Jacques Sys

Poolse voetballers wagen het niet hun trainer tegen te spreken

Jacques Sys Jacques Sys is een Belgische sportjournalist

Dit EK verschilt niet van andere toernooien in landen die zoeken naar een nieuwe identiteit: het is vooral een vlucht uit de werkelijkheid, een droom waaruit je later op een brutale manier ontwaakt.

“Het is verschrikkelijk wat er tijdens de Tweede Wereldoorlog is gebeurd”, sprak Mark Van Bommel woensdagavond tijdens een persconferentie in het stadion van Wisla Krakau, na een druk bijgewoonde oefensessie van de Nederlandse nationale ploeg. De middenvelder had het over een bezoek dat Oranje dezelfde ochtend aan het concentratiekamp Auschwitz had gebracht. Dat liet bij hem een verpletterende indruk na. Om en bij de 200 journalisten noteerden het en ook bondscoach Bert van Marwijk werd gevraagd hoe hij de confrontatie met Auschwitz had ervaren.

“Ik vond het indrukwekkend”, sprak Van Marwijk wat clichématig maar meer, zo benadrukte hij, wilde hij er niet over zeggen. Hij vond dit het moment niet. Toch werd de vraag of de gruwel van de Tweede Wereldoorlog de bondscoach had geraakt wel vijf keer gesteld. Ook door Engelse en Duitse verslaggevers. Van Marwijk glipte er handig om heen. Veel liever praatte hij eigenlijk over de blessure van verdediger Joris Mathijsen die voor de wedstrijd tegen Denemarken niet beschikbaar is. Ook de Duitse en Italiaanse ploeg bezochten het beruchte concentratiekamp waar één miljoen mensen werden vergast. Ook zij onthielden zich van al te diepgaande bespiegelingen en verschuilden zich achter obligate antwoorden.

Polen telt de start naar het EK af, maar in Krakau, waar Nederland resideert, valt daar weinig van te merken. De stad, die op de werelderfgoedlijst van de UNESCO staat, koketteert dan ook met een adembenemend mooi en door toeristen overspoeld centrum. Krakau is een studentenstad en dat zorgt voor een sfeer van vrijheid en blijheid. Jonge mensen in Polen spreken doorgaans goed Engels, denken modern en dragen absoluut niet de littekens van het verleden met zich mee. Ze zijn wel zeer volgzaam. Het zit ingebakken in de cultuur: Poolse voetballers wagen het bijvoorbeeld niet hun trainer tegen te spreken.

Bij ouderen is de mentaliteit anders. Bij hen proef je het communisme nog. Ze zijn somber en lachen nauwelijks. Maar als je gemiddeld 300 euro per maand verdient en in een grauw en als een kazerne ogend flatgebouw woont, valt er niet veel te lachen.

Polen mag dan pronken met een groeiende economie terwijl de buurlanden stagneren, van de politici hebben de meeste mensen geen hoge pet op. Ze hadden verwacht dat dit EK hen meer zou brengen. En constateren nu dat het geld vooral werd gestopt in de modernisering van het land, in wegenwerken en het opknappen van luchthavens. Maar ze weten dat de werkloosheid nog steeds rond de dertien procent schommelt. En dat het bestaan van vele mensen uitzichtloos is.

Dit beeld wordt tijdens dit voetbalfestijn verdreven. Zeker als het vrijdag in Warschau allemaal gaat beginnen, in een fonkelnieuw stadion, als zogenaamd symbool van een ander tijdperk. Maar ook dit EK verschilt niet van andere toernooien in landen die zoeken naar een nieuwe identiteit: het is vooral een vlucht uit de werkelijkheid, een droom waaruit je later op een brutale manier ontwaakt.

Jacques Sys

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content