Terwijl de Chinese competitie boomt, is die van Rusland in vrije val. Vedetten verlaten het land, clubs uit Moskou staat het water aan de lippen. Hoe komt dat?
In 2013 werd door de Russische voetbalclubs om en bij de 250 miljoen euro gespendeerd aan inkomende transfers. Het was de zomer dat onder meer Hulk en Axel Witsel voor een totaalsom van negentig miljoen euro naar Zenit Sint-Petersburg verhuisden. Enkel in de Engelse Premier League werd dat jaar meer geld uitgegeven aan transfers.
Drie jaar later is de omgekeerde beweging ingezet: spelers met naam en faam verlaten Rusland, dat anno 2016 zijn rol als lucratieve transfermarkt overgenomen ziet door China.
De geldkraan werd dichtgedraaid. Een gevolg van de economische recessie waaraan Rusland ten prooi viel, daarbij niet geholpen door de militaire inmenging in Oekraïne in 2014 en de scherp veroordeelde annexering van het Krim. Sindsdien zijn handelszaken met landen uit de EU bemoeilijkt. De olieprijzen daalden, net als de waarde van de roebel.
Financial Fair Play
Daarbovenop kwam de Financial Fair Play die de UEFA installeerde. Staatsinmenging werd niet langer -of in beperktere mate- toegelaten bij het clubbeleid. Dinamo Moskou is daar een mooi voorbeeld van: de club wordt geleid door Boris Rotenberg, een goede vriend van Vladimir Poetin en gesteund door de staatsbank. Vanwege gesjoemel met de boekhouding werd de club dit seizoen geweerd uit de Europese competities. Nu het vergrootglas op Dinamo ligt, is het geen toeval dat zware investeringen zoals Mathieu Valbuena, William Vainqueur en Douglas het schip verlieten. Een ander voorbeeld van die neerwaartse spiraal is Anzhi Makhachkala, dat in 2011 de wereld verbaasde met de toptransfers van Samuel Eto’o, Roberto Carlos en Mbark Boussoufa, maar nu laatste staat in de Russische Premier Liga.
Clubs als PSG, Manchester City en Chelsea worden ook in het oog gehouden door de UEFA, maar zij kunnen nog terugvallen op inkomsten uit shirtverkoop, ticketverkoop en tv-gelden. Bij de Russische clubs is daar geen sprake van, meer dan eender welke andere Europese competitie zijn zij afhankelijk van mecenaat of overheidssteun. De wedstrijden trekken amper volk (hooliganisme en slechte infrastructuren eisen hun tol, de gemiddelde opkomst voor een competitiematch ligt rond de 7000 man), de gewone Russische man in de straat is niet in staat veel geld uit te geven aan merchandising en het tv-contract is niet eens veertig miljoen euro per seizoen waard. Dat is minder dan er in de Jupiler Pro League (zeventig miljoen euro) verdeeld wordt.
WK 2018
Volgens een onderzoek van The New Yorker is Dinamo nog maar een eerste domino die valt en zal de rest weldra volgen. Te beginnen met het door de nationale treinmaatschappij gesteunde Lokomotiv Moskou. De timing kan niet slechter, met de organisatie van het WK 2018 voor de deur. Al hoopt president Poetin wellicht dat het WK voor een nieuwe boost zorgt, onder meer dankzij de bouw van nieuwe stadions.