het best bekeken sportevenement van het jaar, na de Super Bowl, populairder dus dan eender welke basketbal- of honkbalwedstrijd.

Als Team USA tijdens het WK overtuigt, zal de voetbalgekte zich opnieuw snel verspreiden — ver weg van discussies over visa, hitte en ticketprijzen. Die aantrekkingskracht van voetbal is precies de superkracht die zowel Infantino als Trump graag benutten.

Lees meer over:

Partner Expertise