Real Betis was ooit de club die 32 miljoen euro betaalde voor de Braziliaan Denilson. In 1998 een megalomaan bedrag dat nooit eerder voor een voetballer was betaald. Drie degradaties en bijna dertig trainers later maakt de trots van Andalusië opnieuw naam. Dit keer vanwege het spectaculaire voetbal dat op de mat wordt gelegd.
Door Süleyman Öztürk (Voetbal International)
Nooit boekte Betis Sevilla meer overwinningen in een kalenderjaar dan in 2021. De ploeg won in december met 0-1 in Camp Nou en schakelde in de Copa del Rey stadsgenoot Sevilla uit. In de competitie staat de ploeg na dit weekend voor het eerst sinds lang niet in de top drie al bedraagt de kloof met de nummers drie en vier slechts twee punten, een ongekende luxe. Na het uitschakelen van Zenit Sint-Petersburg in de tussenronde van de Europa League is het grote dromen over een Europese stunt voorzichtig begonnen. Eintracht Frankfurt is de tegenstander in de achtste finale. Dat het goed gaat is nogal een understatement.
Betis sprankelt, Betis scoort en Betis wint vaak. Real Madrid mag cijfermatig dan wel de beste ploeg van Spanje zijn, voor goed en leuk voetbal moet je in Sevilla zijn, in Benito Villamarín om precies te zijn. Voor Real Betis zetten mensen de televisie aan. Om Nabil Fekir te zien dribbelen, Sergio Canales te zien passen en Juanmi te zien scoren. Bij balverlies is er de onvermijdelijke William Carvalho. Vergeet ook oud-PSV’er Andrés Guardado niet, de inmiddels 35-jarige Mexicaan die als controleur een belangrijke functie heeft. Het zijn een paar opvallende namen in de fraaie ploeg die Manuel Pellegrini als trainer heeft opgetuigd.
Betis beleeft onder aanvoering van de 68-jarige Chileen een van de mooiste periodes uit de clubgeschiedenis. Dat Real Betis vijfde staat in La Liga is al ongewoon, maar daar kwam vorige week ook nog eens een eerste finaleplaats in de Copa del Rey in 17 jaar bij na winst tegen Rayo Vallecano.
Hysterie
Betis is een rauwe, rumoerige en lawaaierige club. Zodra de fans hun sjaals de lucht insteken en het clublied aanheffen, kan niemand elkaar meer verstaan. Dan gaan 56 duizend supporters tegelijkertijd staan en belijden hun passie voor groen en wit. Onder die hysterie is er één iemand die alle emoties kalmpjes verwerkt. Die na zeges niet borstkloppend de media te woord staat en na nederlagen de schuld niet afschuift op anderen. Manuel Pellegrini is een heer, een gentleman die je graag als buurman zou willen hebben. Bovenal is hij een steengoede trainer die bijna overal waar hij werkte een blijvende indruk heeft achtergelaten.
Betis kwam bij de Zuid-Amerikaan uit na een teleurstellende vijftiende plaats in het seizoen 2019/20. Opnieuw bij hem uit, moet je eigenlijk zeggen. De Andalusische club had in de zomer van 2019 ook al een poging ondernomen hem te contracteren. Pellegrini respecteerde toen zijn verbintenis met West Ham United, maar had een jaar later na zijn ontslag in Londen zijn handen vrij. In Betis zag hij een mooie uitdaging. Vergelijkbaar met de uitdagingen in Villarreal en Málaga, twee clubs die hij eerder diende.
Sinds Ángel Haro (48) zes jaar geleden voorzitter werd, is Betis met een inhaalslag begonnen. De club heeft de ambitie de achterstand met aartsrivaal Sevilla te verkleinen en een vaste plek in de top van Spanje te verwerven.
Op voetbalgebied is de dagelijkse leiding in handen van Antonio Cordón. Een man die tussen 2000 en 2016 de lijnen uitzette bij Villarreal en Pellegrini bij die club als coach meemaakte. Hij wist dus hoe hij de Chileen kon verleiden en wat voor type trainer hij met hem in huis haalde. De samenwerking is het afgelopen anderhalf jaar zo goed bevallen dat Pellegrini zijn contract halverwege dit seizoen openbrak en verlengde tot medio 2025. Hij is gelukkig in het zuiden van Spanje, op niet al te grote afstand van zijn tweede huis in Marbella. Dat hij minder verdient dan in zijn tijd bij Real Madrid en Manchester City boeit hem niet zo.
Solidariteit
Pellegrini wordt gewaardeerd om de nuchtere manier waarop hij een tegenvallend presterende selectie tot leven heeft gewekt. Alle spelers die nu onder zijn leiding zijn opgebloeid en samen tot grote hoogte stijgen, maakten al deel uit van de club voor zijn komst. In de voorbije vier transferperiodes is aan slechts één aanwinst geld uitgegeven. De Argentijnse centrumverdediger Germán Pezzella kwam vorig jaar voor 3,5 miljoen euro over van Fiorentina.
Des te wonderbaarlijker is het dat Pellegrini zich vorig seizoen met de ploeg wist te kwalificeren voor de Europa League. Met exact dezelfde voetballers die een jaar eerder vijftiende waren geworden. De Chileen wist dat hij met jongens als Fekir, Canales en William Carvalho een leuk elftal kon formeren.
