Jacques Sys, hoofdredacteur van Sport/Voetbalmagazine, over het overlijden van Marleen Boonen, de moeder van François Sterchele. ‘Ook volgende zondag zal het applaus na 23 minuten weerklinken. Na de dood van Marleen Boonen intenser dan ooit.’
Hoeveel keer werd Marleen Boonen, de moeder van François Sterchele, de voorbije jaren niet geïnterviewd? Zeker in deze periode van Allerheiligen en Allerzielen klampten de media haar aan. Marleen weigerde geen enkel gesprek. Alsof praten over haar verongelukte zoon voor haar een soort therapie was, alsof de goede herinneringen die ze geregeld bovenhaalde, voor een gevoel van mildheid zorgden.
Maar de pijn om het tragische verlies bleef, de littekens herstelden nooit. Marleen Boonen bleef leven in een zee van verdriet. Het drukte in het dagelijks bestaan een stempel op haar. Ze zette zich met een bewonderenswaardige moed in voor onder meer een organisatie die zieke kinderen bijstaat en engageerde zich voor tal van andere sociale projecten. Afgelopen zaterdag, twee dagen voor Allerheiligen, overleed Marleen Boonen op 57-jarige leeftijd aan de gevolgen van het coronavirus. Ze sukkelde al een tijdje met de gezondheid.
Ook zij zal verder leven in het hart van Club Brugge. Net zoals François, dertien en een half jaar na zijn dood, bij iedere thuiswedstrijd wordt herdacht. Sterchele speelde met het nummer 23 en nog altijd wordt er op de 23e minuut geapplaudisseerd. De spits speelde niet eens een heel seizoen voor Club Brugge, maar hij had in die periode een goddelijke status bereikt. Ook volgende zondag, wanneer Club thuis speelt tegen Standard, zal het applaus na 23 minuten weerklinken. Na de dood van Marleen Boonen intenser dan ooit.
Nooit zal de naam van François Sterchele uit de geschiedenis van Club Brugge verdwijnen. Hij was een product van zijn tijd. Sterchele had nood aan ruimte. Om te leven, om te scoren, om niet te verstikken. Hij plukte met zijn zuiders temperament het leven zoals het op hem afkwam en leek met zijn aanstekelijk goed humeur het totale geluk te verpersoonlijken. Het waren die onbevangenheid en onbekommerdheid die hem zo geliefd maakten.
Vreugde en verdriet leven naast elkaar in de (sport)wereld. Beerschot, een van de vorige clubs van François Sterchele, vierde afgelopen zaterdag de 3-0-zege tegen Seraing als een bevrijding. Francky Dury beleefde met Zulte Waregem een nieuwe horrornamiddag tegen KRC Genk en is in zijn laatste seizoen aan een echte treurmars bezig. John van den Brom nam de druk rond zijn persoon weg, maar zei na de 2-6-zege aan de Gaverbeek dat vertrouwen een broos gegeven is. En Club Brugge maakt zich op voor een nieuwe wedstrijd tegen Manchester City, een nieuwe zoektocht naar de internationale grenzen tegen een club die het moderne voetbal gestalte geeft: een combinatie van tempo en techniek.
Het verrassende Union liet vorige week aan zijn aanhang weten dat wie een kaart wil voor de match van volgende zondag tegen Sporting Charleroi, snel zal moeten zijn. Het stadion is bijna uitverkocht. Voor de start van de competitie vroegen sommigen zich nog af welke meerwaarde Union aan 1A kon bieden. Maar goed voetbal loont. Zeker als je kunt bogen op traditie, iets wat bijvoorbeeld Eupen niet heeft. Toen die ploeg bovenaan stond, kwamen er tot frustratie van de clubleiding amper 3000 toeschouwers naar de Kehrweg.
Traditie heeft ook KV Mechelen, dat met een 16 op 18 zijn opmars verder zet. Bij geen enkele club in 1A leven er zoveel gevoelens van nostalgie als bij KV. Zaterdag speelt rood-geel in eigen stadion tegen STVV, na de interlandbreak volgt er een nieuwe thuismatch, tegen Club Brugge. Het wordt een interessante test voor de manschappen van Wouter Vrancken die met 3 op 12 aan de competitie waren begonnen. Zonder dat de trainer een moment ter discussie stond.