Renard: ‘Sommigen dachten dat ze een onnozelaar voor zich hadden staan’

© BELGAIMAGE
Pierre Danvoye
Pierre Danvoye Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Sport/Voetbalmagazine had met Olivier Renard (KV Mechelen) een open en eerlijk gesprek over het vak van sportief directeur.

Zo doet Renard, bij KV Mechelen opvolger van de legendarische Fi Van Hoof als sportief directeur van de club, het verhaal uit de doeken van de transfer van Ivan Obradovic.

“Ik was in Servië voor een scoutingopdracht en ging er een koffietje drinken met Milan Jovanovic. In het midden van ons gesprek, zei hij me: ‘Oli, als je een linkerflankverdediger zoekt, dan weet ik er een voor jou. Hij is een vriend van mij en ik speelde nog met hem samen bij de nationale ploeg. Nadat hij geblesseerd raakte, zit hij al verscheidene maanden zonder club.’ Ik zei onmiddellijk: ‘En waar kan ik hem vinden?’ Op dat moment had ik al meteen zin om hem een test te laten afleggen. Ik ken Jova namelijk en heb het volste vertrouwen in hem. ‘Obradovic is in Belgrado, op een half uurtje van hier. We zullen hem bellen. Ik zal voor hem een plaatsje regelen op het vliegtuig zodat hij bij jullie kan testen’, zei Jova.”

Een mooi verhaal, maar Olivier Renard (nog altijd maar 36 jaar) leerde als clubmanager nog andere kantjes van het makelaarswereldje kennen:

Siamese tweelingen

“Ik stond ooit op het punt om een speler te kopen. Er moesten enkel nog een paar details geregeld worden, toen de manager zei: ‘Ik zorg ervoor dat hij bij jou tekent, maar je moet die andere ook nemen.’ Die andere? Ik was geïnteresseerd in één speler, niet in twee. Plots was ik verplicht om nog een tweede speler aan te werven, alsof ze Siamese tweelingen waren die je niet kon scheiden”, aldus de ex-doelman.

Dat hij nieuw is in het vak, zorgt soms voor gênante momenten, vertelt Renard nog aan Sport/Voetbalmagazine. “Ik weet niet of bepaalde managers al eens gerekend hebben op mijn gebrek aan ervaring. Ik weet wel dat sommige mensen – spelers, managers, andere sportief directeurs – dachten dat ze een onnozelaar voor zich hadden staan.”

“Maar goed, geen probleem, ik kan dat spelletje meespelen als het moet. Ik zat eens op restaurant met een andere sportief directeur. Na een paar minuten had ik al door dat hij me zat te beliegen. Ik had zin om de rekening te vragen en terug te keren naar Mechelen, nog voor ze ons bord hadden gebracht. Je mag altijd proberen om iemand te overbluffen, maar als iemand je zegt dat die ene speler een fenomeen is, dat hij de kleedkamer regelt, terwijl je maar al te goed weet dat die speler de eerste is waar de club vanaf wil, dan overschrijd je een lijn. Ik zeg niet dat je altijd honderd procent eerlijk moet zijn. Soms moet je de zaken wat verbloemen als je een speler wilt verkopen, maar er zijn grenzen.”

Lees het hele interview met Olivier Renard in Sport/Voetbalmagazine van woensdag 14 oktober.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content