Hoe hij dat doet is een beetje in nevelen gehuld. Pellegrini is geen coach die tussen zijn spelers staat en amicaal met hen omgaat. Hij is eerder afstandelijk. Hier en daar een aanwijzing, een kort gesprekje en altijd zeer concreet. ‘Hij heeft drie of vier duidelijke ideeën’, legde verdediger Marc Bartra twee maanden geleden uit in The Guardian. ‘Hij vertelt elke speler wat hij nodig heeft, niet meer en niet minder. Het is simpel, niets ingewikkelds, maar hij is heel slim in de manier waarop hij jou dat vertelt. Wij geloven in wat wij doen en dat zie je. De bal moet van ons zijn, iedereen is verantwoordelijk voor bepaalde ruimtes, maar wel met een beetje vrijheid en de aanvallende bewegingen zijn voorbereid. We spelen compact in een 4-2-3-1, de positionering is belangrijk en we verdedigen met z’n allen. Niet met vier. Solidariteit is het woord dat ik zou gebruiken.’
Pellegrini is gelukkig in het zuiden van Spanje. Dat hij minder verdient dan in zijn tijd bij Real Madrid en Manchester City boeit hem niet zo.
Het komt telkens terug hoe evenwichtig Pellegrini als persoon is. Hij is een grote coach zonder dat hij dat op elke straathoek loopt te verkondigen. Een prettig soort bescheidenheid die van hem een innemende en oprecht geïnteresseerde coach maakt. Met Villarreal bereikte hij in 2006 de halve finale van de Champions League en eindigde hij op de tweede plaats in de Primera División. Met Manchester City werd hij in 2014 kampioen van Engeland. Bij alle Spaanse clubs waar hij werkte, inclusief Real Madrid, noteerde hij het hoogste winstpercentage uit de clubgeschiedenis. Ook bij Betis is dat nu weer het geval.
Smaakmaker Fekir
De coach vindt dat het niet om hem hoort te draaien. Bij een voetbalclub moeten de spelers op het veld te stralen. Dat is precies wat hij voor elkaar heeft gekregen. Sterspeler Nabil Fekir tekende begin januari een nieuw contract tot 2026. De 28-jarige linkspoot is als creatieve middenvelder een van de absolute smaakmakers in La Liga. Een maand geleden ging zijn doelpunt in het bekerduel met Sevilla de hele wereld over. Fekir besloot een hoekschop direct op doel te trappen en schoot raak.
De middenvelder had op de bank kunnen gaan zitten bij een topclub, maar besloot zijn hart te volgen. Bij Betis is hij gelukkig en mag hij van Pellegrini doen waarin hij goed is. Voetballen op techniek. Tegenstanders voorbij dribbelen, strooien met passes, vrije trappen nemen en dus corners rechtstreeks op de goal schieten.
Tal van voetballers zijn opgeleefd. Sergio Canales, ooit een groot talent bij Real Madrid, scheurde drie keer zijn kruisbanden af en speelt nu op zijn 31ste het beste voetbal uit zijn loopbaan. De Portugees William Carvalho had het niet meer naar zijn zin bij de club, maar geniet nu weer als balveroveraar in dienst van de artiesten voor hem. Álex Moreno presteert zo goed als aanvallende linkback dat hij op zijn 28ste mogelijk voor het eerst bij de Spaanse nationale ploeg gehaald gaat worden.
Middenvelder Guido Rodrígez speelde zich in Argentijnse ploeg en won vorig jaar de Copa América. Aanvaller Juanmi Jiménez blijft tegenstanders maar pijn doen met zijn beweeglijkheid en diepgang. Met zestien doelpunten in dertig duels is hij clubtopscorer, terwijl hij in drie seizoenen daarvoor opgeteld tot maar elf goals kwam. Juanmi werkte eerder als jong talent samen met Pellegrini bij Málaga. Huurling Héctor Bellerín heeft al meerdere keren gezegd dat hij liever Betis blijft dan dat hij volgend seizoen terugkeert bij Arsenal. De rechtsback is geboren en getogen in Barcelona, maar komt uit een echt Betis-nest. De clubliefde die van vader op zoon is doorgeven beleeft hij nu in het stadion.
Joaquín, aanvoerder en clubicoon, blijft zijn contract maar verlengen. Veertig is de oud-international nu, zelden basisspeler meer, maar voor Pellegrini belangrijk als brug tussen spelersgroep en technische staf. Naast zijn opgewekte karakter en humor waarmee hij voor vrolijkheid in de kleedkamer zorgt.
De Béticos zijn trots op hun spelers en hun club. Dat laten ze merken ook. In 2009 marcheerden ze met zestigduizend man door de straten van Sevilla om te protesteren tegen de toenmalige beleidsbepalers. Donderdagavond iets voor negenen gingen ze met zestigduizend man tegelijk staan om het clublied aan te heffen. Om hun team naar de finale van de Copa del Rey te schreewen, met succes. ‘Hier zijn wij om voor jou een lied te zingen’, luidt de eerste zin van de hymne. ‘Béééééétis, Béééééétis, Béééééétis!’